Gevaarlijk afval
Bedrijven die gevaarlijk afval willen afgeven aan inzamelaars of verwerkers zijn volgens de Wet milieubeheer verplicht daarvan melding te doen. Het beheer van deze gegevens is in handen van het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA) en het Internationaal Meldpunt Afvalstoffen (IMA). Het CBS maakt gebruik van de databases van deze organisaties.
Grotere afvalstroom
De hoeveelheid gevaarlijk afval nam tot 1995 jaarlijks toe. In 1995 kwam 980 duizend ton gevaarlijk afval vrij. Ten opzichte van 1993 betekent dit een toename van 160 duizend ton (19 procent). In 1996 is de hoeveelheid afgenomen tot 930 duizend ton.
Het aandeel van de industrie schommelt de laatste jaren rond de 400 duizend ton. De toename wordt dus vooral veroorzaakt door andere sectoren. Er is onder andere meer afval vrijgekomen uit de milieudienstverlening. Binnen de industrie is ongeveer 45 procent van het afval afkomstig van de chemische industrie, 15 procent van de aardolie- en steenkoolverwerkende industrie en ruim 10 procent van de basismetaalindustrie.
Vrijgekomen hoeveelheden gevaarlijk afval
Opslag en verwerking
Welke soorten afvalstoffen zijn ‘gevaarlijk’? Ongeveer 60 procent van het gevaarlijk afval bestaat uit halogeenarme organische vloeistoffen, zoals de olie-afgeleide stoffen en oplosmiddelen. Een tweede belangrijke groep van gevaarlijke afvalstoffen zijn die met zware metalen en metaloïden, zoals assen en slakken die ontstaan door verbranding, batterijen en accu’s.
Verwerking van het gevaarlijk afval kan op verschillende manieren plaatsvinden. Voor 30 procent van het afval is chemisch/fysisch behandelen de gebruikelijke methode. De stoffen worden hierbij gescheiden in verschillende componenten, bijvoorbeeld door destillatie of ontwateren. Ook worden de metalen vaak teruggewonnen en opnieuw als grondstof worden gebruikt in de industrie. Bijna 30 procent van het gevaarlijk afval wordt tijdelijk opgeslagen, en krijgt in een later stadium een verdere verwerking. Een kleine 15 procent wordt komt in verbrandingsovens terecht en net zo’n deel wordt gecontroleerd gestort.
Gevaarlijk afval van de belangrijkste afvalproducerende sectoren, 1996
Verontreinigde grond en scheepsafval
Niet alle soorten gevaarlijk afval zijn in deze cijfers opgenomen: verontreinigde grond, scheepsafvalstoffen en vervuild staalgrit blijven buiten beschouwing. Deze afvalstromen zijn namelijk zo groot, dat het beeld erdoor zou worden vertroebeld. Verder hoeft gevaarlijk afval dat binnen het eigen bedrijf wordt verwerkt of tijdelijk wordt opgeslagen volgens de wet niet te worden gemeld. Dit afval is daarom opgenomen in de statistiek ‘Bedrijfsafvalstoffen’. Het gaat om circa 300 duizend ton gevaarlijk afval in 1996.
Het zogenaamde klein chemisch afval afkomstig van particuliere huishoudens, tenslotte, valt ook buiten deze statistiek. Uit de statistiek ‘Van gemeentewege ingezameld afval’ blijkt dat in 1996 ruim 21 duizend ton klein chemisch afval door de gemeenten is ingezameld.
Jaarlijks komt ongeveer 600 duizend ton verontreinigde grond (inclusief baggerslib) vrij als gevaarlijk afval. Gemiddeld wordt 40 procent daarvan gestort. Het overige deel wordt gereinigd door middel van chemisch/fysische of thermische behandeling. Slechts een deel van het gebruikt straalgrit wordt als gevaarlijk afval aangemerkt. Van de 65 duizend ton die in 1996 vrij kwam, is circa 40 procent afgevoerd als gevaarlijk afval. De 750 duizend kubieke meter scheepsafvalstoffen per jaar kunnen worden onderverdeeld in scheepsgebonden en ladinggebonden afvalstoffen. Tot de eerste categorie behoren afgewerkte olie en bilgewater. Met olie of chemicaliën verontreinigd waswater en ladingsrestanten zijn voorbeelden van ladinggebonden afvalstoffen. Ongeveer twee derde van de scheepsafvalstoffen is afkomstig van de zeevaart. De rest wordt voornamelijk afgegeven door de binnenvaart.
Harrie Meeuwissen