Hoe verhoudt de uitstoot zich tot de economische groei?
In de periode tussen 2008 en 2022 heeft Nederland groeide de Nederlandse economie met 18 procent, terwijl de uitstoot van broeikasgassen als gevolg van economische activiteiten met 19 procent afnam. Deze ontwikkeling suggereert dat economische groei niet noodzakelijkerwijs hand in hand hoeft te gaan met een stijging van de broeikasgasemissies. Dit fenomeen wordt vaak aangeduid als 'decoupling', waarbij economische groei en emissies losgekoppeld zijn geraakt.
BBP (prijsniveau 2015) (2008=100) | CO2 (2008=100) | N2O (2008=100) | CH4 (2008=100) | |
---|---|---|---|---|
2008 | 100 | 100 | 100 | 100 |
2009 | 96 | 98 | 98 | 99 |
2010 | 98 | 103 | 95 | 99 |
2011 | 99 | 97 | 93 | 96 |
2012 | 98 | 96 | 91 | 94 |
2013 | 98 | 96 | 94 | 94 |
2014 | 99 | 93 | 96 | 91 |
2015 | 101 | 96 | 98 | 92 |
2016 | 104 | 96 | 95 | 93 |
2017 | 107 | 95 | 98 | 91 |
2018 | 109 | 93 | 96 | 87 |
2019 | 111 | 92 | 94 | 88 |
2020 | 107 | 83 | 92 | 87 |
2021 | 114 | 86 | 89 | 85 |
2022* | 118 | 81 | 85 | 82 |
*Voorlopige cijfers |
Bedrijfstakken met hoogste broeikasgasemissies
In 2022 waren de sectoren met de hoogste broeikasgasemissies de luchtvaart, energiebedrijven, vervoer over water en de aardolie-industrie. Gezamenlijk waren ze verantwoordelijk voor 34 procent van de totale bedrijfsemissies, terwijl hun bijdrage aan het bruto binnenlands product (bbp) slechts 2 procent bedroeg. Tussen 2008 en 2022 zagen deze sectoren een groei in hun toegevoegde waarde, terwijl hun emissies juist afnamen.
Broeikasgas-intensiteit gedaald
Een belangrijke maatstaf om te beoordelen hoe efficiënt een economie of bedrijfstak is in termen van broeikasgasemissies, is de zogenaamde broeikasgasintensiteit. Dit wordt berekend door de totale broeikasgasuitstoot te delen door het bruto binnenlands product (bbp) van de economie of de toegevoegde waarde van een bedrijfstak. In de periode van 2008 tot 2022 is de broeikasgasintensiteit van de gehele Nederlandse economie met 25 procent gedaald.
In 2022 had de aardolie-industrie (raffinaderijen), de hoogste emissie-intensiteit. Desalniettemin is de emissie-intensiteit van deze bedrijfstak in de loop van 2008-2022 verbeterd met 62 procent. Energiebedrijven hebben in dezelfde periode hun emissie-intensiteit met 51 procent verbeterd, dankzij een afname van 28 procent in broeikasgasemissies en een toename van 48 procent in toegevoegde waarde. Bij de basismetaalindustrie zijn de emissies met 18 procent afgenomen, terwijl de toegevoegde waarde met 22 procent is gestegen, wat heeft geleid tot een verbetering van de emissie-intensiteit met 33 procent.
2022* (CO2 equivalenten per euro) | 2008 (CO2 equivalenten per euro) | |
---|---|---|
Aardolie-industrie | 5,8 | 15,1 |
Vervoer door de lucht | 3,8 | 4,3 |
Energiebedrijven | 3,7 | 7,6 |
Riolering, afvalbeheer en sanering | 3,1 | 3,5 |
Basismetaalindustrie | 2,7 | 4,1 |
Vervoer over water | 3,2 | 3,5 |
Landbouw | 2,3 | 2,8 |
Visserij | 2,2 | 1,7 |
Chemische industrie | 1,4 | 1,8 |
Delfstoffenwinning | 0,6 | 0,2 |
Papierindustrie | 0,7 | 0,8 |
Bouwmaterialenindustrie | 0,7 | 0,9 |
Vervoer over land | 0,5 | 0,6 |
Bosbouw | 0,4 | 1 |
Voedings- en genotmiddelenindustrie | 0,3 | 0,4 |
*Voorlopige cijfers |