Toerismerekeningen gemeente Amsterdam, 2017-2019*

1. Inleiding

Toerisme is de afgelopen jaren wereldwijd sterk gegroeid. Volgens het UNWTO (2019) groeide het toerisme, gemeten in het aantal overnachtingen, in 2019 met bijna 4 procent. De groei van het afgelopen decennium wordt veelal gelinkt aan de toegenomen mondiale welvaart. Het heeft er echter ook mee te maken dat reizen makkelijker, sneller en goedkoper is geworden, dat men dankzij tv en internet een groter bewustzijn heeft gekregen van reisbestemmingen en mogelijkheden én dat, gemiddeld gezien, mensen simpelweg meer vrije tijd hebben (UNWTO, 2019).

Deze trend was de afgelopen jaren ook duidelijk zichtbaar in Nederland. Met name buitenlandse gasten leken ons land steeds meer te ontdekken. Door de groei is het toerisme een substantiële sector geworden binnen de Nederlandse economie. In 2018 maakte de toerismesector 4,4 procent uit van het totale BBP2). Volgens de prognoses van NBTC zou het aantal inkomende verblijfsbezoekers van 2017 tot 2030 met 60% kunnen groeien, van 17,9 miljoen naar 28,7 miljoen. De vooruitzichten voor het toerisme in Nederland waren, tot voor kort, ook zeer gunstig voor 2020, vanwege onder andere het naderende Eurovisie Songfestival en de Grand Prix van Zandvoort. Hierbij werd een groot aantal internationale gasten verwacht. Dat blijkt nu helaas allemaal achterhaald: De coronacrisis en de bijbehorende reisbeperkingen laten zien dat met het gedeeltelijk wegvallen van het toerisme ook een gewichtig deel van onze economie wordt geraakt.

Vanwege dat steeds groter wordende belang en dus ook de afhankelijkheid van de toeristische sector, maakt het CBS al sinds 2010 de satellietrekening toerisme (SRT) in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het doel van de SRT is een kwantitatieve beschrijving geven van toerisme in aansluiting op de nationale rekeningen3). De satellietrekening geeft jaarlijks inzicht in de toegevoegde waarde en de werkgelegenheid die samenhangen met toerisme op nationaal niveau.

De omvang en het karakter van toerisme verschillen zeer van regio tot regio. In sommige regio’s wordt de toeristische druk te hoog bevonden, met negatieve externaliteiten4) zoals verdringing op de huizenmarkt tot gevolg. Andere regio’s staan juist te springen om meer toeristen te mogen verwelkomen. Het spreiden van internationale gasten is daarom één van de belangrijkste pijlers in het toerismebeleid. Om zo’n passend beleid mogelijk te maken, zijn ook passende cijfers nodig. De roep naar regionale toerismecijfers wordt daarom steeds luider.

Sinds dit jaar is er vanuit het CBS gehoor gegeven aan die vraag. Vanuit het Data Development Lab, heeft het CBS in samenwerking met NBTC en CELTH een methode geconstrueerd waarbij de nationale toerismerekeningen worden gecombineerd met de regionale rekeningen van het CBS en een scala aan andere toeristische databronnen. Op deze manier is een verdeling van economische indicatoren van toerisme over de provincies tot stand gekomen. De provincie Gelderland is hierbij als pilot genomen en in het onderzoek verder uitgelicht. Voor deze provincie is de methode doorgerekend en geanalyseerd.

De ontwikkeling van deze methode stelde het CBS ook in de gelegenheid om het toerisme in de gemeente Amsterdam verder onder de loep te nemen. Er is de afgelopen jaren al veel onderzoek gedaan naar de toeristische sector in Amsterdam. Deze rapporten zijn opgesteld door de gemeente Amsterdam zelf (OIS) en in opdracht van de gemeente Amsterdam (door bijvoorbeeld SEO Economisch Onderzoek). Veel van deze onderzoeken richtten zich alleen op de algemene toeristische sector, zoals de horeca, of duidden resultaten aan in aantallen bezoekers, die daadwerkelijk in Amsterdam aanwezig zijn.

Dit rapport heeft als doelstelling de toeristische bestedingen bij Amsterdamse bedrijven uit te drukken in duidelijke economische kerncijfers, zoals het BBP en de werkgelegenheid, voor de jaren 2017, 2018 en 20195). Doordat de raming wordt opgebouwd uit de nationale toerismerekeningen kunnen de resultaten voor Amsterdam ook gebenchmarkt worden met het nationale niveau en in de toekomst6) andere Nederlandse regio’s. Tevens sluiten de nationale toerismerekeningen weer aan op de nationale rekeningen. Dit heeft als voordeel dat het toeristische BBP ook goed te analyseren is in het perspectief van het totale BBP. Hiermee kan het belang en de eventuele kwetsbaarheid van een sector beter in beeld gebracht worden. Er wordt gewerkt volgens internationale richtlijnen, waardoor de resultaten ook te vergelijken zijn met andere landen. Daarnaast wordt er binnen de nationale rekeningen veel waarde gehecht aan de volgtijdelijke vergelijkbaarheid van de cijfers. Dat houdt in dat resultaten over jaren heen goed met elkaar te vergelijken zijn en dat hier zuivere ontwikkelingen uit afgeleid kunnen worden.

1.1 Leeswijzer

Dit rapport zal allereerst de belangrijkste definities en concepten van toerisme uiteenzetten. Daarnaast worden ook de nationale rekeningen en de economische begrippen, die het fundament van de toerismerekeningen vormen, kort toegelicht. Vervolgens worden de operationalisering, de methodologie en de gebruikte bronnen behandeld. Uiteindelijk worden de resultaten en bijbehorende conclusies van Amsterdam gepresenteerd. Er wordt afgesloten met enkele kanttekeningen en aanbevelingen.

2) Bruto Binnenlands Product. Dit wordt verder toegelicht in hoofdstuk 2.
3) Een samenhangend systeem van macro-economische statistieken. Dit zal verder worden toegelicht in hoofdstuk 2.
4) Onbedoelde effecten van productie of consumptie.
5) 2019 is een voorlopig cijfer. In september 2021 worden deze cijfers definitief.
6) Afhankelijk van wat er nog aanbesteed en geanalyseerd gaat worden.