Auteur: Monique Sjauw
Kwaliteitsrapport Algemene Ouderdomswet Uitkeringenstatistiek (AOW)

2. Beschrijving van de statistiek

2.1. Algemeen

De AOW-uitkeringenstatistiek geeft inzicht in het aantal uitkeringen en het aantal personen met een uitkering in het kader van de Algemene Ouderdomswet.

De AOW is een algemene, voor de gehele bevolking geldende, verplichte verzekering die personen met de AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd) een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.

In principe is iedereen die nog niet de AOW-leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW. Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten of hebben verricht waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd. Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich vrijwillig verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering.

Iemand heeft recht op een volledige AOW-uitkering als hij/zij verzekerd was geweest tussen de startleeftijd van de AOW-verzekering en de AOW-leeftijd. De startleeftijd is gekoppeld aan de AOW-leeftijd. Tot 2013 was de AOW-leeftijd 65 jaar en de startleeftijd 15 jaar. Vanaf 2013 wordt de AOW-leeftijd jaarlijks gewijzigd en hierdoor verandert ook de startleeftijd. In 2013 was de AOW-leeftijd 65 jaar en één maand, de startleeftijd was toen 15 jaar en één maand. De jaren tussen de startleeftijd van de AOW-verzekering en de AOW-leeftijd waarin niet in Nederland is gewoond en/of de premie AOW niet is betaald, leiden tot een korting op de uitkering van 2% per jaar.

De AOW-uitkeringen worden afgeleid van het netto minimumloon. Voor alleenstaanden, alleenstaande ouders en gehuwden/samenwonenden gelden verschillende bedragen. Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt. Deze statistiek is inclusief de personen met een AOW-uitkering in het buitenland.

Met ingang van het verslagjaar 2013 is in de AOW-uitkeringenstatistiek een aantal belangrijke wijzigingen doorgevoerd. Het gaat om de volgende zaken: meer nadruk in publicaties op personen met een AOW-uitkering in plaats van AOW-uitkeringen verstrekt aan personen, aanpassing van de meetmethodiek, introductie van een raming voor de meest recente cijfers en aanpassing van de leeftijdscategorieën als gevolg van de nieuwe AOW-leeftijd vanaf 2013.

Het verwerkingsproces en de kwaliteit van de AOW-statistiek worden ook in het kort beschreven in de zogeheten korte onderzoeksbeschrijving:

Korte onderzoeksbeschrijving Algemene Ouderdomswet uitkeringenstatistiek

2.2. Wet- en regelgeving

In de CBS-Wet staat vermeld dat overheidsinstanties hun registraties moeten leveren aan het CBS indien zij deze nodig heeft voor het maken van haar statistieken. Op basis van deze wet worden registratiegegevens omtrent AOW-uitkeringen verkregen van de Sociale Verzekeringsbank (SVB).

In de gegevensleveringsafspraak tussen het CBS en de SVB is beschreven dat het CBS op reguliere wijze informatie van de SVB ontvangt over uitkeringen in het kader van onder meer de Algemene Ouderdomswet.

2.3. Statistische eenheid

Onderwerp van meting

Uitkeringen verstrekt in het kader van de Algemene Ouderdomswet, en de personen aan wie deze zijn verstrekt.

Meetmethodiek

Maandcijfers over uitkeringen worden gebaseerd op het aantal AOW-uitkeringen zoals die in de desbetreffende maand zijn verstrekt en als zodanig zijn geregistreerd in de administratie van de SVB. Deze methodiek wordt ook wel kort aangeduid als registratie-methodiek.

De gemeten uitkeringen zijn inclusief nul-uitkeringen. Nul-uitkeringen zijn uitkeringen die niet tot uitbetaling komen, onder andere door verrekeningen van te veel betaalde uitkeringen, boetes en of maatregelen. Deze leiden niet altijd tot een nul-uitkering maar kunnen ook leiden tot een lagere uitkering dan oorspronkelijk werd vastgesteld.

2.4. Populatie

Voor de statistiek over het aantal personen met een AOW-uitkering wordt de populatie gevormd door personen die, als gevolg van het bereiken van de AOW-leeftijd, aan het eind van de verslagperiode een AOW-uitkering ontvingen.

2.5. Variabelen

De teleenheid personen wordt in de statistiek uitgesplitst naar persoonskenmerken van de ontvangers. De persoonskenmerken zijn geslacht, leeftijd en migratieachtergrond en zijn afkomstig uit de Basisregistratie Personen (BRP).

2.6. Meeteenheid

Aantal personen en aantal AOW-uitkeringen in het kader van de Algemene Ouderdomswet.

2.7. Verslagperiode

Maand.

2.8. Tijdreeks

Vanaf januari 2013.

2.9. Landen

Nederland en buitenland.

Nederland is inclusief de personen met een AOW-uitkering van wie de woon- of verblijfplaats in Nederland onbekend is. Aangezien er ook de regionale categorie onbekend is, is Nederland gelijk aan de optelling van alle regionale categorieën. Een uitkering kan binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU) naar het buitenland worden overgemaakt. Onder buitenland vallen landen uit de Europese Unie (EU), de Europese Economische Ruimte (EER) en verdragslanden. Alle personen met een AOW-uitkering, ongeacht woonland, worden geteld en meegenomen in het totaal. Bij het totaal aantal personen worden de personen in Nederland en buitenland bij elkaar opgeteld.