Een analyse van de invloed van Bijzondere Financiële Instellingen en entiteiten die daar in termen van gedrag sterk op lijken op de waarde van de buitenlandse investeringen van het zelfstandig mkb in 2015.
De bijdrage van het zelfstandig midden- en kleinbedrijf (zmkb) aan buitenlandse investeringen is relatief klein en bedraagt slechts enkele procenten. Binnen de groep zmkb’ers zijn de meeste belangen in het buitenland in handen van een zeer beperkte groep ondernemingen. Opmerkelijk is dat sommige bedrijven in de groep zmkb’ers naast aanzienlijke investeringen nauwelijks reële economische activiteiten, in de vorm van omzet en werkgelegenheid, hebben. Dit wijst op het bestaan van Bijzondere Financiële instellingen (BFI’s) en/of entiteiten die daar in termen van gedrag sterk op lijken (oftewel BFI-achtigen) in de groep zmkb’ers met grote gevolgen voor de buitenlandse investeringen van het zmkb. Als BFI-achtig beschouwen we entiteiten met een balanstotaal dat voor meer dan 75 procent uit buitenlandse investeringen bestaat. Uit de cijfers van 2015 blijkt dat bijna 60 procent van de buitenlandse investeringen van het zmkb dankzij BFI’s en BFI-achtigen is. Het uitfilteren van zowel BFI’s als BFI-achtigen blijkt vrijwel uitsluitend van invloed te zijn op de waarde van buitenlandse investeringen en nauwelijks gevolgen te hebben voor de bijdrage van het zmkb aan de omzet, lonen en goederenhandel.