Verhuizen voor een baan

Jaarlijks vindt een groot aantal mensen een baan. Een deel vindt werk binnen de eigen regio. Anderen verhuizen voor een nieuwe baan of pendelen over een lange afstand tussen woon- en werkadres.

Meer dan één op de tien mensen die in 1997 deel uitmaken van de werkzame beroepsbevolking, is korter dan een jaar geleden verhuisd. Van de mensen die een baan vonden, verhuisde één op de vijf in het voorafgaande jaar. Onder de baanvinders zijn dus tweemaal zoveel verhuizers als onder de werkenden die niet in een nieuwe baan zijn gaan werken. Daaruit mag worden geconcludeerd dat ongeveer tien procent van de mensen die een baan vonden, voor die baan is verhuisd.

Een baan vinden en verhuizen, 1997 (werkzame beroepsbevolking van 15-65 jaar)

Een baan vinden en verhuizen, 1997 (werkzame beroepsbevolking van 15-65 jaar)
Een deel van de mensen die een baan vinden, is al langere tijd actief op de arbeidsmarkt en heeft vóór de huidige baan een andere werkkring gehad. Deze categorie wordt met baanwisselaars aangeduid. Zij verhuizen ongeveer even vaak voor hun nieuwe baan als andere baanvinders, maar doen dat wat vaker over een grotere afstand. Bijna een kwart van de baanwisselaars verhuisde over een afstand van meer dan 50 kilometer.

Verder weg voor nieuwe baan

Mensen die een baan vinden, verhuizen vaker en verder dan anderen. Hun gemiddelde verhuisafstand is 55 kilometer. Mensen die al langer in hun huidige baan werken en verhuizen, doen dat gemiddeld over een afstand van 28 kilometer.

Verhuizen heeft ook te maken met de leeftijd. Van de jonge mensen die net een baan gevonden hebben, is een kwart verhuisd in het jaar dat zij hun baan kregen. Daarentegen is van de mensen van 35 jaar en ouder die een baan vonden slechts 11 procent verhuisd. Zij deden dit echter vaker over een langere afstand dan jongeren.

Mensen die een baan vinden en verhuisgedrag, 1997 (werkzame beroepsbevolking van 15-65 jaar)

Mensen die een baan vinden en verhuisgedrag, 1997 (werkzame beroepsbevolking van 15-65 jaar)

Minder ver met lage opleiding

Hoogopgeleiden die een baan vinden, verhuisden vaker dan laagopgeleiden. In 1997 is 29 procent van de baanvinders met een hbo- of wo-diploma verhuisd. Met een laag onderwijsniveau verhuisde 16 procent.

Ook verhuisden hoogopgeleiden vaker over een grote afstand dan middelbaar- en laagopgeleiden. Van de personen met een afgeronde hbo- of wo-opleiding die een baan vinden en verhuizen, doet ruim eenderde dat over een afstand van meer dan 50 kilometer.

Van de middelbaar opgeleiden verhuisde slechts één van de zeven over meer dan 50 kilometer. Bij laagopgeleiden kwamen verhuizingen over meer dan 50 kilometer nog minder vaak voor. Het grootste deel van de mensen met een lage opleiding vindt werk binnen de eigen regio.

Hoogopgeleiden verhuizen vaker en over een grotere afstand. Voor het vinden van werk zijn ze namelijk vaker afhankelijk van werkgevers die geconcentreerd zijn in bepaalde gebieden, zoals de Randstad. Ze accepteren bovendien vaker een grote woon-werkafstand. De ruimtelijke arbeidsmarkt van hoogopgeleiden is dus aanzienlijk groter dan die van laagopgeleiden.

Annemarie Boelens

Bron: CBS, Sociaal-Economische Dynamiek 1998