1. Inleiding
Dit rapport beschrijft de methode die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gebruikt om de woningmarktontwikkelingen rondom het Groningenveld te onderzoeken. Het inleidend hoofdstuk gaat in op de achtergrond van het onderzoek en de opzet van het rapport.
De aardbevingen die ontstaan door de gaswinning in het Groningenveld hebben mogelijk invloed op de omliggende woningmarkt. Om hier meer inzicht in te krijgen, heeft de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gevraagd onderzoek uit te voeren naar de woningmarktontwikkelingen rondom het Groningenveld. De achtergrond en de uitkomsten van dit onderzoek worden beschreven in een dashboard en de rapportenreeks Woningmarktontwikkelingen rondom het Groningenveld. Het eerste rapport verscheen in december 2015. Sindsdien verschijnen regelmatig nieuwe publicaties, waarin de onderzoeksperiode telkens wordt verlengd.
Dit methoderapport behandelt de methode die is gebruikt vanaf de rapportage die de periode tot en met het tweede kwartaal van 2022 beschrijft. Op de punten waar de in dit rapport beschreven methode afwijkt van eerder toegepast methoden, wordt dit benoemd.
Het doel van dit onderzoek is om inzicht te geven in de ontwikkelingen op de woningmarkt in het aardbevingsgebied rondom het Groningenveld. Dit wordt gedaan door de woningmarkt van gebieden zonder (referentiegebied) en met meer en minder schade (risicogebied) door aardbevingen te vergelijken. De hiervoor gehanteerde gebiedsindeling komt in hoofdstuk 2 aan bod.
De verschillende gebieden worden op zes kernindicatoren vergeleken die een beeld geven van de ontwikkeling van de woningmarkt. Deze kernindicatoren zijn het aandeel verkochte en te koop staande woningen, de verkoopduur, de te koopduur, de verhouding tussen vraagprijs en verkoopprijs en prijsontwikkelingen. Hoofdstuk 3 bespreekt deze indicatoren.
Om een vollediger beeld te schetsen van de woningmarktontwikkelingen rondom het Groningenveld is daarnaast een aantal aanvullende analyses uitgevoerd waarbij de ontwikkelingen van de WOZ-waarde en de verhuisbewegingen worden onderzocht. Deze analyses komen in hoofdstuk 4 aan bod.
In dit onderzoek is gekozen om het risicogebied te definiëren als buurten met gehonoreerde schademeldingen. Er is echter ook verkend of de gebiedsindeling sterk zou verschillen wanneer deze zou worden gebaseerd op de historische aanwezigheid van aardbevingen. Hoofdstuk 5 beschrijft deze verkenning.