1. Inleiding
De Consumentenprijsindex (CPI) en de Europese Geharmoniseerde Consumentenprijsindex (HICP) meten maandelijks de prijsontwikkeling van goederen en diensten die consumenten aanschaffen. De inflatie wordt afgeleid als de jaar-op-jaar verandering van de CPI. Energie omvat de ECOICOP-groepen 4.5.1 (elektriciteit), 4.5.2 (gas) en 4.5.5 (stadsverwarming). Elektriciteit en gas hadden in 2022 een aandeel van respectievelijk 2,6 en 3,0 procent in de gehele CPI. Stadsverwarming laten we in dit artikel buiten beschouwing.
Voor de berekening van de CPI-energie werden tot en met de verslagmaand mei 2023 elke maand prijzen opgevraagd bij de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Dit betreft een steekproef van energiecontracten die in die maand nieuw afgesloten zijn. Lange tijd gaf deze methode een goed beeld van de prijsontwikkeling van de energiemarkt. De methode is impliciet goedgekeurd door het Europese statistiekbureau Eurostat zoals blijkt uit de compliance monitoring van Eurostat Report 2021, waarin energie niet als aandachtspunt is aangemerkt, zie Eurostat (2023). De waarneming bij ACM was efficiënt en voldoet ook aan het principe dat de overheid niet twee keer hetzelfde moet uitvragen.
Met de grote prijsstijgingen van energieproducten vanaf medio 2021 gaf de prijsontwikkeling van alleen nieuw afgesloten contracten echter een minder representatief beeld van de gehele markt. Ongeveer de helft van de consumenten had op dat moment een langlopend contract met constante prijzen. Ook betaalden veel consumenten met eerder afgesloten variabele contracten lagere tarieven dan consumenten die een variabel contract nieuw afsluiten. Omdat de voormalige methode bij een volatiele markt geen volledig beeld geeft over het geheel van alle transacties is gezocht naar aanvullende gegevens. Met een aantal energiemaatschappijen is overeengekomen dat ze overzichten van contractgegevens van consumenten leveren aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Deze data geeft een volledig overzicht van alle tarieven van alle klanten van de data leverende maatschappijen. De waarneming is hiermee enorm verbreed.
De beschikbaarheid van de nieuwe databronnen maakt het mogelijk om nieuwe methoden toe te passen die in het bijzonder bedoeld zijn voor gedetailleerde data. Deze zijn door het CBS ingevoerd van de verslagmaand juni 2023. Voor de CPI en de HICP wordt dezelfde methode toegepast. Wanneer in het vervolg gesproken wordt over CPI wordt tevens de HICP bedoeld.
Het doel van dit rapport is om de gekozen methode uit te leggen. Bovendien worden enkele resultaten gegeven van het onderzoek dat is uitgevoerd om deze methode te kiezen. De opbouw is als volgt. Hoofdstuk 2 beschrijft de nieuwe data. Hoofdstuk 3 legt de nieuwe methode uit. Illustraties van uitkomsten staan in de bijlage (hoofdstuk 5).