Hoe verhoudt de uitstoot zich tot de economische groei?

In de periode tussen 2008 en 2023 groeide de Nederlandse economie met 23 procent, terwijl de uitstoot van broeikasgassen door economische activiteiten met 24 procent daalde. Deze ontwikkeling suggereert dat economische groei niet noodzakelijkerwijs hand in hand hoeft te gaan met een stijging van de broeikasgasemissies. Dit fenomeen wordt vaak aangeduid als 'decoupling', waarbij economische groei en de emissies van broeikasgassen losgekoppeld zijn geraakt.
BBP (prijsniveau 2021) (2008=100) | CO2 (2008=100) | N2O (2008=100) | CH4 (2008=100) | |
---|---|---|---|---|
2008 | 100 | 100 | 100 | 100 |
2009 | 96 | 98 | 98 | 99 |
2010 | 98 | 103 | 95 | 99 |
2011 | 99 | 97 | 93 | 96 |
2012 | 98 | 96 | 91 | 94 |
2013 | 98 | 96 | 94 | 94 |
2014 | 100 | 93 | 95 | 91 |
2015 | 102 | 96 | 98 | 92 |
2016 | 105 | 96 | 95 | 93 |
2017 | 107 | 95 | 97 | 91 |
2018 | 110 | 93 | 95 | 86 |
2019 | 112 | 92 | 94 | 88 |
2020 | 108 | 83 | 92 | 86 |
2021 | 115 | 87 | 88 | 85 |
2022 | 121 | 82 | 83 | 82 |
2023* | 121 | 75 | 81 | 81 |
*Voorlopige cijfers |
Bedrijfstakken met hoogste broeikasgasemissies
In 2023 waren de vijf sectoren met de hoogste broeikasgasemissies de energiebedrijven, de chemie, veehouderij, en de aardolie-industrie. Gezamenlijk waren ze verantwoordelijk voor 62 procent van de totale bedrijfsemissies, terwijl hun bijdrage aan het bruto binnenlands product (bbp) slechts 5 procent was. Tussen 2008 en 2023 zagen deze sectoren een groei in hun toegevoegde waarde, terwijl hun emissies juist afnamen.
Broeikasgas-intensiteit gedaald
Een belangrijke maatstaf om te beoordelen hoe efficiënt een economie of bedrijfstak is in termen van broeikasgasemissies, is de zogenaamde broeikasgasintensiteit. Dit wordt berekend door de totale broeikasgasuitstoot te delen door het bruto binnenlands product (bbp) van de economie of de toegevoegde waarde (in constante prijzen) van die economie. In de periode van 2008 tot 2023 is de broeikasgasintensiteit van de gehele Nederlandse economie met 38 procent gedaald.
In 2023 had de aardolie-industrie (raffinaderijen) de hoogste emissie-intensiteit. Desalniettemin is de emissie-intensiteit van deze bedrijfstak in de loop van 2008-2023 afgenomen met 49 procent. Energiebedrijven hebben in dezelfde periode hun emissie-intensiteit met 58 procent verminderd, dankzij een afname van 45 procent in broeikasgasemissies en een toename van 30 procent in toegevoegde waarde. Bij de basismetaalindustrie zijn de emissies met 36 procent afgenomen, terwijl de toegevoegde waarde met 12 procent is gedaald, wat heeft geleid tot een verbetering van de emissie-intensiteit met 27 procent.
2023* (CO₂ equivalenten per euro) | 2008 (CO₂ equivalenten per euro) | |
---|---|---|
Aardolie-industrie | 10,1 | 19,8 |
Energiebedrijven | 3,0 | 7,0 |
Vervoer door de lucht | 2,9 | 3,5 |
Riolering, afvalbeheer en sanering | 2,6 | 2,7 |
Basismetaalindustrie | 2,6 | 3,5 |
Vervoer over water | 2,3 | 2,4 |
Chemische industrie | 2,0 | 1,8 |
Landbouw | 1,9 | 2,6 |
Visserij | 1,8 | 1,4 |
Bouwmaterialenindustrie | 0,6 | 0,8 |
Delfstoffenwinning | 0,4 | 0,1 |
Vervoer over land | 0,4 | 0,5 |
Papierindustrie | 0,4 | 0,6 |
Bosbouw | 0,4 | 1,0 |
Voedings- en genotmiddelenindustrie | 0,3 | 0,3 |
*Voorlopige cijfers |