Waar komt onze energie vandaan?

Naast aardolieproducten en steenkool was in de afgelopen decennia vooral het binnenlandse aardgas essentieel voor de energiehuishouding van Nederland. Hoewel dit aardgas veel welvaart met zich meebracht, is de gaswinning uit het Groningenveld sinds 2014 flink teruggeschroefd vanwege de aardbevingen. In oktober 2023 werd praktisch geen gas meer gewonnen, en in april 2024 werd het veld definitief gesloten. Hierdoor is een groot gedeelte van de bekende Nederlandse gasreserves effectief niet meer winbaar, wat de afhankelijkheid van andere energiebronnen vergroot.
Nederland heeft zich gecommitteerd aan het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015, met als doel de CO2-uitstoot te verminderen. Om dit te bereiken, zet Nederland steeds meer in op hernieuwbare energiebronnen zoals wind- en zonne-energie. Deze transitie draagt niet alleen bij aan een duurzamer energiesysteem, maar helpt ook de afhankelijkheid van fossiele energie en energie-import te verkleinen.
De energierekeningen
Het CBS stelt jaarlijks de rekeningen over energievoorraden en energiestromen op als onderdeel van de Milieurekeningen. Deze rekeningen tonen het aanbod en gebruik van alle soorten energie, en kwantificeren de energiereserves (voorraden) van fossiele energiebronnen zoals olie en gas.
De stroomrekeningen laten zien hoeveel energie Nederland binnenkomt (door winning en import), hoeveel er in de economie wordt gebruikt (door productie en verbruik), en hoeveel weer het land verlaat (door export en netto verbruik). De energie wordt opgesplitst naar verschillende soorten (zoals fossiele en niet-fossiele energie) en naar de verschillende gebruikers, zoals bedrijven en huishoudens. Deze stromen zijn weergegeven in een stroomdiagram op het Compendium voor de Leefomgeving (clo.nl).
Het kwantificeren (berekenen) van de stromen gebeurt volgens de internationale richtlijnen voor de milieurekeningen, specifiek de SEEA-Energy. De stroomrekeningen zijn gebaseerd op de fysieke energiebalans, die is aangepast om overeen te komen met de classificaties en definities van de nationale rekeningen. Hierdoor kunnen de cijfers direct worden vergeleken met economische indicatoren, zoals productie of bbp. Dit maakt het mogelijk om bijvoorbeeld te zien hoe efficiënt energie wordt verbruikt of hoe energie-intensief een bepaalde sector is. Zo kunnen we ook constateren dat de energie-intensiteit voor de meeste sectoren al jaren afneemt.
De gegevens van de energiestroomrekeningen worden onder meer gebruikt in de materiaalstroomrekeningen en de Materiaalmonitor.
2022* (TJ per euro) | 2014 (TJ per euro) | |
---|---|---|
Energievoorziening | 29,18138375 | 45,62089854 |
Waterbedrijven en afvalbeheer | 13,48267994 | 12,9075183 |
Industrie | 11,83675498 | 17,98407275 |
Landbouw, bosbouw en visserij | 9,400191283 | 13,61801242 |
Vervoer en opslag | 9,383575567 | 10,96735838 |
Delfstoffenwinning | 5,745227606 | 18,39856782 |
Diensten en overig | 0,407299889 | 0,555048394 |
Nederlandse economie | 21,16209454 | 26,13115229 |
*Voorlopige cijfers |
Minerale reserves
De voorraadrekeningen voor energie laten de begin- en eindvoorraden in een jaar zien, en hoe en waarom de voorraden veranderen. Fysieke energiereserves worden alleen gemeten voor fossiele energiebronnen (kolen, olie en gas). Deze kunnen worden gewonnen en verbruikt maar niet hernieuwd, wat leidt tot uitputting. Met het oog op toekomstige energiebehoeftes is het belangrijk om te weten wat de resterende voorraden zijn en hoe ze veranderen.
De Nederlandse fossiele reserves bestaan uit voorraden aardgas en, in mindere mate, aardolie. Sinds de sluiting van het Groningenveld in 2024 is een groot gedeelte van de bekende Nederlandse gasreserves effectief niet meer winbaar.
De winbare reserves in de kleine gasvelden op land en in zee zijn ook kleiner geworden, maar zijn nog in gebruik. De overheid wil de gasproductie in de kleine velden vooralsnog op peil houden om aan de gasvraag te voldoen, en de afhankelijkheid en voetafdruk van ingevoerd buitenlands gas beperkt te houden. Toch daalt de binnenlandse productie, met name door het beperkte aantal nieuwe vondsten, de afbouw van de gasinfrastructuur, de weerstand tegen fossiele brandstoffen in de maatschappij en bij investeerders, de energietransitie, en de toename van het wereldwijde aanbod van LNG. Naast aardgas heeft Nederland ook een aantal kleine olievelden op land en op zee. De oliereserves zijn de laatste jaren weinig veranderd.
Het CBS publiceert cijfers over de minerale reserves volgens de richtlijnen van SEEA-Energy. Het gebruikt hierbij gegevens van TNO en de jaarlijkse besluiten van het kabinet over de afbouw van winning in het Groningen gasveld.
Perioden | mld Sm� (mld Sm³) |
---|---|
2005 | 1510 |
2006 | 1439 |
2007 | 1390 |
2008 | 1364 |
2009 | 1390 |
2010 | 1304 |
2011 | 1230 |
2012 | 1130 |
2013 | 1044 |
2014 | 932 |
2015 | 940 |
2016 | 846 |
2017 | 799 |
2018 | 260 |
2019 | 181 |
2020 | 146 |
2021 | 143 |
2022 | 104 |
2023* | 78 |
Bron: CBS, TNO 1 Sm³ (Standaard m³) is 1 m³ bij een druk van 101,325 kPa en 15°C *Voorlopige cijfers |
Bronnen
- Link StatLine - Aanbod en gebruik energie; energiedragers, huishoudens en bedrijven (NR)
- Link StatLine - Aardgas- en aardoliereserves; nationale rekeningen
- Link StatLine - Energiebalans; aanbod en verbruik, sector
Relevante links
- Link Rapport - SDG 7 Betaalbare en duurzame energie
- Link Rapport - Klimaat- en energieverkenning 2024
- Link Artikel - Verdere afname winbare aardgasreserves