Nieuwe cijfers over opleidingsniveau voor 80 gemeenten
Johan van Rooijen is statistisch onderzoeker bij het CBS. Hij heeft veel expertise en ervaring met het Stelsel van Sociaal-Statistische Bestanden (SSB). Samen met zijn collega's stelde hij de tabel over het opleidingsniveau van de inwoners (van 15 tot 75 jaar) van 80 Nederlandse gemeenten samen. ‘In het SSB zitten heel veel gegevens over personen in Nederland, bijvoorbeeld over werk, uitkeringen, inkomen, ziekenhuisopnames en opleidingen. Die laatste categorie is voor het doen van onderzoek erg belangrijk. Wij krijgen relatief veel vragen van gemeenten hierover.’
Databronnen combineren
Aanvankelijk was de Enquête Beroepsbevolking (EBB) de enige bron met gegevens over opleidingsniveau. Van Rooijen: ‘Dat is een steekproef van 100 000 personen, maar zo’n steekproef kent beperkingen. Daarom hebben we een bestand ontwikkeld met gegevens uit de EBB en andere databronnen. Denk bijvoorbeeld aan de registers van de Dienst Uitvoering Onderwijs, het UWV, et cetera. Door deze combinatie van bronnen weten wij nu hoe het zit met het opleidingsniveau van 11,5 miljoen Nederlanders. En elk jaar komen er gegevens bij.’ Om van al deze gegevens een werkbaar bestand te maken, moest nog wel een flinke methodologische klus worden geklaard. ‘Het was lastig, want we hadden te maken met verschillende soorten administratieve databronnen. De weging is dan erg complex. Daarvoor hebben we een unieke methode ontwikkeld.’
Datagedreven sturing
Robert Selten werkt samen met 30 collega’s op de afdeling Onderzoek van de gemeente Utrecht. ‘De gemeente Utrecht doet aan datagedreven sturing. Dat wil zeggen dat we ons beleid baseren op feitelijke gegevens over onze stad. Op basis van die gegevens proberen we te anticiperen op onderwerpen als criminaliteit en armoede.’ De gemeente Utrecht verricht zelf verschillende onderzoeken. Selten: ‘Een daarvan is de jaarlijkse inwonersenquête, waarvoor wij dit jaar 28 000 Utrechters een vragenlijst hebben gestuurd over onderwerpen als veiligheid, openbare ruimte, milieu, wonen, participatie en cultuur. De resultaten van deze enquête worden door de gemeente intensief gebruikt. We publiceren de resultaten ook op onze openbare online databank. Daarnaast is er het bewonerspanel. Ongeveer zes keer per jaar worden de panelleden uitgenodigd om een korte vragenlijst in te vullen over allerlei actuele thema’s.’
‘Dankzij de CBS-tabel beschikken we nu over meer betrouwbare en gedetailleerde gegevens dan voorheen om het verschil tussen Schiedam en de rest van Nederland te monitoren’
Gedetailleerde informatie
De gemeente Utrecht gebruikt veel gegevens uit de CBS-database StatLine. De onlangs ontvangen tabel van het CBS over het opleidingsniveau per wijk en buurt is volgens Selten om meerdere redenen een interessante aanvulling. ‘We hadden behoefte aan meer gedetailleerde informatie over opleidingsniveau op wijk- en buurtniveau. Allereerst om er zelf statistieken van te maken. Daarnaast kunnen we deze informatie gebruiken om weegschema’s te maken om onze eigen databronnen te corrigeren en aan te vullen. Het is prachtige informatie, omdat er niet alleen gegevens over Utrecht in zitten maar ook over andere gemeenten. Voor ons zijn bijvoorbeeld de plaatsen rond Utrecht erg belangrijk. Denk aan Houten, Nieuwegein en Zeist.’
Structureel data nodig
Selten is erg enthousiast over de nieuwe opleidingsniveaucijfers per wijk en buurt, omdat de data bovendien goed zijn gedocumenteerd en gebaseerd op kwalitatief goede onderwijsregisters. Toch heeft hij ook nog kritische kanttekeningen. ‘De opleidingsniveautabel is niet voor alle gemeenten in Nederland beschikbaar. Zo zitten Amsterdam en Rotterdam er niet in. Daarnaast is dit een speciale éénmalige dienstverlening aan 80 gemeenten, op verzoek van de VSO. Wij zouden graag zien dat deze informatie structureel wordt samengesteld voor álle Nederlandse gemeenten en op de CBS-databank StatLine komt te staan. Gegevens over opleidingsniveau zijn immers een basisstatistiek en belangrijk voor veel onderzoeken.’ Het CBS en de gemeente Utrecht gaan de samenwerking op het gebied van datagedreven werken intensiveren. Daartoe is een intentieverklaring opgesteld tussen beide partijen.
Internetpanel
Ton Dijkshoorn is werkzaam als beleidsadviseur Statistiek en Onderzoek bij het Kenniscentrum voor de gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam. Net als de gemeente Utrecht voeren deze drie gemeenten regelmatig zelf lokale onderzoeken uit, bijvoorbeeld naar leefbaarheid en veiligheid op wijk- en buurtniveau. ‘Ook hebben wij een internetpanel, waar 5 tot 10 keer per jaar actuele vragen aan de inwoners worden voorgelegd. Informatie over het opleidingsniveau is bij al deze onderzoeken een belangrijk statistisch gegeven.’
Dashboard
Het Kenniscentrum waar Dijkshoorn werkt stelt jaarlijks voor de drie gemeenten ook de Sociale Index op. ‘Op basis van 60 indicatoren krijgen wij een beeld van hoe het met de bewoners is gesteld op wijkniveau. Eén van die 60 aspecten is het opleidingsniveau. Daarnaast gebruiken we de opleidingsniveaugegevens als één van de indicatoren in het dashboard ‘Stapeling buurtproblemen’. Dit dashboard hebben we gebouwd om inzicht te krijgen in de stapeling van verschillende problemen op buurtniveau, bijvoorbeeld op het gebied van criminaliteit.’
Sociale stijging
In de nieuwe begroting heeft de gemeente Schiedam diverse programma’s opgenomen om meer mogelijkheden te creëren voor sociale stijging of maatschappelijke carrière van de inwoners. ‘Om te bepalen of deze doelstellingen worden bereikt zijn kritieke prestatie-indicatoren opgesteld’, vertelt Dijkshoorn. ‘Eén daarvan is het aandeel inwoners van Schiedam dat een laag opleidingsniveau heeft. Dankzij de nieuwe CBS-tabel beschikken we nu over meer betrouwbare en gedetailleerde gegevens dan voorheen om het verschil tussen Schiedam en de rest van Nederland te monitoren. Het Kenniscentrum gaat de gegevens over opleidingsniveau ook gebruiken als weegfactor bij lokale bevolkingsonderzoeken.’ Ook Dijkshoorn zou de gegevens over opleidingsniveau graag jaarlijks ontvangen. ‘Het opleidingsniveau is een belangrijke voorspeller voor het latere inkomensniveau en vormt daarmee de basis voor sociale stijging. Inzicht hierin is voor ons erg waardevol.’