‘Lokale bestuurders ontsnappen nooit aan de werkelijkheid’
Wat ziet u als uw belangrijkste taak bij de VNG?
Eigenlijk vind ik dat vooral ‘het verbinden’. De directieraad heeft als taak het bestuur van de vereniging met de leden en de organisatie te verbinden. Je bent echter ook de schakel tussen het bestuur van de vereniging en het kabinet. Daarnaast moet je het boegbeeld zijn. Zeker na alle decentralisaties is het mijn taak de verbinding te maken met allerlei landelijke organisaties, waarvan de leden ook weer moeten samenwerken met gemeenten.’
Op welke manier worden de belangen van zowel grote als kleine gemeenten door de VNG vertegenwoordigd?
Naarmate de decentralisaties doorzetten, worden de overeenkomsten tussen grote en kleine gemeenten groter dan de verschillen. We zijn weliswaar verschillend, maar dat bindt ons als gemeenten. Kleinere gemeenten kunnen heel veel van grote gemeenten leren, maar andersom ook.
De gemeenten hebben er sinds 1 januari van dit jaar nieuwe taken bijgekregen, maar het moet gebeuren met minder budget. Hoe?
De gemeenten hebben budget gekregen om zorg op maat te organiseren, dicht bij de mensen. Er wordt heel vaak gezegd dat er taken zijn overgedragen en bijgekomen. Maar we doen het per definitie niet op de manier waarop het in de afgelopen jaren altijd is gebeurd. Dat is namelijk niet altijd handig gebleken. De oude manier was verkokerd en leidde tot heel veel bureaucratie. Gemeenten proberen het nu zo te organiseren dat je het niet steeds hebt over huishoudelijke hulp, begeleiding, dagbesteding of persoonlijke verzorging. De eenvoudige vraag luidt: wat hebt ú nodig aan ondersteuning? Dat kan een deel huishoudelijke hulp zijn of in de medische sfeer een deel verpleging. Het gaat erom dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen.
‘Als landelijk bestuurder kun je je verschuilen achter mooie nota’s en plannen, als lokaal bestuurder kom je mensen gewoon tegen op de markt’
Als je de nieuwe manier van werken van de gemeenten bekijkt hoe voorkom je dan toch weer al die bureaucratie?
Het is de grootste valkuil voor de gemeenten. Tegelijkertijd zie ik bij ontzettend veel wethouders en raadsleden een grote gedrevenheid om dat niet te laten gebeuren. De decentralisatie naar gemeenten maakt het mogelijk om op Rotterdam-Zuid iets anders te doen dan in Wassenaar. Dat is nu precies de bedoeling. In politieke zin is dat echter wel een ingewikkelde discussie. De Kamer roept dan: we moeten wél allemaal dezelfde rechten hebben! We gaan naar een samenleving waar je aan de ene kant verzekerde rechten hebt, die voor iedereen gelijk zijn. Aan de andere kant kunnen de lokale voorzieningen verschillen. Die zijn de uitkomst van politieke discussies. Dat is hartstikke spannend!
De rode draad in uw loopbaan is onderwijs, emancipatie en integratie van minderheidsgroepen. In hoeverre komt u deze onderwerpen in uw huidige functie weer tegen?
Ik kom ze allemaal weer tegen. Het leuke van lokaal bestuur is dat je nooit aan de werkelijkheid kunt ontsnappen. Als landelijk bestuurder kun je je verschuilen achter mooie nota’s en plannen. Als lokaal bestuurder kom je mensen gewoon tegen op de markt. Die mensen spreken je aan op je bestuurlijke rol. Thema’s als integratie en emancipatie zijn typisch thema’s die je in de werkelijkheid ziet gebeuren. Hoe zorg je er voor dat de publieke ruimte voor iedereen toegankelijk blijft? Dat is emancipatie, maar ook integratie. De hele integratiediscussie speelt zich in de gemeente af. Hoe ga je mensen, die vreemd zijn voor elkaar weer met elkaar verbinden?
Tussen CBS en KING, een onderdeel van de VNG, bestaat al jaren een goede samenwerking. Hoe ervaart u de samenwerking?
De ervaringen van KING met CBS zijn heel erg goed. CBS levert enorm veel data. Er zijn ook wel eens wat ‘hick-ups’. Vooral als het gaat om informatie die je als gemeente nodig hebt en waar de privacy in het geding is. Daar hebben we goede gesprekken over. Als gehele samenleving worstelen wij hier natuurlijk mee: wat heb je nodig voor je beleidsontwikkeling? Ga je op het scherpst van de snede van de privacywetgeving zitten? Dat is een ingewikkelde discussie. Ik denk dat CBS steeds belangrijker wordt, net als het CPB, SCP en het PBL.
Kunt u een voorbeeld noemen van een project dat KING en CBS samen succesvol hebben ontwikkeld?
Ja, zeker. Naarmate er meer op lokaal niveau plaatsvindt, moeten de gegevens die CBS bijvoorbeeld levert ook op het niveau van wijken in gemeenten bruikbaar zijn. KING heeft daar met behulp van CBS-cijfers een prachtig instrument voor ontwikkeld: waarstaatjegemeente.nl. Daar kunnen raadsleden de gegevens van hun eigen gemeente bekijken en vergelijken met andere gemeenten. We ontwikkelen waarstaatjegemeente.nl samen met CBS en anderen verder, zodat je ook kunt zien hoe je de cijfers moet duiden. Wat weten we wel en wat weten we niet? Welke kennis is nog noodzakelijk en welk handelingsperspectief levert deze kennis op? Dat laatste is natuurlijk het allerbelangrijkste.