Welke gegevens lever ik aan het CBS als identificatiegegevens voor de ‘ingezoomde’ Barometer?

Om de Barometer Culturele Diversiteit voor organisaties uit te kunnen voeren moet het CBS het herkomstland bepalen voor de werknemers van de deelnemende organisaties. Hiervoor moet het CBS gegevens aan elkaar koppelen. Organisaties die deelnemen aan de ‘ingezoomde’ variant van de Barometer moeten daarom zogenaamde identificatiegegevens aan het CBS aanleveren. Meer specifiek moet de organisatie per werknemer de combinatie van de volgende identificatiegegevens aanleveren:

  • geboortejaar,
  • geboortemaand,
  • geboortedag,
  • geslacht,
  • postcode (6 digits),
  • huisnummer,
  • huisnummertoevoeging,
  • peildatum.

Na ontvangst worden de direct identificerende gegevens door het CBS verwijderd en vervangen door een betekenisloos pseudoniem. Op basis hiervan kan uit andere, eveneens gepseudonimiseerde, gegevens het herkomstland bepaald worden. Werknemers die in het buitenland wonen kunnen niet geïdentificeerd worden op basis van deze identificatiegegevens. Dit kan tot vertekening van de uitkomsten leiden.

Overheidsorganisaties die een grondslag hebben om BSN’s (burgerservicenummers) te leveren aan het CBS, kunnen ook kiezen voor BSN in plaats van bovengenoemde identificatiegegevens. BSN heeft als voordeel dat dit doorgaans tot nauwkeurigere identificatie leidt dan bovenstaande identificatiegegevens. Als indicatie: eerder bleek in het geval van BSN’s hooguit 0,1% van de werknemers niet te identificeren in CBS-registers, tegenover hooguit 5% in het geval van de andere identificatiegegevens. Het is aan de organisatie om hierover een afweging te maken. Hierbij is een organisatie verantwoordelijk voor een rechtmatige gegevenslevering aan het CBS en transparantie hierover richting hun werknemers.