Achterstandsscores gemeenten - voorlopig, 2017/2018
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft het onderwijsachterstandenbeleid voor het primair onderwijs herzien. In het nieuwe beleid, dat in 2019 van kracht is geworden, maakt zij gebruik van de onderwijsachterstandenindicator die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) eerder op verzoek van het ministerie heeft ontwikkeld. Dat kan door met de indicator de onderwijsscores per peuter (2,5 tot 4 jaar) en basisschoolleerling te berekenen en die met een bepaalde formule op te tellen tot achterstandsscores per gemeente. Deze scores drukken dan de verwachte onderwijsachterstand per gemeente uit, op basis waarvan OCW het onderwijsachterstandenbudget over gemeenten kan verdelen.
In 2020 worden de gemeentelijke onderwijsachterstandenbudgetten verdeeld op basis van de achterstandsscores in gemeenten op 1 oktober 2017 en 1 oktober 2018. Deze tabellen bevatten de voorlopige cijfers voor deze peilmomenten omdat tijdens de berekening van deze tabellen de definitieve gemeente-indeling 2020 nog niet bekend was.
Let op:
Deze cijfers vervangen de eerder hier gepubliceerde cijfers van 15 juli 2019. De aanpassing betreft het verwijderen van 280 niet-bekostigde leerlingen uit de populatie (1,6 miljoen kinderen) van 2017, die in de eerdere publicatie ten onrechte waren meegenomen. Hierdoor wijzigt de gemiddelde achterstandsscore van gemeenten licht. Mede naar aanleiding van deze aanpassing heeft het CBS besloten een onderzoek in te stellen naar het proces van samenstelling van deze cijfers. Leren en verbeteren is het doel.