Kwaliteitsrapport Bijstandsdebiteuren- en boetestatistiek (BDBS)

2. Beschrijving van de statistiek

2.1. Algemeen

De Bijstandsdebiteuren- en fraudestatistiek (BDFS) geeft inzicht in het aantal bijstandsvorderingen in Nederland en de bedragen die hiermee gemoeid zijn.
Met ingang van 1 januari 2013 is het sanctiebeleid bij schending van de inlichtingenplicht in de Wet werk en bijstand (WWB) aangescherpt1). Voor het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en gemeenten geldt nu hetzelfde sanctiebeleid. Gemeenten zijn verplicht een boete op te leggen als een uitkeringsgerechtigde de informatieverplichting niet nakomt2). Omdat dit als schending van de vorderingscomponent worden gemaakt. Meer informatie over o.a. het verwerkingsproces en de kwaliteit van de BDFS is te vinden in de zogeheten Korte onderzoeksbeschrijving.

2.2. Wet- en regelgeving

In de CBS-Wet, artikel 33, staat vermeld dat overheidsinstanties hun registraties moeten leveren aan het CBS indien zij deze nodig heeft voor het maken van haar statistieken. Op deze manier worden registratiegegevens omtrent de BDFS- statistiek verkregen.

2.3. Statistische eenheid

Onderwerp van meting

Onderwerp van de Bijstandsdebiteuren- en fraudestatistiek is het aantal bijstands-vorderingen. In de praktijk is gebleken dat het aantal bijstandsvorderingen vaak wordt verward met het aantal personen met een bijstandsvordering. Er is echter een belangrijk verschil: bij een deel van de vorderingen zijn er twee personen hoofdelijk aansprakelijk. Dat geldt in het geval van een uitkering aan een (echt)paar. Ook kunnen personen meerdere vorderingen hebben.

Meetmethodiek

De maandcijfers over het aantal vorderingen zijn gebaseerd op schulden die zijn ontstaan ten gevolge van algemene en bijzondere bijstand (inclusief de aanvullende inkomensvoorziening ouderen – AIO), de Wet werk en bijstand (WWB; algemeen en bijzonder), de Wet investeren in jongeren (WIJ), het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK), de Algemene bijstandswet (ABW) en de Rijksgroepsregeling Werkloze Werknemers (RWW) zoals die in de desbetreffende maand zijn verstrekt en als zodanig zijn geregistreerd in de administraties van gemeenten, de SVB en andere berichtgevers. Deze methodiek wordt ook wel kort aangeduid als registratie-methodiek.

2.4. Populatie

Voor de statistiek van de BDFS wordt de populatie gevormd door het aantal bijstandsvorderingen. De bijstandsvorderingen hebben betrekking op de ontstane schuld in het kader van de Participatiewet en andere bijstandsgerelateerde uitkeringen.

2.5. Variabelen

Het aantal openstaande vorderingen wordt in de statistiek uitgesplitst naar vorderingskenmerken. Het belangrijkste vorderingskenmerk is de ontstaansgrond. De ontstaansgrond is de oorzaak van de vordering: bijvoorbeeld schending van de inlichtingenplicht, boete, verhaal, lening, etc.

Ook vindt uitsplitsing plaats naar regio. Wanneer bijstandsvorderingen geteld worden dan is de variabele ‘Regio’ de gemeente die de vordering opgelegd heeft of de regio waar deze gemeente deel van uitmaakt en is afkomstig uit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). Een persoon kan na het opgelegd krijgen van een vordering verhuizen. De vorderende gemeente is dan niet meer gelijk aan de woongemeente van de debiteur.

Meeteenheid

Bijstandsvorderingen.

2.6. Verslagperiode

Maand

2.7. Tijdreeks

Vanaf januari 2013.

2.8. Landen

Nederland.
1)Voor wetgeving zie: http://wetten.overheid.nl/BWBR0032087/geldigheidsdatum_13-11-2013
2)De informatieverplichting in de bijstand houdt in dat bijstandsontvangers veranderingen in hun persoonlijke situatie, waarvan zij redelijkerwijs mogen aannemen dat die invloed heeft op hun uitkering, moeten doorgeven aan de uitkering verlenende instantie. Bijvoorbeeld inkomsten uit werk of samenwonen.