CBS en Nationaal Rapporteur gaan datasamenwerking aan
Strafrechtketen
De Nationaal Rapporteur brengt periodiek zowel Dadermonitors als Slachtoffermonitors mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen uit. De aanpak van daders is namelijk onlosmakelijk verbonden met de bescherming van de slachtoffers. Op 21 januari 2021 verscheen de ‘Dadermonitor mensenhandel 2015–2019’. Deze monitor geeft inzicht in het aantal daders van verschillende vormen van mensenhandel in de periode 2015–2019. Daarnaast geeft de monitor een overzicht van recente ontwikkelingen in de aanpak van mensenhandel en geeft het een beeld van de kenmerken van de daders, incidenten en hun slachtoffers. Roos Broere, senior onderzoeker bij de Nationaal Rapporteur: ‘Om de aard en omvang van mensenhandel in kaart te brengen maken we gebruik van informatie uit de gehele strafrechtketen, zoals politie, Openbaar Ministerie en reclassering.’Mensenhandel vooral online
De Nationaal Rapporteur gebruikt voor de monitoring van trends en ontwikkelingen vooral registratiedata, maar dat blijkt steeds vaker niet toereikend. Robbert Hoving, Hoofd Bureau Nationaal Rapporteur: ‘Steeds vaker speelt mensenhandel zich online af. Met name social media, waar daders en slachtoffers elkaar ontmoeten, spelen daarbij een belangrijke rol. Tijdens de COVID-19 periode hebben wij dit verder zien toenemen. We zijn daarom voortdurend op zoek naar nieuwe data om zicht te krijgen op dit probleem. Ook willen we gebruik maken van meerdere bronnen om onderrapportage te compenseren. Goede en betrouwbare data zijn daarvoor onontbeerlijk. Dat geldt ook voor de waarborgen rond de privacy van de data die wij krijgen. Dat waren redenen om met het CBS te gaan samenwerken.’ Broere: ‘Eerst hebben we in 2019 in een pilot met het CBS voor de Slachtoffermonitor seksueel geweld tegen kinderen inzichtelijk gemaakt of en op welke manier hulp tot stand kwam na het opleggen van een beschermingsmaatregel bij slachtoffers van seksueel geweld. Hieruit bleek dat 15 procent na een half jaar nog geen hulp had ontvangen.’ De pilot is goed verlopen, waarna het CBS en de Nationaal Rapporteur een datasamenwerking zijn aangegaan.De aanpak van daders is onlosmakelijk verbonden met de bescherming van de slachtoffers
Analyse van de cijfers
In Nederland is de politie primair verantwoordelijk voor de signalering en opsporing van mensenhandel. Om gegevens over signalering van mensenhandel te kunnen presenteren heeft de Nationaal Rapporteur onder meer gebruik gemaakt van niet-openbare gepseudonimiseerde microdata van het CBS. Rianne Verwijs, projectleider bij het CBS: ‘Wij beschikken over databestanden met incidenten, verdachten en slachtoffers die de politie registreert. Onder zeer strikte voorwaarden hebben de onderzoekers van de Nationaal Rapporteur hier gebruik van gemaakt. Daarbij is de privacy van de personen volledig gegarandeerd. De analyse van de cijfers doen de onderzoekers zelf, waarna het CBS met deze analyses in de Dadermonitor kritisch meeleest. Dat geldt ook voor de methodologische verantwoording. Dit is allemaal in goede afstemming gegaan.’Opvallendste bevindingen
Wat zijn nu de opvallendste bevindingen uit de Dadermonitor? Hoving: ‘De daders van mensenhandel zijn erg jong en maken ook jonge slachtoffers. Een op de drie daders van seksuele uitbuiting is jonger dan 23 jaar. Dat zij al op zo’n jonge leeftijd een misdrijf plegen, is ernstig. Meer kennis over de achtergronden van deze daders is urgent. Dat geldt ook voor de slachtoffers. Wie zijn zij en hoe kunnen we hen helpen?’ Een andere bevinding van de Nationaal Rapporteur heeft betrekking op uitbuitingssituaties op de arbeidsmarkt, ook wel arbeidsuitbuiting genoemd. ‘Die komt in allerlei sectoren voor, denk bijvoorbeeld aan de vleesindustrie of landbouwsector waar arbeidsmigranten uit Oost-Europese landen werken. Ook de COVID-19 crisis heeft zichtbaar gemaakt dat er veel kwetsbare werkenden zijn op de Nederlandse arbeidsmarkt. De omvang en aard ervan is echter nog onduidelijk.’Mensenhandel op lokaal niveau
Opvallend is ook dat nu door het gebruik van de CBS-data voor het eerst inzicht is in hoe het met mensenhandel zit op lokaal niveau. Tot nog toe waren daar geen landelijk dekkende cijfers over bekend. Broere: ‘De tien gemeenten met de meeste door de politie gesignaleerde incidenten van mensenhandel zijn onder andere de vier grote steden: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Er staan ook gemeenten tussen zoals Arnhem, Leeuwarden en Den Helder. De burgemeester van Arnhem wil nu bijvoorbeeld – mede naar aanleiding van onze informatie – met een gerichte aanpak mensenhandel tegen gaan.’Toekomstige samenwerking
Roos Broere en Robbert Hoving kijken met grote tevredenheid terug op de samenwerking met het CBS. ‘Die samenwerking hebben we als heel erg prettig ervaren. De CBS-onderzoekers zijn inhoudelijk goed op de hoogte van het thema en denken actief mee in oplossingen. We zien de huidige samenwerking dan ook vooral als een partnership. Dat is ook de reden waarom wij dit willen continueren. Er is met name op het gebied van regionale data in combinatie met mensenhandel nog veel te winnen.’ Ook Rianne Verwijs heeft de samenwerking als heel goed en constructief ervaren: ‘Voor de komende periode gaan we kijken hoe we met verrijking en verdieping van de databronnen nóg meer kunnen bijdragen aan de wens van de Nationaal Rapporteur om de aard en omvang van mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen zo goed mogelijk te monitoren.’Relevante links
- Artikel - Jeugdhulp na seksueel geweld
- Privacyregels CBS - Privacy
- Website - Nationaal Rapporteur - Dadermonitor mensenhandel 2015-2019