Prognose huishoudens op 1 januari; kerncijfers 2025-2070

Prognose huishoudens op 1 januari; kerncijfers 2025-2070

Perioden Personen in huishoudens Totaal personen in huishoudens (aantal) Personen in huishoudens Personen in particuliere huishoudens Totaal personen in particuliere huish... (aantal) Personen in huishoudens Personen in particuliere huishoudens Thuiswonend kind (aantal) Personen in huishoudens Personen in particuliere huishoudens Alleenstaand (aantal) Personen in huishoudens Personen in particuliere huishoudens Samenwonend (aantal) Personen in huishoudens Personen in particuliere huishoudens Ouder in eenouderhuishouden (aantal) Personen in huishoudens Personen in particuliere huishoudens Overig lid huishouden (aantal) Personen in huishoudens Personen in institutionele huishoudens (aantal) Particuliere huishoudens: grootte Totaal particuliere huishoudens (aantal) Particuliere huishoudens: grootte Eenpersoonshuishouden (aantal) Particuliere huishoudens: grootte Meerpersoonshuishouden Totaal meerpersoonshuishoudens (aantal) Particuliere huishoudens: grootte Meerpersoonshuishouden 2 personen (aantal) Particuliere huishoudens: grootte Meerpersoonshuishouden 3 personen (aantal) Particuliere huishoudens: grootte Meerpersoonshuishouden 4 personen (aantal) Particuliere huishoudens: grootte Meerpersoonshuishouden 5 of meer personen (aantal) Particuliere huishoudens: grootte Gemiddelde huishoudensgrootte (aantal) Particuliere huishoudens: kindertal Totaal huishoudens met kinderen Totaal huishoudens met kinderen (aantal) Particuliere huishoudens: kindertal Totaal huishoudens met kinderen 1 kind (aantal) Particuliere huishoudens: kindertal Totaal huishoudens met kinderen 2 kinderen (aantal) Particuliere huishoudens: kindertal Totaal huishoudens met kinderen 3 of meer kinderen (aantal) Particuliere huishoudens: kindertal Paar Totaal paren met kinderen (aantal) Particuliere huishoudens: kindertal Paar 1 kind (aantal) Particuliere huishoudens: kindertal Paar 2 kinderen (aantal) Particuliere huishoudens: kindertal Paar 3 of meer kinderen (aantal) Particuliere huishoudens: kindertal Eenouderhuishouden Totaal eenouderhuishoudens (aantal) Particuliere huishoudens: kindertal Eenouderhuishouden 1 kind (aantal) Particuliere huishoudens: kindertal Eenouderhuishouden 2 kinderen (aantal) Particuliere huishoudens: kindertal Eenouderhuishouden 3 of meer kinderen (aantal)
2025 18.048.172 17.748.210 4.664.414 3.415.300 8.759.623 624.205 284.668 299.962 8.466.181 3.415.299 5.050.882 2.721.011 979.673 950.800 399.397 2,10 2.656.070 1.176.573 1.072.218 407.279 2.031.867 789.691 894.110 348.066 624.203 386.882 178.108 59.213
2030 18.458.056 18.117.421 4.647.872 3.653.925 8.884.776 648.904 281.944 340.635 8.792.765 3.653.924 5.138.841 2.796.953 1.023.630 935.584 382.674 2,06 2.690.742 1.239.987 1.059.039 391.715 2.041.842 831.751 877.826 332.264 648.900 408.236 181.213 59.451
2035 18.837.026 18.462.928 4.701.496 3.822.440 8.980.740 672.500 285.752 374.098 9.033.143 3.822.427 5.210.716 2.820.748 1.073.329 942.344 374.295 2,04 2.758.285 1.307.344 1.068.463 382.479 2.085.791 879.559 883.480 322.752 672.494 427.785 184.982 59.726
2040 19.180.673 18.778.324 4.802.751 3.946.342 9.040.009 698.589 290.633 402.349 9.212.779 3.946.347 5.266.432 2.809.494 1.121.767 963.488 371.683 2,04 2.844.128 1.371.050 1.094.187 378.890 2.145.540 923.954 903.277 318.308 698.588 447.096 190.910 60.582
2045 19.460.679 19.036.403 4.911.461 4.027.481 9.074.320 728.635 294.506 424.276 9.340.956 4.027.469 5.313.487 2.791.230 1.164.745 987.781 369.731 2,04 2.929.913 1.428.482 1.125.177 376.253 2.201.262 960.469 926.280 314.512 728.651 468.013 198.896 61.741
2050 19.687.645 19.244.559 5.009.613 4.082.588 9.094.576 759.275 298.507 443.086 9.436.866 4.082.588 5.354.278 2.775.631 1.200.161 1.011.539 366.947 2,04 3.007.157 1.478.149 1.156.422 372.586 2.247.895 988.710 949.140 310.045 759.262 489.439 207.283 62.541
2055 19.877.635 19.420.378 5.066.371 4.135.849 9.131.886 781.953 304.319 457.257 9.532.133 4.135.847 5.396.286 2.780.345 1.231.707 1.019.134 365.101 2,04 3.061.038 1.523.564 1.167.762 369.712 2.279.084 1.016.383 955.789 306.911 781.954 507.181 211.972 62.800
2060 20.065.830 19.604.095 5.079.453 4.196.383 9.226.111 791.156 310.992 461.735 9.650.249 4.196.388 5.453.861 2.819.688 1.255.586 1.015.507 363.080 2,03 3.086.972 1.556.520 1.163.860 366.592 2.295.816 1.040.203 951.478 304.136 791.156 516.317 212.382 62.456
2065 20.308.627 19.850.427 5.099.393 4.264.951 9.375.911 793.082 317.090 458.200 9.796.847 4.264.940 5.531.907 2.879.802 1.270.171 1.017.294 364.640 2,03 3.106.497 1.574.745 1.164.393 367.358 2.313.410 1.055.682 952.739 304.989 793.087 519.063 211.654 62.369
2070 20.631.415 20.175.724 5.161.774 4.345.820 9.549.546 795.994 322.590 455.691 9.968.283 4.345.812 5.622.471 2.940.316 1.277.998 1.029.849 374.307 2,02 3.137.029 1.583.471 1.176.714 376.843 2.341.035 1.063.072 964.421 313.542 795.994 520.400 212.293 63.301
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de prognose van de bevolking van Nederland in huishoudens en particuliere huishoudens in Nederland. De cijfers hebben betrekking op de situatie per 1 januari.

