Laag en langdurig laag inkomen; huishoudenskenmerken, regio (indeling 2024)

Bewerk tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Inkomensgrens huishouden Duur inkomenspositie Kenmerken van huishoudens Particuliere huishoudens (x 1 000) Personen (x 1 000) Minderjarige kinderen (x 1 000) Particuliere huishoudens relatief (%) Personen relatief (%) Minderjarige kinderen relatief (%)
Inkomen tot lage-inkomensgrens Ten minste 1 jaar Bron: Inkomen als werknemer/zelfstandige 0,4 0,8 0,2 2,2 1,9 2,2
Bron: Inkomen als werknemer 0,2 0,4 0,1 1,1 1,1 1,2
Bron: Inkomen als zelfstandige (totaal) 0,2 0,4 0,1 8,4 6,5 6,5
Bron: Overdrachtsinkomen 0,6 1,2 0,4 6,1 7,9 26,8
Bron: Uitkering inkomensverzekering 0,3 0,5 0,1 3,2 3,8 21,7
Vier jaar of langer Bron: Inkomen als werknemer/zelfstandige 0,1 0,1 0,0 0,3 0,3 0,4
Bron: Inkomen als werknemer 0,0 0,1 0,0 0,2 0,2 0,3
Bron: Inkomen als zelfstandige (totaal) 0,0 0,1 0,0 1,5 1,1 1,0
Bron: Overdrachtsinkomen 0,2 0,5 0,2 2,0 3,1 14,8
Bron: Uitkering inkomensverzekering 0,1 0,2 0,0 1,0 1,3 9,6
Inkomen tot 101% sociaal minimum Ten minste 1 jaar Bron: Inkomen als werknemer/zelfstandige 0,3 0,6 0,2 1,9 1,6 2,0
Bron: Inkomen als werknemer 0,1 0,3 0,1 0,8 0,8 1,2
Bron: Inkomen als zelfstandige (totaal) 0,2 0,4 0,1 7,6 5,9 6,2
Bron: Overdrachtsinkomen 1,6 2,4 0,6 15,5 15,4 42,0
Bron: Uitkering inkomensverzekering 0,7 1,0 0,1 8,0 7,4 25,2
Vier jaar of langer Bron: Inkomen als werknemer/zelfstandige 0,0 0,1 0,0 0,3 0,3 0,4
Bron: Inkomen als werknemer 0,0 0,0 0,0 0,1 0,1 0,3
Bron: Inkomen als zelfstandige (totaal) 0,0 0,1 0,0 1,4 1,1 1,2
Bron: Overdrachtsinkomen 0,8 1,1 0,2 8,5 7,7 19,9
Bron: Uitkering inkomensverzekering 0,4 0,5 0,0 4,5 3,7 7,2
Inkomen tot 105% sociaal minimum Ten minste 1 jaar Bron: Inkomen als werknemer/zelfstandige 0,4 0,7 0,2 2,2 1,8 2,3
Bron: Inkomen als werknemer 0,2 0,3 0,1 1,1 1,0 1,4
Bron: Inkomen als zelfstandige (totaal) 0,2 0,4 0,1 8,0 6,1 6,2
Bron: Overdrachtsinkomen 2,0 3,1 0,8 19,6 19,9 58,5
Bron: Uitkering inkomensverzekering 0,9 1,3 0,2 10,5 9,8 35,6
Vier jaar of langer Bron: Inkomen als werknemer/zelfstandige 0,1 0,1 0,1 0,4 0,4 0,5
Bron: Inkomen als werknemer 0,0 0,1 0,0 0,3 0,2 0,4
Bron: Inkomen als zelfstandige (totaal) 0,0 0,1 0,0 1,5 1,1 1,2
Bron: Overdrachtsinkomen 1,2 1,7 0,4 12,1 11,7 36,3
Bron: Uitkering inkomensverzekering 0,6 0,7 0,1 6,6 5,6 12,9
Inkomen tot 110% sociaal minimum Ten minste 1 jaar Bron: Inkomen als werknemer/zelfstandige 0,4 0,9 0,3 2,7 2,2 2,8
Bron: Inkomen als werknemer 0,2 0,5 0,2 1,6 1,4 2,0
Bron: Inkomen als zelfstandige (totaal) 0,2 0,4 0,1 8,7 6,5 6,6
Bron: Overdrachtsinkomen 2,3 3,7 0,9 23,1 23,4 66,9
Bron: Uitkering inkomensverzekering 1,1 1,6 0,2 12,8 12,0 43,4
Vier jaar of langer Bron: Inkomen als werknemer/zelfstandige 0,1 0,2 0,1 0,6 0,5 0,7
Bron: Inkomen als werknemer 0,1 0,1 0,0 0,4 0,4 0,6
Bron: Inkomen als zelfstandige (totaal) 0,0 0,1 0,0 1,8 1,3 1,4
Bron: Overdrachtsinkomen 1,5 2,2 0,5 15,2 14,7 44,5
Bron: Uitkering inkomensverzekering 0,7 0,9 0,1 8,3 7,2 17,7
Inkomen tot 120% sociaal minimum Ten minste 1 jaar Bron: Inkomen als werknemer/zelfstandige 0,6 1,4 0,5 3,9 3,4 4,9
Bron: Inkomen als werknemer 0,4 0,9 0,3 2,8 2,6 4,1
Bron: Inkomen als zelfstandige (totaal) 0,3 0,5 0,1 10,1 7,9 8,4
