Internationaal

De Nederlandse Natuurlijk kapitaalrekeningen volgen de richtlijnen van het System of Environmental-Economic Accounting Ecosystem Accounting (SEEA EA. In maart 2021 heeft de statistische commissie van de Verenigde Naties (UNSC) het SEEA EA aangenomen als internationale standaard. Dit betekent dat landen hun natuurlijk kapitaal op een uniforme manier in kaart brengen, wat internationale vergelijkingen en samenwerking bevordert.

Het SEEA EA is ontwikkeld door een samenwerking van economen, ecologen, modelleurs en statistici, met ondersteuning van organisaties zoals de Verenigde Naties Afdeling Statistiek (VN-AS), de Wereldbank, het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP), Eurostat, het Europees Milieuagentschap (EMA) en verschillende NGO's. Deze brede samenwerking heeft geleid tot een gestandaardiseerde methode voor het monitoren van de staat van ecosystemen en de diensten die ze leveren.

De Natuurlijk kapitaalrekeningen zijn van belang omdat ze een consistente meetmethode bieden om de huidige achteruitgang van milieukwaliteit en biodiversiteit te monitoren. Tegelijkertijd helpen ze om het belang van het behoud en de bescherming van de natuur te illustreren en te kwantificeren. Dit draagt bij aan een beter begrip van de relatie tussen economische activiteit en ecosysteemgezondheid, en benadrukt het belang van duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen.

Eurostat

Vanaf 2026 wordt het opstellen van ecosysteemrekeningen verplicht voor alle EU-lidstaten onder een nieuwe Europese verordening. Dit betekent dat een deel van het werk dat het CBS voor de Natuurlijk kapitaalrekeningen doet, verplicht wordt.

De lidstaten moeten rapporteren over de omvang en veranderingen van ecosystemen, inclusief een matrix die omzettingen tussen ecosysteemtypen bijhoudt. Ook de toestand van ecosystemen wordt geregistreerd, zoals het percentage groene stedelijke gebieden, de deeltjesconcentratie (PM2.5) in steden, en de organische koolstofvoorraad in de bodem voor bouwland en grasland. Verder moeten landen rapporteren over biodiversiteitsindicatoren zoals de boerenland- en bosvogelindex, en het aandeel kunstmatige gebieden in kust- en wetlandgebieden.

Daarnaast moeten de levering en het gebruik van ecosysteemdiensten worden gerapporteerd. Dit omvat onder andere gewasproductie, bestuiving, houtvoorziening, luchtfiltratie, klimaatregulering, en natuurtoerisme. Deze verplichte gestandaardiseerde rapportages bieden een helder overzicht van de staat van natuur en ecosysteemdiensten in Europa. Het eerste referentiejaar voor deze rapportages is 2024. Voor de omrekeningsmatrix is het eerste referentiejaar 2027. Eurostat heeft, in samenspraak met de lidstaten, gedetailleerde richtlijnen opgesteld om ervoor te zorgen dat deze rekeningen consistent en betrouwbaar worden opgezet.