Milieuvoetafdrukken van de Nederlandse consumptie en productie, 2020

voetafdruk
Het CBS heeft verschillende milieuvoetafdrukken berekend, namelijk de broeikasgasvoetafdruk verbijzonderd naar CO2 en overige broeikasgassen, de grondstofvoetafdruk verbijzonderd naar biomassa, metalen, mineralen (niet metaal) en fossiele energiedragers, de landgebruikvoetafdruk en de voetafdruk voor biodiversiteitsverlies. De milieuvoetafdrukken zijn berekend vanuit het consumptie- en het productieperspectief.

Voor het berekenen van deze milieuvoetafdrukken is in samenwerking met PBL een nieuwe methodiek ontwikkeld en zijn nieuwe brongegevens gebruikt. Een nieuwe methode voor voetafdrukberekeningen. Hierdoor wijken de nieuwe cijfers af van eerder door het CBS gepubliceerde milieuvoetafdrukken, die onder andere gebruikt zijn in de ICER’23. De grootste verschillen zitten in de grondstofvoetafdruk. Om deze verschillen te verklaren en toe te lichten hebben het CBS en PBL een gezamenlijke notitie uitgewerkt.

Het eerste Excelbestand bevat een overzichtstabel van de milieuvoetafdrukken op nationaal niveau. In de overige Excelbestanden wordt extra detail weergegeven en worden de milieuvoetafdrukken verbijzonderd naar land en bedrijfstak.

De tabellenset is samengesteld in opdracht van PBL. Het dient als input voor de Integrale Circulaire Economie Rapportage 2025 en is onderdeel van het Werkprogramma Monitoring en Sturing circulaire economie 2023-2024. Bekostigd door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
De meest gedetailleerde en nauwkeurige voetafdrukken zijn berekend voor verslagjaar 2020. Om een tijdreeks voor de periode 2010-2021 samen te stellen zijn jaar-op-jaar ontwikkelingen bepaald door PBL op basis van een minder gedetailleerde dataset (FIGARO). Deze resultaten worden gepubliceerd in de ICER’25.

Downloads