Bedrijven

De populatie bestaat uit alle geregistreerde bedrijven (bedrijfseenheden) in Nederland inclusief eenmanszaken en zelfstandigen. Hierbij is het Algemeen Bedrijven Register (ABR) als uitgangspunt genomen. Het CBS gaat hierbij uit van bedrijfseenheden (BE’s). Het aantal bedrijfseenheden is niet per definitie hetzelfde als het aantal bedrijven; bedrijven kunnen bijvoorbeeld om juridische redenen meerdere BE’s hebben. Een bedrijf bestaat uit een of meer juridische eenheden. Een juridische eenheid kan zelf weer uit een of meer vestigingen bestaan. Kenmerkend is dat er autonomie is over beslissingen met betrekking tot de productie binnen deze (samengestelde) entiteit. In de officiële CBS-terminologie wordt het bedrijf zoals hier gedefinieerd bedrijfseenheid (BE) genoemd.

De bedrijfsinformatie in VESDI behorend bij BE’s bestaat uit:

  • Gegevens over het tijdstip van het ontstaan en eventuele opheffing van de BE
  • De standaard bedrijfsindeling (SBI).
  • De grootteklasse waar de BE op basis van het aantal werkzame personen in valt.
  • De rechtsvorm van de BE.
  • Omzetgegevens van bedrijven in de sectoren van handel en transport.
  • De postcode behorend bij de hoofdlocatie.

Daarnaast is informatie over lokale bedrijfseenheden (LBE's) en bedrijfsvestigingen meegenomen. Voor ieder bedrijf uit het ABR is informatie opgenomen over bedrijfsvestigingen. Eén LBE is de verzameling van alle vestigingen van een bedrijfseenheid (BE) met één en dezelfde postcode. Dit is dus niet per definitie het totaal aantal vestigingen van een bedrijf. De locatie van de LBE is beschikbaar, evenals informatie over de datum waarop de LBE is ontstaan (en eventueel is opgeheven), de actuele code voor de economische activiteit van de lokale bedrijfseenheid volgens de standaard bedrijfsindeling en de grootteklasse op basis van het aantal werkzame personen van de LBE. Voor de bedrijfsvestingen zijn dezelfde gegevens beschikbaar.

Ook bedrijven zonder eigen voertuigen zijn opgenomen in de bedrijvencomponent. Bedrijfsinformatie over zowel de eigenaar als de hoofdgebruiker van een voertuig is beschikbaar. Hiervoor zijn een aantal specifieke afleidingen ontwikkeld:

  • De grootte van het actieve wagenpark aan bedrijfsvoertuigen (vrachtauto’s, bestelauto’s, trekkers voor opleggers en speciale voertuigen) in gebruik bij de BE als hoofdgebruiker in het verslagjaar.
  • Aantal actieve vrachtauto's in gebruik bij BE (als hoofdgebruiker in het verslagjaar).
  • Aantal actieve bestelauto's in gebruik bij BE (als hoofdgebruiker in het verslagjaar) en een hulpvariabele die aangeeft of de BE wel of niet actieve bedrijfsvoertuigen in gebruik heeft als hoofdgebruiker.

De grootte van het wagenpark kan worden gebruikt om een alternatieve bedrijfsindeling in grootteklassen te maken.