Groen blaadje gezocht

Gemiddeld trouwt een Nederlandse man voor het eerst als hij dertig is. Volgens het traditionele patroon is hij dan ruim twee jaar ouder dan zijn bruid. Dit verschil in leeftijd is door de jaren heen vrij constant geweest.
Langzamerhand is dit aan het veranderen. In 1996 werden 4 600 huwelijken gesloten waarbij de man tien tot veertien jaar ouder was dan zijn vrouw. In datzelfde jaar waren er nog eens 2 500 bruiloften waarbij de bruidegom minstens vijftien jaar ouder was. Bij 330 daarvan ging het om tienerbruiden met een bruidegom van dertig jaar of ouder. Aan de andere kant was bij 15 700 huwelijken de vrouw de oudste partner. In 1985 gold dat nog voor 12 900 stellen. Het aantal vrouwen dat - tegen de traditie in - ouder is dan hun man, groeit dus ook.
Hoe ouder mensen zijn wanneer ze trouwen, hoe groter de verschillen in leeftijd. En sinds de tweede helft van de jaren zeventig trouwen de mensen steeds later. Bovendien trouwen mensen vaker voor een tweede of derde keer. Anno 1996 trouwt een nog nooit gehuwde 30-jarige bruidegom zijn twee jaar jongere bruid, een gescheiden 43-jarige man huwt zijn vier jaar jongere vrouw, en een 59-jarige weduwnaar zijn vijf jaar jongere bruid.

Huwelijkssluitingen naar leeftijdsverschil tussen de echtgenoten

Huwelijkssluitingen naar leeftijdsverschil tussen de echtgenoten

Brood op de plank

Bij deze veranderingen speelt een rol, dat vrouwen steeds minder vaak financiëel van de man afhanke-lijk zijn. Vroeger had een vrouw een man nodig die in staat was haar en de kinderen te onderhouden. Een oudere man had vaak meer status en meer geld. Dit was een belangrijke reden voor een vrouw om voor een iets oudere partner te kiezen. Dat is voor veel vrouwen tegenwoordig anders.
Tussen 1990 en 1996 is het aantal tweeverdieners met zo'n negentigduizend per jaar toegenomen. In 2,3 miljoen huishoudens hebben beide partners een eigen inkomen. Van de paren onder de 65 jaar is bijna zeventig procent tweeverdiener.
Bij tweeverdieners komt een derde van het besteedbare inkomen voor rekening van de vrouw. Weliswaar is de bijdrage van de man dus gemiddeld ruim twee keer zo hoog, maar bij een op de zeven tweeverdie-ners verdient de vrouw het meest. Vooral bij jonge tweeverdieners zijn de inkomensverschillen tussen man en vrouw kleiner. Bij hen komt het ook vaker voor dat de vrouw het meest verdient.
Economisch onafhankelijke vrouwen kunnen bij de keuze van hun huwelijkspartner andere criteria aanleggen dan inkomen of leeftijd. Zij letten er bijvoorbeeld meer op of de partner in staat is tot een goed gesprek.

Jan Latten