3. Resultaten
3.1 Bevolkingsontwikkeling Caribisch Nederland
Op 1 januari 2020 telde Caribisch Nederland ongeveer 26 duizend inwoners. Vergeleken met het Europese deel van Nederland is met name het aandeel ouderen kleiner. De gemiddelde leeftijd ligt dan ook ruim 2 jaar lager dan in het Europese deel van Nederland. Eind jaren negentig had Caribisch Nederland nog ruim 16 duizend inwoners. Tot 2003 daalde het aantal inwoners tot onder de 14 duizend, waarna het aantal geleidelijk toenam.
Sinds 2010 overlijden per jaar rond de 120 inwoners van Caribisch Nederland. In eerdere jaren lag het aantal overledenen rond de 90 per jaar.
Caribisch Nederland | Caribisch Nederland | Europees Nederland | Europees Nederland | |
---|---|---|---|---|
Overledenen | Bevolking op 1 januari | Overledenen | Bevolking op 1 januari | |
1998 | 89 | 16 536 | 137 482 | 15 654 192 |
1999 | 96 | 16 097 | 140 487 | 15 760 225 |
2000 | 108 | 15 178 | 140 527 | 15 863 950 |
2001 | 71 | 14 442 | 140 377 | 15 987 075 |
2002 | 88 | 13 915 | 142 355 | 16 105 285 |
2003 | 92 | 13 784 | 141 936 | 16 192 572 |
2004 | 106 | 13 969 | 136 553 | 16 258 032 |
2005 | 89 | 14 435 | 136 402 | 16 305 526 |
2006 | 84 | 15 196 | 135 372 | 16 334 210 |
20071) | 77 | 15 730 | 133 022 | 16 357 992 |
20081) | 67 | 16 384 | 135 136 | 16 405 399 |
20091) | 72 | 17 335 | 134 235 | 16 485 787 |
2010 | 117 | 18 027 | 136 058 | 16 574 989 |
2011 | 140 | 21 087 | 135 741 | 16 655 799 |
2012 | 95 | 22 304 | 140 813 | 16 730 348 |
2013 | 109 | 23 296 | 141 245 | 16 779 575 |
2014 | 136 | 24 279 | 139 223 | 16 829 289 |
2015 | 122 | 24 593 | 147 134 | 16 900 726 |
2016 | 99 | 24 548 | 148 997 | 16 979 120 |
2017 | 134 | 24 439 | 150 214 | 17 081 507 |
2018 | 102 | 25 052 | 153 363 | 17 181 084 |
2019 | 125 | 25 157 | 151 885 | 17 282 163 |
2020 | 25 987 | 17 407 585 | ||
1)Het aantal overledenen in Saba en Sint Eustatius ontbreekt |
3.2 Uitkomsten
Het startpunt van de berekening van de levensverwachting in Caribisch Nederland is het uitrekenen van een verkorte overlevingstafel met als bovengrens de leeftijd van 85 jaar. Dit geeft een fluctuerende levensverwachting bij geboorte (zie de donkerblauwe lijn in grafiek 3.2.1). In 2001 en in een aantal jaren vanaf 2012 ligt de levensverwachting bij geboorte in Caribisch Nederland hoger dan in Nederland.
Vervolgens worden de sterftekansen voor de leeftijdsgroepen onder de 55 jaar vervangen door de leeftijdsspecifieke sterftekansen (inclusief een tijdsontwikkeling) over de hele periode. Op deze manier worden de sterftekansen uitgemiddeld. Deze kunnen anders in de ene leeftijdsgroep heel hoog zijn doordat er iemand is overleden en in een andere leeftijdsgroep juist gelijk aan nul omdat er niemand in die leeftijdsgroep is overleden. Deze aanpassing geeft echter nog steeds een fluctuerend beeld van de levensverwachting bij geboorte (zie de lichtgroene lijn in grafiek 3.2.1).
De volgende stap is het toepassen van een Poisson-regressie op de sterftekansen. Hierbij worden de leeftijdsgroepen als factoren behandeld, terwijl de jaren een derdegraads polynoom vormen. Op deze manier worden de sterftekansen per leeftijdsgroep gemiddeld over de jaren, maar wordt er wel rekening gehouden met een toename of afname over de tijd. Het resultaat is een gladde levensverwachting bij geboorte (zie de donkergroene lijn in grafiek 3.2.1).