Bron: Overdrachtsinkomen 2,9 4,5 1,0 28,4 28,4 75,7
Bron: Uitkering inkomensverzekering 1,6 2,2 0,2 18,0 16,6 53,8
Vier jaar of langer Bron: Inkomen als werknemer/zelfstandige 0,2 0,4 0,2 1,2 1,1 1,8
Bron: Inkomen als werknemer 0,1 0,3 0,1 0,9 0,9 1,7
Bron: Inkomen als zelfstandige (totaal) 0,1 0,1 0,0 2,7 2,0 2,4
Bron: Overdrachtsinkomen 1,9 2,9 0,6 19,9 19,4 57,0
Bron: Uitkering inkomensverzekering 1,1 1,4 0,1 12,5 10,9 29,7
Inkomen tot 130% sociaal minimum Ten minste 1 jaar Bron: Inkomen als werknemer/zelfstandige 0,8 1,8 0,6 5,0 4,5 6,6
Bron: Inkomen als werknemer 0,5 1,2 0,5 3,9 3,7 6,0
Bron: Inkomen als zelfstandige (totaal) 0,3 0,6 0,2 11,4 8,9 9,3
Bron: Overdrachtsinkomen 3,4 5,2 1,1 33,3 33,2 82,3
Bron: Uitkering inkomensverzekering 2,0 2,8 0,3 23,2 21,5 62,4
Vier jaar of langer Bron: Inkomen als werknemer/zelfstandige 0,3 0,6 0,3 1,8 1,7 3,0
Bron: Inkomen als werknemer 0,2 0,5 0,2 1,5 1,5 3,0
Bron: Inkomen als zelfstandige (totaal) 0,1 0,2 0,1 3,5 2,8 3,2
Bron: Overdrachtsinkomen 2,3 3,5 0,7 24,2 23,6 64,8
Bron: Uitkering inkomensverzekering 1,4 1,9 0,2 16,8 14,8 37,4
Inkomen tot 140% sociaal minimum Ten minste 1 jaar Bron: Inkomen als werknemer/zelfstandige 1,0 2,2 0,8 6,2 5,7 8,5
Bron: Inkomen als werknemer 0,7 1,6 0,6 5,0 4,7 7,7
Bron: Inkomen als zelfstandige (totaal) 0,3 0,7 0,2 13,1 10,6 12,1
Bron: Overdrachtsinkomen 3,9 6,0 1,1 38,3 38,0 85,6
Bron: Uitkering inkomensverzekering 2,5 3,5 0,3 28,7 26,6 67,7
Vier jaar of langer Bron: Inkomen als werknemer/zelfstandige 0,4 0,9 0,4 2,5 2,4 4,2
Bron: Inkomen als werknemer 0,3 0,7 0,3 2,2 2,2 4,1
Bron: Inkomen als zelfstandige (totaal) 0,1 0,2 0,1 4,2 3,5 4,2
Bron: Overdrachtsinkomen 2,8 4,2 0,8 28,6 27,8 69,8
Bron: Uitkering inkomensverzekering 1,8 2,4 0,2 21,3 19,0 45,6
Inkomen tot 150% sociaal minimum Ten minste 1 jaar Bron: Inkomen als werknemer/zelfstandige 1,3 2,8 1,0 7,6 7,0 10,4
Bron: Inkomen als werknemer 0,9 2,0 0,8 6,4 6,1 9,7
Bron: Inkomen als zelfstandige (totaal) 0,4 0,8 0,2 14,6 12,0 13,9
Bron: Overdrachtsinkomen 4,3 6,6 1,2 42,7 42,1 88,1
Bron: Uitkering inkomensverzekering 2,9 4,0 0,3 33,6 31,1 71,2
Vier jaar of langer Bron: Inkomen als werknemer/zelfstandige 0,5 1,1 0,5 3,2 3,1 5,4
Bron: Inkomen als werknemer 0,4 0,9 0,4 2,9 2,9 5,4
Bron: Inkomen als zelfstandige (totaal) 0,1 0,2 0,1 5,1 4,3 5,3
Bron: Overdrachtsinkomen 3,2 4,7 0,8 32,7 31,5 72,8
Bron: Uitkering inkomensverzekering 2,2 2,9 0,2 25,6 22,9 48,7
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat regionale statistieken over huishoudens met een relatief laag inkomen. De gegevens worden uitgesplitst naar huishoudenskenmerken als geslacht en leeftijd van de hoofdkostwinner, en de huishoudenssamenstelling en voornaamste inkomensbron van het huishouden. Voor de indeling naar hoogte van het inkomen worden twee inkomensgrenzen gehanteerd: de lage-inkomensgrens en het beleidsmatig minimum. Voor deze indelingen wordt het aantal huishoudens gepubliceerd, zowel absoluut als in procenten van de totale populatie per regio. De tabel bevat ook gegevens over het aantal huishoudens dat langdurig (4 jaar en langer) van een inkomen onder de gebruikte inkomensgrens moest rondkomen. De uitkomsten worden onder meer gebruikt in rapportages over armoede.

