SDG’s: breder perspectief op duurzame ontwikkeling

/ Auteur: Masja de Ree
Windmolens in de duinen.
© Hollandse Hoogte / Clemens Rikken
Op 25 september 2018 is het SDG Action day: het is dan precies drie jaar geleden dat 193 wereldleiders hun handtekening zetten onder de duurzaamheidsdoelen, ook wel sustainable development goals (SDG’s) genoemd. Dat wordt gevierd met een bijeenkomst van diverse Nederlandse betrokken partijen in het SDG House (KIT) in Amsterdam. Ook het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) verzorgt tijdens deze bijeenkomst een presentatie, onder andere over de informatiebehoeften van bedrijven over de SDG’s.

Kennis en expertise

Met het vaststellen van 17 SDG’s in 2015 streven de Verenigde Naties naar een meer duurzame toekomst. Ook Nederland heeft zich aan deze duurzaamheidsdoelen gecommitteerd. ‘Om een doel te bereiken, moet je de voortgang meten’, zegt Lieneke Hoeksma, statistisch onderzoeker duurzaamheid bij het CBS. ‘Daarom is een internationaal systeem van ruim 240 indicatoren afgesproken. Het CBS heeft begin 2016 het initiatief genomen en is toen gestart met het in kaart brengen van de Nederlandse situatie op het gebied van de SDG’s. Dat deden we als eerste statistische bureau ter wereld. Daar kregen we veel lof voor, zowel binnen Nederland als internationaal.’ Hermanus Rietveld, SDG-coördinator bij het CBS: ‘In november 2016 verscheen onze eerste publicatie over de duurzaamheidsdoelen. Andere landen profiteren nu van onze kennis en expertise.’

[video: https://www.cbs.nl/nl-nl/video/fe8f18af0b4b443c885878c66d7a1913]

Aandachtspunten

De inventarisatie in 2016 leverde een nulmeting op. In 2018 volgde een tweede meting, bekostigd door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hoeksma: ‘Hieruit blijkt dat Nederland het bij veel van de duurzaamheidsdoelen relatief goed doet.’ Vooral op het gebied van banen en economische groei, duurzame consumptie en productie en vrede, veiligheid en rechtvaardigheid is de ontwikkeling positief. Er zijn echter ook aandachtspunten, met name op het gebied van milieu, klimaat, energie en gelijke kansen. Hoeksma: ‘Wat betreft de productie van hernieuwbare energie staan we binnen Europa onderaan.’

Blijven ontwikkelen

Op dit moment kan het CBS 51 procent van de indicatoren meten. Die dekking is samen met veel andere organisaties bereikt. Rietveld: ‘De 100 procent halen we niet en dat hoeft ook niet: niet alle indicatoren zijn voor Nederland relevant. De informatie voor de indicatoren halen we uit bestaande cijfers, zowel van het CBS als van andere organisaties in Nederland.’ Internationaal gezien is een dekking van 51 procent relatief hoog. Maar het CBS kijkt verder. Rietveld: ‘We zoeken contact met het maatschappelijk middenveld, maar ook bijvoorbeeld met bedrijven die ons kunnen helpen met de invulling van nieuwe indicatoren. Ook werken we samen met gemeenten, onder andere via de Urban Data Centers.’
Het ministerie van Buitenlandse Zaken vindt het belangrijk om door te gaan met de meting van de SDG’s en internationaal een leidende rol te blijven spelen. Hoeksma: ‘Want om te volgen of en hoe de samenleving duurzamer wordt, moeten we blijven meten.’

In de komende periode wordt bekeken hoe de rapportage over de SDG’s kan worden geïntegreerd in de Monitor Brede Welvaart

Monitor Brede Welvaart

In de komende periode wordt bekeken hoe de rapportage over de SDG’s kan worden geïntegreerd in de Monitor Brede Welvaart (MBW), die een nog breder perspectief op duurzame ontwikkeling geeft. Rietveld: ‘Die wens is ook door de Tweede Kamer uitgesproken.’ Aan het samenvoegen van beide rapportages, die volgend jaar moet leiden tot één nieuwe publicatie, wordt nog hard gewerkt. Rietveld: ‘Op dit moment wegen we allerlei keuzes af. Dat is best lastig. Aan beide monitoren ligt een ander meetsysteem ten grondslag en er is sprake van andere doelgroepen. Elke keuze die we maken, kan betekenen dat we een bepaalde indicator niet meer in beeld kunnen brengen. Maar als het lukt een goede samenvoeging te realiseren, dan ontstaat een krachtig instrument dat veel waarde heeft in het maatschappelijk debat. En waarmee we internationaal opnieuw de innovatieve kracht van Nederland kunnen laten zien.’