CBS-verkenning SDGs: startpunt van maatschappelijk debat
Subtopper
Een stabiele subtopper in Europa. Dat is het beeld van Nederland dat oprijst in de CBS-publicatie over de SDGs. Vooral op de gebieden van economie, rechtsstaat en instituties doet ons land het goed. Minder goed gaat het op de gebieden van klimaatbescherming, hernieuwbare energie en economische en sociale ongelijkheid. Zo stoot Nederland nog relatief veel broeikasgassen per inwoner uit en is de gezonde levensverwachting van Nederlandse vrouwen in de Europese Unie (EU) laag.
VN-doelstellingen
Het CBS-onderzoek, dat veel media-aandacht kreeg, werd uitgevoerd naar aanleiding van de 17 duurzame ontwikkelingsdoelen (en 169 subdoelstellingen) die alle landen van de Verenigde Naties in september 2015 vaststelden: de Sustainable Development Goals (SDGs). Voor het meten zijn internationaal 230 indicatoren voorgesteld. De doelstellingen gelden voor de periode 2015-2030 en worden wereldwijd gezien als dé beleidsthema’s voor de komende vijftien jaar. 193 landen hebben zich gecommitteerd er alles aan te doen om bij te dragen aan het realiseren van de gestelde doelen rond welvaart, veiligheid en rechtvaardigheid.
Minder goed gaat het in Nederland op de gebieden van klimaatbescherming, hernieuwbare energie en economische en sociale ongelijkheid
Grote uitdaging
De nationale statistische bureaus spelen een belangrijke rol bij de monitoring van de gestelde doelen. Zij staan voor een grote uitdaging, want nog niet voor alle SDG-indicatoren zijn data beschikbaar. De CBS-verkenning ‘Meten van SDGs: een eerste beeld voor Nederland’ brengt voor het eerst de SDGs voor Nederland in beeld. Ook maakt het voor het eerst een Europese vergelijking. ‘CBS heeft tot nog toe geïnventariseerd dat ruim een derde van de indicatoren over de SDGs voor Nederland beschikbaar is’, aldus Gerard Eding. Hij is directeur Nationale Rekeningen van CBS en nauw betrokken bij het opstellen van het rapport: ‘Dat we in staat zijn om ruim een derde van de SDG-indicatoren te meten op basis van bestaande data is een mooie start. Het klinkt gering, maar er zijn weinig andere ontwikkelde landen die een hoger percentage hebben. Anderzijds maakt dit duidelijk dat er nog veel werk te doen is. Veel SDG-indicatoren moeten nog ontwikkeld worden.’
Maatschappelijk debat
Op welke (sub) doelstellingen moet worden gefocust? Hoe wordt de voortgang op het gebied van de SDGs gemeten? Vragen die aan de orde zullen komen in het brede maatschappelijke debat, waarvoor het CBS-rapport mede een startpunt vormt. ‘SDGs zijn een momentopname’, zegt Marieke Rensman, onderzoeker Duurzaamheid en één van de auteurs van de CBS-verkenning. ‘Ze richten zich op het hier en nu en kijken minder naar het effect op ons handelen later in de tijd. Neem bijvoorbeeld onderwijs: de SDGs geven aan wat we daarin investeren. Maar is dat genoeg voor later? Halen we daar de doelen mee voor 2030? En op welke doelen willen we als Nederland ons geld het eerste in zetten? Daarover moeten politici, beleidsmakers, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties keuzes maken. Die uitkomst is voor ons belangrijk, omdat we op basis daarvan ons onderzoekswerk richting kunnen geven. Er moeten vragen beantwoord worden zoals: welke nog ontbrekende indicatoren moeten als eerste ontwikkeld worden en hoe kunnen we de benodigde financiering van dit onderzoek afstemmen?’
Conferentie
Op 8 december a.s. komen tijdens de conferentie ‘Transform your World’ op de Erasmus Universiteit in Rotterdam zo’n 450 deelnemers uit de wereld van overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties bij elkaar om de mogelijkheden voor het behalen van de doelstellingen in 2030 te bespreken. CBS is gevraagd daar ook de uitkomsten van de eerste meting van SDGs in Nederland te presenteren. Wat is eigenlijk de rol van CBS in dit brede maatschappelijke debat? ‘Wij vervullen de rol van spil, van coördinator op het gebied van data en het monitoren van de voortgang’, schetst Eding. ‘Dat hebben we met deze publicatie laten zien en dat geldt ook voor de monitoring van de SDGs in toekomstige nationale rapportages.’