Kwaadwillige telefoontjes
Jaarlijks wordt 1 op de 14 inwoners van Nederland telefonisch lastig gevallen. Vrouwen overkomt dit vaker dan mannen: 10% van de vrouwen krijgt herhaaldelijk kwaadwillige telefoontjes. Van de mannen krijgt per jaar 5% dergelijke telefoontjes. Overigens zijn tussen 1992 en 1996 deze percentages iets afgenomen.
Mensen die alleen, gescheiden of verweduwd zijn hebben er relatief vaak last van. Maar liefst 10 procent van de eenpersoonshuishoudens is slachtoffer van dergelijke ‘telefoonterreur’. In grote steden worden meer mensen slachtoffer van deze vorm van criminaliteit dan in dorpen.
Kwaadwillige telefoontjes, 1996
Jonge mannen hebben naar verhouding weinig last van dergelijke telefoontjes. In 1996 kreeg 3% van de mannen tussen 15 en 24 jaar iemand met kwaadwillige bedoelingen aan de lijn. Dat percentage liep op met de leeftijd; bij mannen van 65 jaar en ouder bedroeg het 6%.
Bij vrouwen ligt dit precies omgekeerd. Van de jonge vrouwen kreeg 10% te maken met kwaadwillige telefoontjes. Vrouwen van 65 jaar en ouder daarentegen hadden daar in 1996 evenveel last van als mannen van die leeftijd.
Kwaadwillige telefoontjes naar leeftijd, 1996
Aanhoudende anonieme telefoontjes van bijvoorbeeld een ‘hijger’ zijn niet alleen hinderlijk maar soms ook heel bedreigend. Sinds kort is het echter mogelijk het nummer van de beller weer te geven op het display van het telefoontoestel. De beller is dan niet meer anoniem, tenzij hij de weergave geblokkeerd heeft of uit een telefooncel belt. Daardoor zou het aantal kwaadwillige telefoontjes kunnen teruglopen.