Prognose intervallen personen in huishoudens; 2025-2070

Prognose intervallen personen in huishoudens; 2025-2070

Geslacht Prognose(-interval) Perioden Personen in huishoudens Totaal personen in huishoudens (aantal) Personen in huishoudens Personen in particuliere huishoudens Totaal personen in particuliere huish. (aantal) Personen in huishoudens Personen in particuliere huishoudens Thuiswonend kind (aantal) Personen in huishoudens Personen in particuliere huishoudens Alleenstaand (aantal) Personen in huishoudens Personen in particuliere huishoudens Samenwonend (aantal) Personen in huishoudens Personen in particuliere huishoudens Ouder in eenouderhuishouden (aantal) Personen in huishoudens Personen in particuliere huishoudens Overig lid huishouden (aantal) Personen in huishoudens Personen in institutionele huishoudens (aantal) Particuliere huishoudens Totaal particuliere huishoudens (aantal) Particuliere huishoudens Gemiddelde huishoudensgrootte (aantal)
Totaal mannen en vrouwen Prognose 2070 20.631.415 20.175.724 5.161.774 4.345.820 9.549.546 795.994 322.590 455.691 9.968.283 2,02
Totaal mannen en vrouwen Ondergrens 95%-prognose-interval 2070 17.522.243 17.078.006 3.501.651 2.588.021 7.121.148 549.237 199.193 47.825 8.271.918 1,76
Totaal mannen en vrouwen Bovengrens 95%-prognose-interval 2070 24.098.408 23.631.220 7.081.371 6.288.624 12.064.206 1.087.405 555.384 1.058.129 11.783.062 2,34
Totaal mannen en vrouwen Ondergrens 67%-prognose-interval 2070 18.829.235 18.427.784 4.241.598 3.394.613 8.297.366 653.661 252.557 191.391 9.025.410 1,89
Totaal mannen en vrouwen Bovengrens 67%-prognose-interval 2070 22.290.933 21.786.114 6.079.177 5.204.878 10.711.376 929.723 410.306 731.838 10.818.752 2,18
Mannen Prognose 2070 10.289.928 10.070.372 2.764.601 2.211.267 4.788.952 146.960 158.592 219.556
Mannen Ondergrens 95%-prognose-interval 2070 8.708.059 8.484.103 1.891.968 1.315.332 3.615.984 102.512 98.615 20.705
Mannen Bovengrens 95%-prognose-interval 2070 12.052.097 11.806.789 3.769.879 3.205.647 5.995.604 198.957 269.175 512.786
Mannen Ondergrens 67%-prognose-interval 2070 9.374.497 9.175.856 2.284.329 1.718.653 4.184.301 121.926 124.449 82.283
Mannen Bovengrens 67%-prognose-interval 2070 11.136.647 10.890.084 3.248.071 2.654.437 5.352.119 170.004 200.942 358.486
Vrouwen Prognose 2070 10.341.489 10.105.354 2.397.173 2.134.552 4.760.595 649.036 163.998 236.135
Vrouwen Ondergrens 95%-prognose-interval 2070 8.823.744 8.598.134 1.603.406 1.267.702 3.477.283 446.088 101.179 27.425
Vrouwen Bovengrens 95%-prognose-interval 2070 12.047.750 11.812.516 3.321.235 3.072.101 6.046.215 888.245 286.034 550.905
Vrouwen Ondergrens 67%-prognose-interval 2070 9.461.848 9.243.486 1.957.835 1.674.816 4.115.000 531.991 128.496 107.025
Vrouwen Bovengrens 67%-prognose-interval 2070 11.155.796 10.895.685 2.829.074 2.553.375 5.372.920 759.264 210.638 372.274
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de prognose van de bevolking van Nederland in huishoudens en particuliere huishoudens in Nederland. De cijfers hebben betrekking op de situatie per 1 januari.

