Waarom maken mensen geen gebruik van sociale voorzieningen?

/ Auteur: Gerben Stolk
Dame opent een brief van de Belastingdienst
© Hollandse Hoogte / Laurens van Putten
Waarom maken mensen geen gebruik van sociale voorzieningen en toeslagen, terwijl ze er recht op hebben? Olaf Simonse van de Universiteit Leiden sprak er onlangs over tijdens een CBS-microdatamiddag voor gebruikers. Zijn promotieonderzoek naar niet-gebruikte sociale voorzieningen en toeslagen leverde interessante resultaten op. Voor het vervolgonderzoek maakt Simonse gebruik van CBS-microdata.

Sociale voorzieningen

Olaf Simonse studeerde econometrie aan Tilburg University. Na een loopbaan bij IBM Global Services maakte hij de overstap naar het ministerie van Financiën. Daar hielp hij met het opzetten van het platform ‘Wijzer in geldzaken’ en werkte hij als programmamanager aan de hersteloperatie van de toeslagenaffaire. Als onderzoeker is Simonse momenteel verbonden aan het Kenniscentrum Psychologie en Economisch gedrag van de Universiteit Leiden. Zijn aandachtsveld: niet-gebruikte sociale voorzieningen, waaronder toeslagen. Simonse: ‘Het doel van sociale voorzieningen is dat mensen die tijdelijk of langere tijd niet of niet volledig in hun levensonderhoud kunnen voorzien een inkomen krijgen van een overheid. Zo kent de landelijke overheid de zorgtoeslag, kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget. Toch vraagt niet iedereen deze toeslagen aan. Een belangrijke reden is dat sommige mensen denken er niet voor in aanmerking te komen.’

Terugvordering een drempel

Tijdens zijn promotieonderzoek, naar financiële stress en het niet-gebruik van sociale voorzieningen, ontdekte Simonse nog een andere oorzaak. ‘In interviews vertelden mensen me bang te zijn een schuld op te bouwen. Een toeslag is een voorschot dat je ontvangt op basis van een inschatting van je inkomen. Een jaar later, na de belastingaangifte over het voorgaande jaar, wordt bekeken of je genoeg, te weinig of te veel hebt gekregen. Van de 8 miljoen toekenningen per jaar blijkt bij 2,3 miljoen sprake te zijn geweest van een te hoge toeslag. De ontvanger moet het te veel ontvangen geld terugbetalen. Soms is het een klein bedrag, soms een hoog bedrag. Sommige mensen zien hier tegenop; het vormt een psychologische drempel om een voorziening aan te vragen. Mensen vertelden me ooit een flinke terugvordering te hebben gekregen en sindsdien geen toeslagen meer te willen – zelfs niet als ze die echt nodig hebben. Hun ervaring gaat ook gepaard met onbegrip en wantrouwen tegen de overheid.’

Zorgtoeslag

Op de bevinding uit zijn proefschrift – hij verwacht dit jaar te promoveren – wil Simonse voortborduren. Hij zegt: ‘Het resultaat van het onderzoek dat ik onlangs heb gedaan, is gebaseerd op interviews met een beperkt aantal mensen en een lab-experiment. Nu wil ik gaan werken met data van het CBS over honderdduizenden mensen. Ik richt me op de zorgtoeslag. De onderzoeksvraag: als mensen in jaar X een terugvordering hebben gekregen bij één van de toeslagen, vragen ze dan in de jaren erna wel of niet een zorgtoeslag aan?’

Selecteren en uitsluiten

Het komend onderzoek van Simonse is volledig gebaseerd op data van het CBS. Die gebruikt hij op drie terreinen. ‘Allereerst om mensen te selecteren die recht hebben op zorgtoeslag. De criteria daarvoor zijn dat je minstens 18 jaar bent en maximaal een bepaald inkomen en vermogen hebt. Andere gegevens van het CBS zijn bedoeld om mensen van het onderzoek uit te sluiten. Het gaat om categorieën die op basis van de criteria weliswaar recht zouden hebben op zorgtoeslag, maar die om bepaalde redenen toch niet krijgen. Denk aan mensen die de premie voor de zorgverzekering niet betalen. Het CBS heeft een overzicht van deze groep. Een ander voorbeeld zijn Nederlanders die in het buitenland werken en daar via hun werkgever een zorgverzekering hebben.’

Vergelijking

Verder gebruikt Simonse het CBS-bestand Inpatab. Dat vermeldt het inkomen op jaarbasis van personen op 1 januari van het onderzoeksjaar. Hij legt uit: ‘We maken een vergelijking tussen twee versies. In de eerste staat iemands voorlopige toekenning van de toeslagen voor het lopende jaar. Een jaar later is er de versie met daarin de definitieve toekenning van de toeslagen over het afgelopen jaar. Die is gebaseerd op de belastingaangifte over dat jaar. De vergelijking maakt duidelijk of de betreffende persoon al dan niet een terugvordering heeft gekregen. Is er inderdaad een terugvordering? Dan moeten Inpatabs over de jaren erna uitwijzen of hij of zij wel of niet opnieuw een zorgtoeslag of andere toeslag heeft aangevraagd. Voor de volledigheid: al deze data zijn niet herleidbaar tot individuen; het zijn gepseudonimiseerde gegevens.’ Simonse verwacht volgend jaar de onderzoeksresultaten bekend te maken. ‘Ze kunnen op overheidsniveau nuttig zijn bij beleidsontwikkeling op het vlak van terugvordering. Ik denk vooral aan het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Dienst Toeslagen.’