Vlinderstand belangrijke graadmeter voor de natuur

/ Auteur: Miriam van der Sangen
© Hollandse Hoogte / EyeEm Mobile GmbH
Gaat de vlinderstand in ons land achter- of vooruit? En wat is daarvan de oorzaak? Hoe staat het met internationaal beschermde vlindersoorten? Om deze en andere vragen te kunnen beantwoorden, is het CBS samen met de Vlinderstichting in 1990 met het Landelijk Meetnet Vlinders gestart. Doel van dit project is het verzamelen van actuele informatie over veranderingen in de dagvlinderstand in Nederland en Europa. Dit project betreft niet alleen vlinders, maar ook grote hoeveelheden andere dieren- en plantensoorten. Het CBS bewaakt hierbij de kwaliteit van de informatie en zorgt voor de analyse. Dit op basis van een Europese verplichting.

Natuurmonitoring

Leo Soldaat is onderzoeker bij het CBS en nauw betrokken bij allerlei projecten over natuurmonitoring. 'Het Vlindermeetnet is onderdeel van het Netwerk Ecologische Monitoring (NEM). Binnen dit netwerk monitoren we niet alleen vlinders, maar ook allerlei soorten vogels, reptielen, amfibieën, planten, etc. Het CBS bewaakt hierbij de kwaliteit van de informatie en zorgt voor de analyse. We trekken hierbij samen op met het ministerie van Economische Zaken, Rijkswaterstaat, provincies en het Planbureau voor de Leefomgeving. Iedere organisatie heeft haar eigen informatievragen en daar proberen we de monitoring zo goed mogelijk op af te stemmen. De belangrijkste informatievraag komt vanuit de Europese Habitat- en Vogelrichtlijn, waarvoor ons land één keer in de zes jaar een heel uitgebreide rapportage moet opleveren’, aldus Soldaat.

Positie CBS uniek

Jaarlijks levert het CBS voor het ministerie een rapportage waarin staat in hoeverre de meetnetten van het NEM nog voldoen aan alle kwaliteitseisen. Tevens worden jaarlijks door het CBS op de website van het Compendium voor de Leefomgeving de gegevens over de verschillende dieren- en plantensoorten geactualiseerd. De positie van het CBS is in Europees opzicht uniek. Soldaat: ‘In geen ander land is de kwaliteitsbewaking en analyse van natuurgegevens ondergebracht bij een statistisch bureau. Dat betaalt zich uit in de hoge mate van standaardisatie van methoden en technieken. Zo heeft collega Jeroen Pannekoek twee decennia geleden al het computerprogramma TRIM ontwikkeld, waarmee trends van gegevens uit de natuurmeetnetten kunnen worden berekend. Dat programma wordt door veel Europese landen gebruikt. Daarnaast draagt het CBS met zijn kennis op methodologisch gebied - zowel nationaal als internationaal - bij aan statistische vernieuwing van de natuurstatistieken.’

Populatieaantal vlinders 1992 - 2015

Vlinderstand

Kars Veling is ecoloog. Bij de Vlinderstichting is hij als onderzoeker bij veel verschillende projecten betrokken. Ook geeft hij lezingen en workshops, is hij dagvoorzitter bij diverse symposia en begeleidt hij studenten bij hun afstudeeronderzoek. Samen met de onderzoekers van het CBS is hij nauw betrokken bij het Landelijk Meetnet Vlinders, waarmee beide organisaties bij de start in 1990 als doel hadden actuele informatie over de vlinderstand in Nederland te verzamelen. Die informatie is nodig voor internationale natuurrapportages. Vlinders zijn een belangrijke graadmeter voor hoe het met de natuur gaat. Ook spelen zij een rol in de bestuiving van planten. ‘De informatie die dagelijks uit de meetnetten komt, is realtime. In de ochtend of ‘s middags tellen onze vrijwilligers wekelijks vanuit hun woon- of werkplek ongeveer een half uur het aantal en het soort vlinders. ‘s Avonds voeren ze de gegevens in via onze website. Op deze manier zien we elke dag precies wat er gebeurt’, aldus Veling. Het invoeren van de gegevens gebeurt nu nog via de website, maar Veling hoopt dat binnen niet al te lange tijd een app wordt geïntroduceerd.

Gemotiveerde vrijwilligers

Het tellen van de vlinders gebeurt volgens een handleiding die het CBS en de Vlinderstichting hebben opgesteld. ‘Daarin wordt nauwkeurig beschreven hoe de metingen moeten plaatsvinden. Zo moeten de vrijwilligers van april tot eind september 1 keer per week een route lopen van 1 kilometer lang en 5 meter breed. Ze mogen pas gaan tellen na 10.00 uur ‘s ochtends en niet later dan 17.00 uur ’s middags. Ook moet het goed weer zijn, want je ziet pas vlinders als de zon schijnt.’ Er zijn in de loop van de jaren steeds nieuwe routes bijgekomen. Daardoor is de verspreiding over Nederland goed, alleen Zeeland blijft een beetje achter. Over de 3000 vrijwilligers is Veling enthousiast. ‘Zij zijn erg gemotiveerd. Wij begeleiden en coachen hen. Ook controleren we de binnengekomen gegevens op betrouwbaarheid. Daarna sturen we alle informatie door naar het CBS voor verwerking en analyse.’

‘De komende 10 tot 20 jaar hopen we op herstel van de vlinderstand’

Jaarlijkse vlindertelling

Naast de wekelijkse vlindertellingen door vaste vrijwilligers organiseert de Vlinderstichting ook 1 keer per jaar een landelijke telling in het weekend, waaraan iedereen mag meedoen. Op 4, 5 en 6 augustus jl. vond weer zo’n telling plaats. Daar deden in totaal ongeveer 4000 mensen aan mee. ‘De jaarlijkse vlindertelling is erg populair. De enthousiaste tellers konden de door hen gesignaleerde vlinders doorgeven via een speciale gebruiksvriendelijke app of via de website. Met deze telling hebben we twee doelen. Allereerst willen we nieuwe vrijwilligers vinden. Ten tweede dienen de resultaten van de jaarlijkse telling als aanvulling op de wekelijkse tellingen van het Landelijke Meetnet Vlinders. Die laatste tellingen zijn de basis.’

Herstel

Hoe staat het nu precies met de vlinderstand in ons land? ‘Vanaf 1950 was er decennialang een enorme achteruitgang. Die duurde tot 2005. Een aantal kritische soorten vlinders is in die periode verdwenen. Vanaf 2006 gaan er voor het eerst sinds de start van de vlindertelling iets meer soorten dagvlinders in aantal vooruit dan achteruit. De komende 10 tot 20 jaar hopen we op herstel.’ Om dat herstel te bevorderen zitten de medewerkers van de Vlinderstichting regelmatig aan tafel met onderzoekers van het ministerie van Economische Zaken en de provincies. ‘Als er iets met een bepaalde vlindersoort niet goed gaat, bespreken we dat. Vaak zijn kleinschalige maatregelen al voldoende voor een positieve verandering.’

Wilt u meer weten over de vlinderstand in ons land of over andere ontwikkelingen van dier- en plantsoorten? Raadpleeg dan de volgende websites: www.compendiumvandeleefomgeving.nl of www.vlinderstichting.nl