Wonen op wielen of op water
Nederland telde in 1997 ruim 6,6 miljoen particuliere huishoudens. Hiervan bewoonde 94% een gewone woning en bijna 5% verbleef in een andere ruimte. Ruim 50 000 mensen huren of bezitten woonwagens of woonschepen. Dat is 0,4% van de bevolking
Wonen op wielen
Tweederde van de woonwagenbevolking woont in het westen en zuiden van Nederland. De drie noordelijke provincies hebben de minste woonwagenbewoners.
Woonwagenstandplaatsen, 1 januari 1997
Woonwagenbewoners zijn gemiddeld jonger dan de rest van de bevolking. Hun aantal stijgt tot nu toe alleen door natuurlijke aanwas. Tot 1 maart van dit jaar kreeg alleen diegene die was opgegroeid in een woonwagen vergunning om zelfstandig in een woonwagen te gaan wonen.
Gemiddeld wonen er 2,8 mensen in een woonwagen. Twee van de drie woonwagens zijn eigen bezit. De overige zijn voornamelijk in beheer bij gemeentelijke woningbedrijven en woningcorporaties.
In Nederland zijn 8 700 standplaatsen. Hierin zijn zowel vaste standplaatsen als tijdelijke plaatsen voor kermis- en circusmensen inbegrepen.
Een drijvend bestaan
Meer dan driekwart van de woonschepen ligt in Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en Zeeland. Alleen al in Noord-Holland ligt 45%.
Woonschepen, 1 januari 1997
In het noorden en zuiden liggen de minste schepen, maar de toename ten opzichte van 1984 was er het grootst met respectievelijk bijna 20 en 19%.
Woonwagenstandplaatsen en woonschepen, 1997
verandering t.o.v. 1984
De meeste woonschepen liggen in verstedelijkt gebied. Het aantal steeg de afgelopen tien jaar met ongeveer tachtig per jaar. Amsterdam heeft de meeste woonschepen, bijna 2 200. In 1996 stabiliseert het aantal woonschepen.
In 1996 heeft Nederland ruim 9 800 woonboten en woonarken. Daarvan wordt 95% door de eigenaar bewoond. De gemiddelde grootte van huishoudens op woonschepen ligt beneden de 2,3 personen, het Nederlandse gemiddelde. Er wonen circa 21 000 personen op woonschepen.
Wijnand Advokaat