Toegang tot microdata CBS flexibeler voor onderzoekers
Grotere verantwoordelijkheid
Wim Schaasberg is hoofd Dataservices bij CBS. Zijn team zorgt dat gebruikers via remote access toegang tot microdata krijgen. ‘De toegang tot microdata is onder strikte voorwaarden mogelijk. Nu moeten onderzoekers over een aparte computer beschikken in een afsluitbare ruimte. Toegang tot de remote access-projectomgeving wordt verkregen via een vingerafdruklezer, gekoppeld aan een specifieke computer. De manier van toegang krijgen tot de omgeving willen wij flexibeler maken. CBS is daarom een pilot gestart, waarbij onderzoekers een token en sms-code ontvangen. Daarmee kunnen ze op elke werkplek toegang tot de data verkrijgen. Technisch en organisatorisch is dit een grote verandering. De toegang wordt flexibeler en de verantwoordelijkheid voor de onderzoekers wordt groter.’
Awarenesstest
Op 18 januari jl. werd tijdens een officiële bijeenkomst bij het ministerie van Economische Zaken aan een 30-tal onderzoekers van het CPB, SCP en PBL een demonstratie gegeven over de nieuwe manier van toegang verkrijgen tot de remote access-omgeving. In totaal doen ongeveer 60 onderzoekers van de planbureaus mee aan deze pilot. Tevens ondergingen de onderzoekers een zogenaamde awarenesstest via een vragenlijst over veilig omgaan met de privacygevoelige data van CBS. Projectleider John Kartopawiro: ‘De pilot duurt anderhalve maand. Na afloop vindt een evaluatie plaats. Dat gebeurt via een enquête en de onderzoekers delen hun ervaringen met ons. Als de pilot slaagt, zal CBS de toegang tot microdata flexibeler maken. We schatten in dat het ongeveer een jaar duurt voordat al onze 700 onderzoekers over zijn gestapt op deze nieuwe manier van werken. Tevens hopen we dat nóg meer onderzoekers zich zullen aanmelden om onderzoek te doen via remote access. Ons doel is wetenschappers zo goed, goedkoop en veilig mogelijk toegang tot microdata te verlenen.’
‘Ons doel is wetenschappers zo goed, goedkoop en veilig mogelijk toegang tot microdata te verlenen’
Vingerafdruk-kastjes
Karen van der Wiel is werkzaam als programmaleider Onderwijs bij het CPB. Zij werkt al 10 jaar met remote acces. ‘Tijdens mijn promotie aan de Universiteit van Tilburg deed ik mee aan een pilot. Toen gebruikte CBS vingerafdrukkastjes, waarmee ik soms een half uur bezig was om toegang te krijgen tot de microdata. Het huidige kastje werkt gelukkig veel beter. Tegenwoordig verricht ik voor het CPB vooral projecten die we met CBS-onderwijsdata uitvoeren. Zelf zit ik nu minder achter de computer. Dat is jammer, want werken met deze data blijft prachtig!’ Van der Wiel vindt de mogelijkheid om toegang te hebben tot microdata en het koppelen van allerlei bestanden heel belangrijk voor haar werk. ‘Het stelt ons in staat om beleidsmakers beter te informeren over de effectiviteit van beleid. Ik ben dus zeker tevreden, maar schrik altijd wel van de kosten als er weer een factuur binnenkomt (CBS brengt kosten in rekening om een deel van de uitgaven voor de infrastructuur en de administratieve en organisatorische handelingen te dekken, red.).’ Ze vindt de nieuwe mogelijkheden die CBS aanbiedt positief. ‘Op het CPB is het vaak vechten om een plekje bij een van de vijf remote access-computers. Dat capaciteitsprobleem zal nu opgelost worden. En het lijkt me ook fijn om ’s avonds nog eens verder te kunnen werken aan een analyse.’
Wensenlijstje
Ook Jonneke Bolhaar is werkzaam bij het CPB. Zij is er onderzoeker en heeft veel ervaring met het werken met remote access. ‘Ik heb microdata gebruikt om de effectiviteit van activerend arbeidsmarktbeleid te meten, om flexibele arbeid in kaart te brengen, om geleidelijke uittreding richting pensioen te analyseren en om routes naar leraarschap in kaart te brengen. Een grote diversiteit aan onderwerpen, met name op het gebied van arbeidsmarkt, sociale zekerheid en onderwijs.’ Bolhaar vindt het bijzonder dat er zo’n breed scala aan micro-data beschikbaar is. Daarnaast is het microdatateam volgens haar altijd erg behulpzaam en meestal snel in de beantwoording van vragen. ‘Maar natuurlijk heb ik nog wel een wensenlijstje. Zo is de beschikbare geheugencapaciteit soms klein voor het werken met zulke grote bestanden. En liefst wil je als onderzoeker- juist als je gevraagd wordt beleidsadvies te geven - beschikken over zo recent mogelijke bestanden om een beleidsmaatregel snel te kunnen evalueren. Dat lukt helaas nog niet altijd, al is er op dit punt in de afgelopen zes jaar wel vooruitgang geboekt.'