De volgende uitsplitsingen zijn mogelijk:
- Personen naar positie in het huishouden;
- Particuliere huishoudens naar samenstelling van het huishouden;
- Particuliere huishoudens naar grootte van het huishouden;
- Paren en eenouderhuishoudens naar kindertal;
- Huishoudens met kinderen naar leeftijd van het jongste thuiswonende kind.

Gegevens beschikbaar: 2025-2070

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn berekende prognosecijfers.

Wijzigingen per 12 februari 2025:
Cijfers naar het aantal particuliere huishoudens naar grootte, naar kindertal en naar leeftijd van het kind zijn toegevoegd. Bij de vorige publicatie waren deze cijfers niet beschikbaar.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De verschijningsfrequentie van deze tabel is eenmalig. In december 2027 wordt de nieuwe huishoudensprognosetabel gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Personen in huishoudens
Personen naar positie in het huishouden, 1 januari.

Huishouden
Particulier of institutioneel huishouden.

Particulier huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Institutioneel huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats. Het gaat om personen in instellingen zoals verpleeg-, verzorgings- en kindertehuizen, gezinsvervangende tehuizen, revalidatiecentra en penitentiaire inrichtingen, die daar in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.

Positie in het huishouden:
Plaats die een persoon in een huishouden inneemt ten opzichte van de referentiepersoon van het huishouden. De referentiepersoon wordt niet als aparte positie onderscheiden maar neemt een van de andere posities in, behalve die van thuiswonend kind of lid van een institutioneel huishouden.

