Energiebesparingspotentie onder koopwoningen
In het Woondossier wordt voor koopwoningen met een indicatief energielabel op basis van bouwfysische kenmerken van de woning het huidige gebouwgebonden energieverbruik geschat en worden de energiebesparende maatregelen die nog in de woning kunnen worden toegepast geïnventariseerd. Voor elke maatregel die nog kan worden toegepast wordt de jaarlijkse besparing die daarmee ten opzichte van het geschatte huidige energieverbruik kan worden behaald berekend. Men moet zich echter realiseren dat de berekende besparingen in de praktijk vaak lager zullen liggen. Alle besparingen van nog toe te passen maatregelen bij elkaar opgeteld is het energiebesparingspotentieel van de woning. Het CBS heeft deze gegevens gecombineerd met gegevens van RVO over koopwoningen met een gecertificeerd energielabel en met gegevens over bewoners. Immers niet iedereen die in een koopwoning woont met een besparingspotentieel zal ook uiteindelijk in energiebesparende maatregelen investeren.
Uit literatuuronderzoek blijkt dat de voornaamste redenen tot investeren in energiebesparing kostenbesparing en verhogen van wooncomfort zijn. Huishoudens met een laag inkomen, jongeren en ouderen hebben vaak minder mogelijkheden tot investeren. Ook bewoners van een koopwoning met een goed wooncomfort of die al weinig energie verbruiken zijn in het algemeen minder bereid te investeren in energie besparende maatregelen. De kaart toont daarom naast het gemiddelde theoretische energiebesparingspotentieel onder koopwoningen in een gemeente, buurt of vierkanten van 500 bij 500m2 en 100 bij 100 m2 ook het reële energiebesparingspotentieel onder koopwoningen voor de verschillende regionale niveaus. Bij het berekenen van de gemiddelde reële jaarlijkse besparing in koopwoningen zijn alleen koopwoningen meegenomen waarvan verwacht kan worden dat er ook een zekere mate van investeringsbereidheid in energie besparende maatregelen is onder de bewoners.