CBS-collega’s helpen vluchtelingen in crisisnoodopvang

/ Auteur: Miriam van der Sangen
Vluchtelingen in een asielzoekerscentrum
© Hollandse Hoogte / Kees van de Veen
Begin juli van dit jaar vaardigde het kabinet maatregelen uit om de problemen met de opvang van vluchtelingen in Ter Apel aan te pakken. Samen met de Nederlandse gemeenten werd een grote operatie gestart om in juli, augustus en september te voorzien in voldoende crisisnoodopvang. Omdat de gemeenten qua mankracht tegen hun grenzen aanliepen, vroegen zij rijksambtenaren om hulp. Die werden gevraagd gedurende een aantal maanden vrijwillig mee te helpen in de crisisnoodopvang. Een aantal CBS-collega’s besloot de helpende hand toe te steken, deels in werktijd en deels in eigen tijd. Zij vertellen over hun ervaringen.

Interesse in andere culturen

Linda Fernandez Beiro werkt bij het CBS als wetenschappelijk medewerker. In die functie houdt zij zich dagelijks bezig met werkloosheidscijfers, arbeidsmarktstatistieken en de Landelijke Jeugdmonitor. Waarom besloot zij vluchtelingen te gaan helpen? ‘Ik heb meteen gereageerd toen ik de mail van onze Directeur-Generaal las, waarin een oproep werd gedaan om vluchtelingen in mijn regio te helpen. Zelf ben ik half Spaans half Nederlands. Mijn vader is als 16-jarige jongen vanuit Spanje naar Nederland gekomen. Ikzelf ben in Nederland geboren, maar beide culturen waren in mijn jeugd sterk met elkaar verweven. Hierdoor ben ik altijd erg geïnteresseerd geweest in andere culturen. Dat is ook de reden waarom ik culturele antropologie heb gestudeerd.’

Eindeloos wachten

Linda werkte de afgelopen maanden 2 dagen in de week in crisisopvanglocaties in Maastricht. ‘Ik werd aanvankelijk als locatiemanager ingedeeld bij een noodopvang waar 40 alleenreizende mannen zaten. Later kwam ik bij een noodopvang terecht waar ongeveer 80 mensen zaten, waaronder ook gezinnen met kinderen.’ In het begin moest zij wel een beetje haar weg zoeken. ‘Er was nog weinig structuur, omdat alles snel en vanuit het niets moest worden opgezet. Je moet dan erg flexibel zijn. Ik heb vooral administratieve klussen gedaan, bijvoorbeeld afspraken maken voor medische bezoeken aan de arts of tandarts. Ook hielp ik mee met de catering en het schoonhouden van de locatie. Wat me opviel was dat de vluchtelingen eindeloos zitten te wachten op meer informatie van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) over het traject dat ze in ons land moeten ingaan. Dat leidt soms wel tot frustraties. Wat verder lastig is – ondanks de aanwezigheid van tolken – is de taalbarrière. Een groot deel van de mensen die er zitten komt uit Syrië en veel van hen spreken alleen Arabisch en vrijwel geen Engels.’

Drie Heerlense CBS-collega’s helpen vluchtelingen
© Jos Geurts

Motivatie

Ook Hendrika Lautenbach meldde zich aan om vluchtelingen te helpen. Zij studeerde niet-westerse demografie en houdt zich bij het CBS bezig met de arbeidsmarkt en onderzoek onder zelfstandige ondernemers. Daarnaast vertegenwoordigt ze het CBS bij het Europese statistiekbureau Eurostat op het gebied van arbeidsmarktstatistieken. Wat was haar motivatie? ‘Ik werk bij het CBS omdat we maatschappelijk relevant werk verrichten. Dat is voor mij belangrijk. Omdat we bij het CBS niet direct persoonlijk voor mensen aan het werk zijn, is dat deel niet altijd heel tastbaar. Via ‘Artsen zonder Grenzen’ heb ik eerder onderzoek onder Afghaanse vluchtelingen in Pakistan gedaan, waardoor ik hen in mijn hart heb gesloten. Het leek me daarom mooi om gehoor te geven aan de oproep van onze Directeur-Generaal om te helpen.’ Hendrika ging als ondersteuner bij dezelfde locatie aan de slag als haar collega Linda. ‘Ik deelde eten uit en heb administratieve en andere voorkomende klussen gedaan. Ook mij viel het op dat de vluchtelingen de hele dag niks om handen hebben. Daarom besloten we bijvoorbeeld spelletjes te brengen.’

Actief deelnemen aan de samenleving

John Michiels werkt bij het CBS als statistisch onderzoeker. In die functie implementeert hij nieuwe methoden in nieuwe statistieken op het gebied van de arbeidsmarkt. Verder begeleidt hij masterstudenten van de Universiteit Maastricht. Hij had een aantal redenen om zich voor de vluchtelingen in zijn regio in te zetten. ‘Ik vind het belangrijk om mensen te helpen. De oproep van onze Directeur-Generaal bood een mooie gelegenheid daartoe. Daarnaast past het goed bij mijn rol als ambtenaar om actief deel te nemen aan de samenleving.’

Primitief

De eerste paar weken vertoefde John in een crisisopvang van de gemeente Voerendaal, een gemeente in de buurt van Heerlen. ‘Dat was een sporthal waar ongeveer 40 asielzoekers zaten, vooral alleenstaande mannen en gezinnen. Die crisisopvang was pas net geopend en behoorlijk primitief. Er was weinig privacy. Ik heb er allerlei hand- en spandiensten verricht zoals helpen met de maaltijden en het ophalen van medicijnen. Later ben ik bij de noodopvang Mariënwaard in Maastricht gaan werken, waar ook mijn collega’s Linda en Hendrika hielpen.’ Ook John viel het op dat de vluchtelingen te maken hebben met veel dagelijkse sleur, doordat hun dag verstrijkt met alleen maar wachten op een reactie van het COA en de IND. ‘Je probeert contact met hen te leggen, bijvoorbeeld door een wedstrijdje met ze te voetballen. Het echte contact is echter moeilijk vanwege de taal.’

Veel voldoening

Terugkijkend op hun ervaringen zijn zowel Linda, Hendrika als John positief. Linda: ‘Ik had al een mening over de vluchtelingenproblematiek. Nu kan ik daar mijn eigen ervaringen aan toevoegen. Ik kan dit vrijwilligerswerk iedereen aanraden, want je helpt niet alleen mensen maar je leert jezelf ook op een andere manier kennen’. John deelt de mening van Linda: ‘Je hoort allerlei verhalen over vluchtelingen en die zijn niet altijd positief. Nu heb ik van dichtbij kunnen meemaken dat het vaak aardige mensen zijn, die in een moeilijke situatie zitten. Dat was voor mij best confronterend om te zien’. Hendrika is positief over het feit dat het CBS haar de gelegenheid bood deze ervaring op te doen. ‘Dit werk biedt veel voldoening. En het verlaagt de drempel om vrijwilligerswerk te gaan doen.’