Jarenlange discussie
In het ‘Jaarrapport Integratie 2016’ wordt voor het eerst niet meer gesproken over autochtonen en allochtonen, maar over personen met een Nederlandse of migratieachtergrond. Al jaren is discussie over het gebruik van de termen allochtoon en autochtoon. ‘Het woord allochtoon heeft voor sommigen een negatieve betekenis gekregen’, zegt Jeroen Ooijevaar, projectleider van de onderzoeksgroep Migratie en Integratie. ‘Steeds meer organisaties en media gebruiken deze term niet meer.’
Bureau of Standards
De discussie over de terminologie kwam in een stroomversnelling toen de Tweede Kamer dit jaar een motie aannam, waarin de regering werd verzocht om de termen allochtoon en autochtoon te herzien. Huib van de Stadt, hoofddirecteur Sociaaleconomische en Ruimtelijke Statistieken bij CBS: ‘De term allochtoon - met de specifieke betekenis ‘persoon van wie minimaal één ouder in het buitenland is geboren’ - stamt uit de jaren negentig. CBS gebruikt de term in deze betekenis nu twintig jaar consequent en dat is belangrijk geweest voor de statistieken over personen met een migratieachtergrond. Die zijn nu onderling en in de tijd goed vergelijkbaar. Het is een mooi voorbeeld van statistische coördinatie en de rol van CBS als Bureau of Standards. Met de nieuwe terminologie willen we daaraan een nieuwe impuls geven.’
Al jaren is discussie over het gebruik van de termen allochtoon en autochtoon
Goed overleg
CBS heeft de nieuwe termen na lang beraad en in goed overleg gekozen. Van de Stadt: ‘We vinden het belangrijk hierin samen op te trekken met andere organisaties, zoals de WRR en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). De samenleving is niet gediend met verwarrende terminologie. We hebben daarom veel tijd gestoken in de afstemming met deze organisaties en we zijn blij dat dat is gelukt.’ Bij de discussie speelden zowel technische argumenten – zijn de termen goed werkbaar? – als maatschappelijke – doen de termen recht aan de identiteit van de inwoners van Nederland?
Voor een statistiek is de term ‘personen met een migratieachtergrond’ overigens meestal niet specifiek genoeg. Ooijevaar: ‘In de praktijk spreken we bijvoorbeeld van personen met een Marokkaanse achtergrond of van personen met een westerse achtergrond. Statistieken over álle personen met een migratieachtergrond zeggen immers niet zoveel. Daarvoor zijn de verschillen tussen de groepen te groot.’
Verbindingen leggen
Waarom is het nodig om mensen in te delen naar herkomst? In het maatschappelijk debat dat gevoerd wordt over integratie biedt CBS een verzameling objectieve gegevens. ‘We vertellen wat er feitelijk gebeurt’, aldus Ooijevaar. ‘Een indeling in groepen maakt het mogelijk om verbindingen te leggen: hoe presteert deze groep op sociaaleconomisch gebied? En hoe hangt dit samen met het onderwijs dat ze genoten? Hoe specifieker je bent, hoe beter beleidsmakers hun beleid kunnen toespitsen. De cijfers dragen bij aan een eerlijk verhaal. Media kunnen heel gemakkelijk het beeld bepalen door één voorval te tonen. Met de cijfers van CBS kan dat beeld gestaafd of ontkracht worden.’
Reacties zijn welkom
De aanpassing van de terminologie rond herkomst is nog niet definitief. ‘We zijn heel benieuwd naar de reactie uit de samenleving’, zegt Ooijevaar. ‘In het Jaarrapport Integratie roepen we nadrukkelijk op om te reageren. Als uit onze evaluatie blijkt dat de nieuwe termen voldoen, zullen we die breder binnen het CBS doorvoeren.’ Daarna is het tijd voor de volgende stap: ‘In de toekomst gaan we ook nadenken over de huidige afbakening van de begrippen. Bijvoorbeeld over het onderscheid tussen personen met een westerse en niet-westerse migratieachtergrond. Voldoet dat nog wel? En moeten we er bij de tweede generatie misschien rekening mee houden of één óf beide ouders in het buitenland geboren zijn? Bij die discussie zullen ook belanghebbenden uit de samenleving betrokken worden.’