CBS stapt over op internationale definitie van werkloosheid

/ Auteur: Jaap van Sandijk
Met ingang van 26 februari van dit jaar hanteert CBS de internationale definitie van werkloosheid. Dit maakt het voor de gebruikers gemakkelijker om cijfers over werkloosheid en arbeidsmarkt internationaal te vergelijken.

Twee indicatoren

CBS publiceert al jarenlang over de werkloosheid en de beroepsbevolking. Daarvoor gebruikte het twee definities: de internationale definitie van de International Labour Organization (ILO) én een nationale definitie. Die laatste was leidend en vormde de basis voor de officiële werkloosheidscijfers voor Nederland. Dat verandert nu. Met ingang van 26 februari van dit jaar vormen de cijfers volgens de ILO-definitie de CBS-hoofdcijfers op het gebied van werkloosheid en beroepsbevolking.

Verschil in uren per week

Het belangrijkste verschil tussen beide definities is het aantal uren dat iemand per week moet werken om tot de werkzame beroepsbevolking te behoren. Bij de internationale definitie is dit criterium één uur per week, bij de nationale definitie twaalf uur per week. De nationale definitie heeft destijds gekozen voor het criterium van twaalf uur omdat dit beter aansluit bij de beleving van werkenden. ‘Iemand die minimaal twaalf uur per week werkt, noemt dat meestal zijn of haar belangrijkste bezigheid’, licht senior statistisch onderzoeker Henk-Jan Dirven toe.

Differentiatie

Omdat de nationale definitie uitstekend functioneerde, moest de keuze voor de nieuwe standaarddefinitie goed worden afgewogen. ‘Ook internationaal was er discussie over de ILO-definitie, maar vorig jaar is deze door de ILO wederom voor lange tijd vastgesteld’, vertelt Dirven. ‘Het belang van de internationale vergelijkbaarheid gaf uiteindelijk voor CBS de doorslag.’ Een vooruitgang, aldus de statistisch onderzoeker, maar wel eentje waar haken en ogen aan zitten. ‘Door de nieuwe definitie verandert de scheiding tussen werkenden en werklozen. De beroepsbevolking is minder homogeen – daar zitten veel mensen tussen met een kleine baan. Het gevolg is dat we onder werkenden bijvoorbeeld meer mensen met een laag inkomen aantreffen. Daarom brengen we differentiatie aan in zowel de groep werkenden als de groep werklozen.’

‘Door de nieuwe definitie verandert de scheiding tussen werkenden en werklozen'

Efficiënter waarnemen

Tegelijkertijd met de overstap naar de nieuwe, internationale definitie reviseert CBS de cijfers. Dit gebeurt omdat de manier van dataverzameling moderner en efficiënter is geworden. ‘Vroeger deden we telefonische enquêtes en face-to-face gesprekken, nu kunnen mensen ook via internet vragenlijsten invullen’, vertelt Dirven. Ook wordt de doelgroep van de statistiek verbreed. ‘We richten ons nu op 15- tot 74-jarigen, zodat we ook werkloze en werkzame 65-plussers kunnen meerekenen.’

Veel werk

Het meeste werk van de overstap naar de internationale definitie zit in het samenstellen van nieuwe tabellen. ‘Vrijwel alle tabellen gingen uit van de nationale definitie. Daarnaast hadden we enkele tabellen op basis van de internationale definitie. Die situatie wordt nu gespiegeld: straks zijn bijna alle tabellen gemaakt op basis van de internationale definitie, terwijl een klein aantal tabellen de nationale definitie als uitgangspunt hebben. Alle cijfers tot 2003 berekenen we opnieuw volgens de internationale definitie. Dat is eenmalig wel veel werk.’

Gefaseerde overstap

Met ingang van 26 februari van dit jaar zijn de maandelijkse cijfers over beroepsbevolking en arbeidsmarkt dus gebaseerd op de definitie van de ILO. Maar er zijn ook kwartaal- en jaarcijfers over beroepsbevolking en arbeidsmarkt. Gaan die ook in één keer over? ‘De kwartaal- en jaarcijfers zullen gefaseerd overgaan’, zegt Dirven. ‘In totaal waren er zo’n vijftig tabellen over de beroepsbevolking. Een flink deel daarvan is per 26 februari overgezet. De overige tabellen volgen later dit jaar en volgend jaar.’