Als laatste stap worden de sterftekansen voor vijfjaarsleeftijdsgroepen omgerekend naar 1-jaarsleeftijden. Dit wordt gedaan omdat voor Nederland de berekening van een verkorte overlevingstafel bij de levensverwachting bij geboorte een onderschatting geeft van gemiddeld een half jaar ten opzichte van de berekening van een volledige overlevingstafel. Dit komt doordat de sterftekansen binnen de vijfjaarsleeftijdsgroepen in een verkorte overlevingstafel als constant worden verondersteld, terwijl ze dat natuurlijk niet zijn: hoe ouder iemand wordt, hoe hoger de sterftekans. Door terug te rekenen van vijfjaarsleeftijdsgroepen naar 1-jaarsgroepen en met behulp van de levenden uit deze tafelbevolking de werkelijke vijfjaarssterftekansen uit te rekenen, wordt deze fout grotendeels gecorrigeerd (zie de oranje lijn in grafiek 3.2.1).
Europees Nederland (jaren) | Caribisch Nederland, startpunt (jaren) | Caribisch Nederland, gecorrigeerd (jaren) | Caribisch Nederland, modeluitkomsten (jaren) | Caribisch Nederland, definitief (jaren) | |
---|---|---|---|---|---|
1998 | 78 | 76,7 | 77,1 | 77,7 | 78,3 |
1999 | 78 | 76 | 76,2 | 77,1 | 77,6 |
2000 | 78,1 | 74,3 | 75,6 | 76,6 | 77,2 |
2001 | 78,3 | 80,3 | 79,4 | 76,3 | 76,9 |
2002 | 78,4 | 77,4 | 75,8 | 76,2 | 76,8 |
2003 | 78,7 | 76,4 | 75,7 | 76,2 | 76,8 |
2004 | 79,2 | 75,1 | 75,2 | 76,3 | 76,9 |
2005 | 79,5 | 77,3 | 78 | 76,5 | 77,1 |
2006 | 79,8 | 78,1 | 79,2 | 76,8 | 77,4 |
2007 | 80,2 | 75,5 | 76,3 | 77,2 | 77,8 |
2008 | 80,4 | 78,5 | 78,4 | 77,6 | 78,2 |
2009 | 80,7 | 79,1 | 78,3 | 78,1 | 78,7 |
2010 | 80,8 | 77,7 | 78,4 | 78,6 | 79,2 |
2011 | 81,1 | 77,4 | 78 | 79,1 | 79,7 |
2012 | 81 | 82,1 | 81,5 | 79,7 | 80,2 |
2013 | 81,3 | 81,4 | 81,5 | 80,2 | 80,7 |
2014 | 81,6 | 79,3 | 80 | 80,8 | 81,3 |
2015 | 81,5 | 80,9 | 80,7 | 81,3 | 81,7 |
2016 | 81,5 | 83,9 | 83,9 | 81,7 | 82,2 |
2017 | 81,7 | 80,9 | 80,7 | 82,2 | 82,6 |
2018 | 81,8 | 84,6 | 84,2 | 82,5 | 82,9 |
2019 | 82 | 82,2 | 81,2 | 82,8 | 83,2 |
Wat opvalt aan de levensverwachting bij geboorte is dat met name in de periode 2002-2012 de levensverwachting in Europees Nederland hoger ligt dan in Caribisch Nederland. In de periode erna en vooral na 2015 lijkt de levensverwachting in Caribisch Nederland meer toe te nemen dan in Europees Nederland. In Europees Nederland nam de levensverwachting in de periode 2002-2012 sterker toe dan gemiddeld. Na 2012 zette deze trend niet door (Stoeldraijer, 2020).
3.3 Onzekerheidsmarges
Met behulp van de berekende sterftekansen, de waargenomen bevolkingsaantallen en de methode in Silcocks, Jenner en Reza (2001) kunnen onzekerheidsmarges worden berekend rond de levensverwachting bij geboorte en op iedere leeftijd. De onzekerheidsmarges geven de bandbreedte weer waarbinnen de jaar-op-jaarvariatie in de levensverwachting naar alle waarschijnlijkheid zal liggen.
In grafiek 3.3.1 wordt de levensverwachting op de 65e verjaardag weergegeven met de onzekerheidsmarge rondom de levensverwachting van Caribisch Nederland. Wat opvalt is dat de levensverwachting op de 65e verjaardag in het Europese deel van Nederland volledig binnen de marge valt van de levensverwachting op de 65e verjaardag in Caribisch Nederland. Hieruit kan worden opgemaakt dat de levensverwachting op de 65e verjaardag in Caribisch Nederland niet significant verschilt van de levensverwachting op de 65e verjaardag in het Europese deel van Nederland. Gemiddeld over de hele periode lag de levensverwachting op de 65e verjaardag in Caribisch Nederland 0,3 jaar onder de levensverwachting op de 65e verjaardag in Nederland.