Referentiepersoon
Lid van het huishouden ten opzichte van wie de posities van de andere leden in het huishouden worden bepaald en van wie de kenmerken eventueel ook aan het huishouden worden toegekend.
Uit de leden van het huishouden wordt de referentiepersoon als volgt gekozen:
- als er een paar is binnen het huishouden: de man;
- als het paar van gelijk geslacht is: de oudste van het paar;
- in een eenouderhuishouden: de ouder;
- in een overig huishouden: de oudste meerderjarige man of - als deze ontbreekt - de oudste meerderjarige vrouw.
Totaal personen in huishoudens
Personen in particuliere huishoudens
Particulier huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Totaal personen in particuliere huish...
Thuiswonend kind
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders. Onder thuiswonende kinderen worden ook adoptie- en stiefkinderen begrepen, maar geen pleegkinderen.
Alleenstaand
Persoon die alléén zichzelf particulier, dus niet-bedrijfsmatig, voorziet van huisvesting en in dagelijkse levensbehoeften. Een alleenstaande vormt een eenpersoonshuishouden. Tot eenpersoonshuishoudens worden ook personen gerekend die met anderen op eenzelfde adres wonen maar een eigen huishouding voeren. Alleenstaanden worden in alle burgerlijke staten aangetroffen; zo kunnen gehuwden na het stuklopen van hun relatie (in afwachting van een scheiding) alleen wonen.
Samenwonend
Situatie van twee personen die als paar, al dan niet met kinderen, een particulier huishouden vormen.
Ouder in eenouderhuishouden
Persoon die niet samenwoont met een partner, maar wel thuiswonende kinderen heeft.

Thuiswonend kind
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders. Onder thuiswonende kinderen worden ook adoptie- en stiefkinderen begrepen, maar geen pleegkinderen.
Overig lid huishouden
Persoon die anders dan als partner, ouder in een eenouderhuishouden of als thuiswonend kind deel uitmaakt van een particulier huishouden. Te denken valt hierbij bijvoorbeeld aan iemand die samen met broer(s) en/of zus(sen) een huishouden vormt, een pleegkind, of een kostganger die bij een gezin inwoont.

Personen in institutionele huishoudens
Institutioneel huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en daar bedrijfsmatig worden voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats. Het gaat om personen in instellingen zoals verpleeg-, verzorgings- en kindertehuizen, gezinsvervangende tehuizen, revalidatiecentra en penitentiaire inrichtingen, die daar in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.
Particuliere huishoudens: grootte
Particuliere huishoudens naar grootte van het huishouden, 1 januari.

Huishoudensgrootte
Aantal personen dat deel uitmaakt van het particulier huishouden.

Particulier huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf daar niet-bedrijfsmatig voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Totaal particuliere huishoudens
Eenpersoonshuishouden
Particulier huishouden bestaande uit één persoon.
Meerpersoonshuishouden
Particulier huishouden bestaande uit twee of meer personen.
Totaal meerpersoonshuishoudens
2 personen
3 personen
4 personen
5 of meer personen
Gemiddelde huishoudensgrootte
Gemiddeld aantal personen dat deel uitmaakt van een particulier huishouden. Wordt berekend door de totale bevolking in particuliere huishoudens te delen door het aantal particuliere huishoudens
Particuliere huishoudens: kindertal
Paren en eenouderhuishoudens naar aantal thuiswonende kinderen, 1 januari.

Paar (huishouden)
Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie bij elkaar behorende personen.

Eenouderhuishouden
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders. Onder thuiswonende kinderen worden ook adoptie- en stiefkinderen begrepen, maar geen pleegkinderen.
Totaal huishoudens met kinderen
Totaal huishoudens (paren en eenouderhuishoudens) naar aantal thuiswonende kinderen, 1 januari.

Paar (huishouden)
Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie bij elkaar behorende personen.

Eenouderhuishouden
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders. Onder thuiswonende kinderen worden ook adoptie- en stiefkinderen begrepen, maar geen pleegkinderen.
Totaal huishoudens met kinderen
1 kind
2 kinderen
3 of meer kinderen
Paar
Paren naar aantal thuiswonende kinderen, 1 januari.

Paar (huishouden)
Twee op basis van huwelijk, partnerschapsregistratie of samenwoonrelatie bij elkaar behorende personen.
Totaal paren met kinderen
1 kind
2 kinderen
3 of meer kinderen
Eenouderhuishouden
Eenouderhuishoudens naar aantal thuiswonende kinderen, 1 januari.

Eenouderhuishouden
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met thuiswonende kinderen.

Thuiswonend kind
Persoon ongeacht leeftijd of burgerlijke staat die een kind-ouder relatie heeft met één of twee tot het huishouden behorende ouders. Onder thuiswonende kinderen worden ook adoptie- en stiefkinderen begrepen, maar geen pleegkinderen.
Totaal eenouderhuishoudens
1 kind
2 kinderen
3 of meer kinderen