Wat is de kwaliteit van de ecosysteemtypen?

Ecosysteemkwaliteit verwijst naar de huidige staat en het functioneren van een ecosysteemtype. Dit wordt gemeten aan de hand van het voorkomen van bepaalde planten en dieren (en hun eigenschappen), bodem- en waterkenmerken, en de landschappelijke context, zoals versnippering.

Het meten van de ecosysteemkwaliteit in de loop der tijd geeft inzicht in de ontwikkeling van de gezondheid van een ecosysteem als gevolg van factoren zoals menselijk gebruik, klimaatverandering of verandering van biodiversiteit. Een goede ecosysteemkwaliteit is belangrijk, omdat gezonde ecosystemen beter functioneren en meer en effectievere ecosysteemdiensten kunnen leveren.

Om de ecosysteemkwaliteit te monitoren maakt het CBS verschillende indicatoren die inzicht geven in de staat en gezondheid van de Nederlandse ecosystemen, zoals:

  • Groen in de stad: deze indicator biedt inzicht in de hoeveelheid groene ruimtes in stedelijke gebieden, wat belangrijk is voor luchtzuivering, het verminderen van stedelijke hitte-eilanden en het bijdragen aan biodiversiteit.
  • Dood hout: deze indicator biedt inzicht in de hoeveelheid dode bomen en takken die in het bos staan of liggen. Dit is belangrijk omdat dood hout onderdak biedt aan dieren, wat sterk bijdraagt aan de biodiversiteit en een grote rol speelt in de natuurlijke nutriëntenkringloop.
  • Bodemorganische stof: deze indicator toont hoeveel plantenresten en andere organische materialen er in de bodem zitten, wat belangrijk is voor het vasthouden van water, het leveren van voedingsstoffen aan planten en het ondersteunen van bodemleven.
  • Verharding aan de kust: deze indicator toont hoeveel van de kustzone bedekt is met beton, asfalt of andere harde materialen. Dit is belangrijk, omdat overmatige verharding de natuurlijke dynamiek in het kustgebied kan verstoren, met nadelige effecten voor de biodiversiteit en recreatie.