Schoolverlaters op zoek naar een baan

Het merendeel van de scholieren en studenten die het voltijdonderwijs verlaten, biedt zich aan op de arbeidsmarkt en gaat op zoek naar werk. Een half jaar na het verlaten van de schoolbanken had in 1997 ruim driekwart van de schoolverlaters werk voor ten minste twaalf uur per week.

Goede tijden

Als starter op de arbeidsmarkt werken schoolverlaters soms eerst een tijdje via een uitzendbureau of hebben een kortlopende tijdelijke aanstelling. Dit is meestal niet de baan waarnaar zij op zoek zijn. De meeste schoolverlaters zoeken dan ook verder naar een vaste baan. Dat is een baan met een contract voor onbepaalde tijd of van ten minste één jaar en met een vast overeengekomen aantal uren.

In 1997 hadden schoolverlaters gemiddeld zeven maanden nodig om een vaste baan van ten minste twaalf uur per week te vinden. In het jaar daarvoor was dat nog negen maanden. De situatie op de arbeidsmarkt voor schoolverlaters is daarmee weer terug op het niveau van 1992–1993.

Verwachte tijd die schoolverlaters nodig hebben om een baan te vinden

Verwachte tijd die schoolverlaters nodig hebben om een baan te vinden

Goed in de markt

In de jaren 1995–1997 zochten schoolverlaters gemiddeld negen maanden naar een vaste baan. Schoolverlaters met een technische studierichting in het voorbereidend of middelbaar beroepsonderwijs hadden daarvoor gemiddeld zeven maanden nodig. Vooral schoolverlaters met een bouwkunde-opleiding of een opleiding in de richting transport, verkeer en communicatie lagen goed in de markt.

Schoolverlaters met een technische of economische hbo-studie en wo-ers met een economische studie vonden gemiddeld na acht maanden werk. Ook zij waren dus relatief snel aan de slag in een vaste baan.

Voor schoolverlaters van het vbo met een economische studierichting was het daarentegen veel moeilijker om werk te vinden. Zij zochten in de jaren 1995–1997 gemiddeld zestien maanden naar een vaste baan. Vooral schoolverlaters van administratieve opleidingen hadden veel tijd nodig om werk te vinden. Ook schoolverlaters van de mavo of havo/vwo zochten gemiddeld lang naar een vaste baan. Zij zochten respectievelijk twaalf en dertien maanden.

Snel een baan vinden

Waar twee schoolverlaters met een opleiding op hetzelfde niveau solliciteren, maakt er een de meeste kans: de autochtone man, wonend in de randstad. Allochtone schoolverlaters zoeken namelijk langer naar een vaste baan dan autochtone.

Hoe hoger de opleiding, hoe kleiner dit verschil. Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse schoolverlaters met een lage opleiding (basisonderwijs, vbo of mavo) deden er gemiddeld ruim twee maal zo lang over om een baan te vinden als autochtone schoolverlaters met een vergelijkbare opleiding. Bij middelbaar opgeleiden was dit verschil anderhalf keer. Met een hoge opleiding (hbo of wo) hadden allochtone en autochtone schoolverlaters ongeveer evenveel tijd nodig om aan de slag te komen.

Tussen mannelijke en vrouwelijke schoolverlaters zijn de verschillen klein. Met een lage opleiding zochten vrouwen langer naar een vaste baan dan mannen. Met een middelbare of hoge opleiding hadden mannelijke en vrouwelijke schoolverlaters ongeveer evenveel tijd nodig om een vaste baan te vinden.

In Groningen, Friesland en Drenthe hadden schoolverlaters beduidend meer moeite om een vaste baan te vinden dan in de Randstad. Vooral hoger opgeleide schoolverlaters kwamen in het noorden moeilijk aan de slag. Hbo- en wo-schoolverlaters deden er daar minstens anderhalf maal zo lang over om een vaste baan te vinden als in het westen. Ook middelbaar opgeleide schoolverlaters uit de drie noordelijke provincies zochten lang naar een vaste baan.

Verwachte tijd die schoolverlaters nodig hebben om een baan de vinden (naar regio)

Verwachte tijd die schoolverlaters nodig hebben om een baan de vinden (naar regio)

Opleiding en baan

Bij de meeste schoolverlaters sluit het beroepsniveau goed aan bij hun opleiding. In 1997 werkten bijna zeven van de tien schoolverlaters op het niveau van hun opleiding. Drie van de tien schoolverlaters – vooral jongeren met een middelbare opleiding – werkten onder dat niveau. Slechts een klein gedeelte van de schoolverlaters werkt in een beroep van een hoger niveau dan de gevolgde opleiding.

Mariëlle Reemers

Bron: CBS, Sociaal-Economische Dynamiek 1998