CBS brengt jeugdzorg in beeld

/ Auteur: Miriam van der Sangen
CBS levert vanaf vandaag elk half jaar cijfers over de stand van zaken in de jeugdzorg. Deze gegevens bieden belangrijke beleidsinformatie voor alle gemeenten van Nederland en het Rijk. Opdrachtgevers voor deze klus waren de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Veiligheid en Justitie (VenJ). 

Sinds 1 januari 2015 zijn gemeenten volgens de nieuwe Jeugdwet verantwoordelijk voor de jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Daarom is het belangrijk dat gemeenten op dit terrein beschikken over kwalitatief goede beleidsinformatie. Ook de ministeries van VWS en van VenJ hebben behoefte aan beleidsinformatie om toe te zien op de werking van het nieuwe jeugdstelsel. CBS heeft de opdracht gekregen jaarlijks in april en oktober cijfers over de stand van zaken in de jeugdzorg op te leveren. De eerste voorlopige resultaten komen vandaag beschikbaar.

Nieuwe statistiek

Jan Mol is werkzaam bij het team Gezondheid en Zorg. Hij en zijn collega’s hebben in een paar maanden tijd een nieuwe statistiek opgezet. Die levert beleidsinformatie voor zowel de gemeenten als het Rijk. De ministeries van VWS en VenJ hebben daarvoor samen met de VNG en CBS een landelijke dataset uitgewerkt, die is opgenomen in de Jeugdwet. Vanaf 1 januari 2015 zijn alle jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen verplicht de gegevens bij CBS aan te leveren.

Drietrapsmodel

Mol vertelt dat de betrokken partijen het zogenaamde drietrapsmodel hebben ontwikkeld. ‘De eerste trap is een benchmark die zicht geeft op het gebruik van jeugdzorg op landelijk en gemeentelijk niveau. De gegevens daarvoor zijn gebaseerd op de informatie die de jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen aan CBS hebben geleverd. De tweede trap is aanvullend nader onderzoek naar opvallende verschillen tussen gemeenten en de oorzaken daarvan. De derde trap is leren van de inzichten die zijn opgedaan bij de eerste en tweede trap. En van daaruit op zoek gaan naar verbetering en bijstelling van het beleid.’

‘De respons van 90 procent is een prachtige score, zeker gezien het feit dat we met een nieuwe statistiek te maken hebben’

Hobbels

Bij het opzetten van de nieuwe statistiek kwamen Mol en zijn collega’s een aantal  hobbels tegen. ‘De eerste hobbel had te maken met dat CBS afhankelijk was van de gemeenten voor de namen en adressen van de aanbieders van jeugdzorg. Aanbieders die in meerdere gemeenten zorg leveren, kwamen op net zo veel gemeentelijke lijsten voor maar soms met net een andere naam of adressering. We hebben dan ook veel tijd en moeite gestoken in het zo compleet mogelijk maken van een bestand met informatie over de 2500 aanbieders van jeugdzorg in Nederland.’ Die aanbieders leverden aan CBS de afgelopen maanden de gevraagde set gegevens. Dat zorgde voor een respons van 90 procent. ‘Een prachtige score gezien het feit dat we te maken hebben met een nieuwe statistiek. We missen nu vooral nog een aantal kleine zelfstandigen’, aldus Mol.

Strikte voorwaarden

Een andere lastige hobbel is volgens Mol dat een aantal aanbieders van mening is dat zij aan CBS geen gegevens op persoonsniveau (inclusief Burger Service Nummer (BSN)) hoeven te leveren of zelf mogen leveren. Dat is echter niet juist. ‘De Jeugdwet stelt strikte voorwaarden aan de uitvraag van gegevens voor beleidsinformatie. Zo is vastgelegd om welke gegevens het gaat, bijvoorbeeld welke persoonsgegevens het betreft. De jeugdhulpaanbieders moeten die persoonsgegevens aan CBS leveren. CBS versleutelt ze en verwerkt ze daarna tot standaardtabellen. Die worden in oktober en april gepubliceerd in StatLine, de database van CBS. Het gaat daarbij altijd om geaggregeerde gegevens, omdat de informatie die CBS publiceert niet herleidbaar mag zijn tot individuele personen of instellingen.’