Onder verhaalde salarissen en sociale premies is opgenomen dat verhaalde salarissen, verhaalde premies pensioenfondsen etc. negatief als lasten worden aangemerkt. Is dit niet in strijd met de vereiste brutoverantwoording van de baten en lasten?
De hoofdregel is inderdaad bruto verantwoorden.
Lasten (als bijvoorbeeld apparaatskosten) moeten niet worden gesaldeerd met baten als rijksbijdragen, leges of onttrekkingen uit reserves. Baten die samenhangen met de uitvoering van taken behoren bruto te worden geboekt. Het salderen komt alleen in uitzonderingsgevallen voor, namelijk wanneer sprake is van correctieboekingen en kasposten.
Op het gebied van de loonadministratie doen zich enkele duidelijke voorbeelden voor van kasposten, zoals de ingehouden en afgedragen loonheffing en pensioenpremies. Bruto verantwoording zou inhouden dat de gemeente de loonheffing en het werknemersdeel van de pensioenpremies ontvangt (bate) en vervolgens betaalt (last). Hiermee zouden functietotalen en dus het rekeningtotaal ongewenst worden opgeblazen met dubbeltellingen.
Uiteraard behoren rijksbijdragen in personeelskosten (bijv in de personele uitgaven van het basisonderwijs) niet te worden gesaldeerd. Hier is ook geen sprake van verhaal, maar van een bekostigingsmethodiek.
Een minder duidelijk gebied is dat van de sociale uitkeringen die gemeenten als werkgever verstrekken maar op grond van sociale zekerheidsregelingen (gedeeltelijk) voor rekening komen van de sociale fondsen. Voorbeelden zijn loonbetalingen aan gedeeltelijk arbeidsongeschikten, aan reïntegratie"gevallen", aan mensen met zwangerschapsverlof. Hier geldt dus dat de basisuitkering eigenlijk door het sociale fonds verstrekt wordt. De gemeente wordt geacht alleen het niet-vergoede deel te verstrekken. Het wel vergoede deel loopt dus via de gemeentekas en moet dus door de gemeente als kaspost worden behandeld. Dit wordt bereikt door de bijdrage van de sociale fondsen te salderen met de totale uitkering die door de gemeenten uitbetaald worden.