Energietransitie centraal tijdens Haags Datakamp
Data vaker en breder inzetten
Het CBS organiseerde het Datakamp met de gemeente Den Haag in het kader van hun samenwerking in het CBS Urban Data Center/Den Haag. Deelnemers waren afkomstig van de gemeentes Utrecht, Vlaardingen, Den Haag, de provincie Zuid-Holland en het CBS. Liesbeth van Tongeren, wethouder Duurzaamheid en Energietransitie van de gemeente Den Haag: ‘Dit evenement past goed in het streven van de gemeente om datagedreven te werken. Wij willen data vaker en breder inzetten bij de onderbouwing en uitvoering van beleid en maatregelen, waardoor verbeterde inzichten, efficiëntere maatregelen en kostenbesparingen mogelijk zijn.’
Met microdata aan de slag
Lona Verkooijen, statistisch onderzoeker bij het CBS, zorgde ervoor dat de juiste data voor de onderzoekers beschikbaar kwamen en fungeerde als dagvoorzitter bij het Datakamp. ‘We hebben onder speciale voorwaarden microdata over het gemiddelde gas- en elektriciteitsverbruik beschikbaar gesteld voor de gehele provincie Zuid-Holland en de gemeente Utrecht. Daarnaast heeft het CBS informatie over zonnepanelen ter beschikking gesteld en data over kenmerken van woningen en inkomensniveau.’ Microdata van het CBS zijn alleen onder strikte voorwaarden voor onderzoekers beschikbaar. ‘Deze data blijven altijd binnen de beveiligde CBS-omgeving. Onderzoekers die ermee werken moeten onder andere vóóraf een geheimhoudingsverklaring ondertekenen. Dat is ook gebeurd voor de start van het Datakamp. Om de onderzoeksvragen te bepalen, vond vooraf ook nog een brainstormsessie plaats met de teams Energietransitie, Wonen en Onderzoek van de gemeente Den Haag.’
Schot in de roos
Voor Ling-Po Shih, data scientist bij de afdeling Onderzoek van de gemeente Utrecht, was deelname aan het Datakamp een schot in de roos. ‘Mijn collega en ik maken in Utrecht deel uit van een databrigade. Dat is een groep van data scientists, domeinspecialisten en collega’s van de informatievoorziening die samen vragen helder proberen te krijgen op het gebied van de energietransitie, verduurzaming van vastgoed en een schonere stad.’ Shih boog zich in de afgelopen periode over het onderwerp energiearmoede. ‘Daar is sprake van als huishoudens meer dan 10 procent van hun besteedbaar inkomen aan energie uitgeven. We kwamen erachter dat we de data die nodig zijn om dit te analyseren beperkt in huis hebben. Bij toeval hoorde ik over dit Datakamp.’ Shih noemt het een mooi concept. ‘Door focus aan te brengen, kun je in korte tijd veel bereiken tijdens die datadagen. En dan zie je ook dat de vragen die de gemeente Utrecht heeft sterk overeenkomen met de vragen van bijvoorbeeld de gemeente Den Haag.’
Nieuwe inzichten
Het Datakamp heeft Shih en zijn collega veel nieuwe inzichten opgeleverd. ‘Binnen de gemeente hadden we wel wat data bij elkaar gesprokkeld, maar de datasets van het CBS zorgden voor een compleet beeld. We kunnen nu een voorspellingsmodel maken over het energieverbruik per huishouden.’ De volgende stap is het verlengen van een machtiging voor toegang tot microdata bij het CBS. Shih: ‘Daarmee kunnen we analyses uitvoeren op het gebied van energietransitie voor de gemeente Utrecht. Onze doelstelling is een top 5 of top 10 van Utrechtse wijken samen te stellen, waar 40.000 woningen aardgasvrij gemaakt kunnen worden.’
Dakenjacht
De resultaten van het Datakamp werden tijdens een gezamenlijke bijeenkomst van de gemeente Den Haag en de provincie Zuid-Holland op 21 februari jl. gepresenteerd. Wethouder Van Tongeren: ‘Het Datakamp heeft inzicht opgeleverd in waar op dit moment zonnepanelen in de stad liggen en hoe vaak ze voorkomen bij bepaalde bewonerstypen. Deze inzichten kunnen benut worden in het project ‘Dakenjacht’ dat we momenteel opzetten.’ Ook is volgens de wethouder meer zicht op het percentage woningen met zonnepanelen per wijk en het totale vermogen van de panelen. ‘Op deze manier weten we meer over hoeveel duurzame energie geleverd wordt door zonnepanelen en welke potentie er nog is. Daarnaast leverde het Datakamp meer informatie op over het elektriciteits- en gasverbruik binnen het Central Innovation District (het economisch hart van Den Haag rond de grote stations, red.) Dat zorgt voor goede input voor het wijkenergieplan.’