Duurzaamheid centraal tijdens StatCom
Duurzame ontwikkeling
De VN heeft zeventien duurzame ontwikkelingsdoelen (Sustainable Development Goals) vastgesteld voor de periode 2015 tot 2030 (Agenda 2030). De methode om die doelen te meten vormde dit jaar het belangrijkste onderwerp van de StatCom. Plaatsvervangend Directeur-Generaal van het CBS Bert Kroese, beleidsadviseur internationale zaken Daan von Berg en de directeur van het statistisch bureau op Curaçao Sean de Boer waren namens Nederland in New York. Kroese: ‘De VN zet hoog in met zeventien doelen voor duurzame ontwikkeling op het gebied van economie, sociale zaken en milieu. Het goed meten van de voortgang van de doelen, verhoogt de kans dat ze gerealiseerd worden.’ De 230 indicatoren brengen samen een breed spectrum in beeld: van milieuvervuiling en het gebruik van duurzame energie tot armoede, van de kwaliteit van het onderwijs tot de gelijkheid tussen man en vrouw.
Stevig onderhandelen
Een eerste lijst van 230 indicatoren is in de afgelopen twee jaar opgesteld door de Inter-Agency and Expert Group on Sustainable Development Goal Indicators. Nederland, vertegenwoordigd door het CBS, maakt deel uit van deze groep. Vorig jaar ging de StatCom akkoord met de lijst als praktisch uitgangspunt voor het monitoren en evalueren van de duurzame ontwikkelingsdoelen. Maar er was nog geen overeenstemming bereikt over de tekst van de resolutie die voorgelegd moet worden aan de Algemene Vergadering van de VN. Daarom stond het onderwerp dit jaar opnieuw op de agenda. ‘Er is drie dagen achter de schermen stevig onderhandeld en er was veel overtuigingskracht nodig om de tekst van de resolutie vast te stellen’, zegt Von Berg. ‘In de resolutie staat dat de lijst van 230 indicatoren als mondiaal kader officieel door de Algemene Vergadering van de VN moet worden aangenomen, maar ook dat de lijst de komende jaren verfijningen en verbeteringen ondergaat. Er is besloten dat de vastgestelde lijst in 2020 en 2025 opnieuw wordt bekeken en mogelijk aangepast.’
Alle gepubliceerde CBS-data zijn beschikbaar als open data. Daarmee draagt het CBS bij aan een transparante overheid
Fondsen
Hoe zorgen we ervoor dat alle landen al die duurzaamheidsindicatoren ook daadwerkelijk kunnen invoeren? Von Berg: ‘De hanteerbaarheid en haalbaarheid van het aantal indicatoren was een belangrijk discussiepunt. Er is geld nodig en daarom wordt benadrukt dat er voldoende fondsen moeten komen voor de duurzame ontwikkelingsdoelen. Dat geldt voor ontwikkelingslanden maar ook voor de ontwikkelde landen, zoals bijvoorbeeld Nederland. Het CBS heeft vorig jaar al onderzoek gedaan naar deze indicatoren. Voor 37 procent van de betreffende indicatoren is informatie beschikbaar, het andere deel moet nog ontwikkeld worden. De Wereldbank, het IMF, de regionale ontwikkelingsbanken en de regeringen van de landen hebben daarbij een belangrijke rol.’ Naar verwachting wordt de resolutie in september 2017 tijdens de jaarlijkse Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aangenomen.
Milieurekeningen
Naast de plenaire vergadering verzorgde het CBS tijdens de StatCom een aantal presentaties en zat het commissies voor. Kroese sprak onder andere over SEEA, het systeem van milieurekeningen dat milieu- en economische factoren consistent en in samenhang beschrijft. Een deel van de 230 duurzaamheidsindicatoren kan hiervan afgeleid worden. Kroese is voorzitter van de commissie die de wereldwijde invoering van de milieurekeningen ondersteunt. ‘Landen willen graag van ons leren op dit gebied. We kregen veel positieve reacties tijdens de StatCom en er ontstonden goede discussies, onder meer over de vraag of internationale organisaties ook over een land mogen publiceren dat zelf de capaciteit niet heeft om SEEA in te voeren.’ Tijdens de vergadering in New York zijn afspraken gemaakt om de invoering van de milieurekeningen verder te bevorderen.
Open data
Een ander belangrijk onderwerp tijdens de StatCom was open data. Veel landen streven er naar alle data van de overheid toegankelijk te maken als open data: dat betekent dat deze data gratis beschikbaar zijn via internet en dat iedereen ze direct – via een open verbinding – kan gebruiken voor websites en apps. Alle gepubliceerde CBS-data zijn beschikbaar als open data. Kroese: ‘Daarmee dragen we bij aan een transparante overheid en zijn we onderzoekers en ondernemers ten dienste die onze data zonder vertraging willen gebruiken.’ Maar nog lang niet alle data van alle overheidsinstellingen zijn open data. Het CBS wil er graag aan bijdragen dat te verbeteren. ‘Het is immers onze taak om de samenleving van informatie te voorzien waaraan behoefte is. Wij hebben de techniek in huis en veel kennis op het gebied van privacy. Andere landen zijn geïnteresseerd in onze technische ontwikkelingen. Daarmee loopt Nederland voorop. En wij kunnen weer leren van bijvoorbeeld Canada en Nieuw Zeeland, waar de statistische bureaus een coördinerende rol spelen bij het toegankelijk maken van alle overheidsdata.’