De volgende uitsplitsingen zijn mogelijk:
- Personen naar positie in het huishouden, geslacht en prognose-interval;
- Particuliere huishoudens naar prognose-interval;
- Gemiddelde huishoudensgrootte naar prognose-interval.

Gegevens beschikbaar: 2025-2070

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn berekende prognosecijfers.

Wijzigingen per 17 december 2024:
Geen, dit is een nieuwe tabel waarin de voorgaande prognose is bijgesteld op basis van de inmiddels beschikbaar gekomen waarnemingen. De prognoseperiode loopt nu van 2025 tot 2070.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De verschijningsfrequentie van deze tabel is eenmalig. In december 2027 wordt de nieuwe huishoudensprognosetabel gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Personen in huishoudens
Bevolking van Nederland naar positie in het huishouden, 1 januari.

Bevolking
De bewoners van een bepaald gebied. In de CBS-bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente. In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage. In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.

Huishouden
Particulier of institutioneel huishouden.

Particulier huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Institutioneel huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats. Het gaat om personen in instellingen zoals verpleeg-, verzorgings- en kindertehuizen, gezinsvervangende tehuizen, revalidatiecentra en penitentiaire inrichtingen, die daar in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.

Positie in het huishouden
Plaats die een persoon in een huishouden inneemt ten opzichte van de referentiepersoon van het huishouden. De referentiepersoon wordt niet als aparte positie onderscheiden maar neemt een van de andere posities in, behalve die van thuiswonend kind of lid van een institutioneel huishouden.

Referentiepersoon
Lid van het huishouden ten opzichte van wie de posities van de andere leden in het huishouden worden bepaald en van wie de kenmerken eventueel ook aan het huishouden worden toegekend. Uit de leden van het huishouden wordt de referentiepersoon als volgt gekozen:
- als er een paar is binnen het huishouden: de man;
- als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar;
- in een eenouderhuishouden: de ouder;
- in een overig huishouden: de oudste meerderjarige man of - als deze ontbreekt - de oudste meerderjarige vrouw.
Totaal personen in huishoudens
Personen in particuliere huishoudens
Particulier huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Totaal personen in particuliere huish.
Thuiswonend kind
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders.

Onder thuiswonende kinderen worden ook adoptie- en stiefkinderen begrepen, maar geen pleegkinderen.
Alleenstaand
Persoon die alléén zichzelf particulier, dus niet-bedrijfsmatig, voorziet van huisvesting en in dagelijkse levensbehoeften.

Een alleenstaande vormt een eenpersoonshuishouden. Tot eenpersoonshuishoudens worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren. Alleenstaanden worden in alle burgerlijke staten aangetroffen; zo kunnen gehuwden na het stuklopen van hun relatie (in afwachting van een scheiding) alleen wonen.
Samenwonend
Situatie van twee personen die als paar, al dan niet met kinderen, een particulier huishouden vormen.
Ouder in eenouderhuishouden
Persoon die niet samenwoont met een partner, maar wel thuiswonende kinderen heeft.

Thuiswonend kind
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders. Onder thuiswonende kinderen worden ook adoptie- en stiefkinderen begrepen, maar geen pleegkinderen.
Overig lid huishouden
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden. Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan iemand die samen met broer(s) en/of zus(sen) een huishouden vormt, een pleegkind, of een kostganger die bij een gezin inwoont.
Personen in institutionele huishoudens
Institutioneel huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats. Het gaat om personen in instellingen zoals verpleeg-, verzorgings- en kindertehuizen, gezinsvervangende tehuizen, revalidatiecentra en penitentiaire inrichtingen, die daar in principe voor langere tijd (zullen) verblijven
Particuliere huishoudens
Particuliere huishoudens in Nederland, 1 januari.

Particulier huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Totaal particuliere huishoudens
Particulier huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Gemiddelde huishoudensgrootte
Gemiddeld aantal personen dat deel uitmaakt van een particulier huishouden. Wordt berekend door de totale bevolking in particuliere huishoudens te delen door het aantal particuliere huishoudens