De gegevens hebben betrekking op alle particuliere huishoudens met inkomen, per 1 januari van het verslagjaar. Studentenhuishoudens en huishoudens die slechts een deel van het jaar inkomen hadden zijn buiten beschouwing gebleven. Peildatum voor de gemeentelijke indeling is 1 januari 2024.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2011.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel voor 2011 t/m 2022 zijn definitief. De cijfers voor 2023 zijn voorlopig.

Wijzigingen per november 2024:
Geen, dit is een nieuwe tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers:
Nieuwe cijfers worden verwacht in december 2025, en zullen verschijnen in een nieuwe tabel.

Toelichting onderwerpen

Particuliere huishoudens
Het aantal particuliere huishoudens, per 1 januari van het verslagjaar. Hierbij zijn studentenhuishoudens en huishoudens die slechts een deel van het jaar inkomen hadden zijn buiten beschouwing gelaten.
Personen
Het aantal personen woonachtig in particuliere huishoudens, per 1 januari van het verslagjaar. Hierbij zijn studentenhuishoudens en huishoudens die slechts een deel van het jaar inkomen hadden buiten beschouwing gelaten.
Minderjarige kinderen
Het aantal minderjarige kinderen (jonger dan 18 jaar) woonachtig in particuliere huishoudens, per 1 januari van het verslagjaar. Hierbij zijn studentenhuishoudens en huishoudens die slechts een deel van het jaar inkomen hadden buiten beschouwing gelaten.
Particuliere huishoudens relatief
Het percentage van particuliere huishoudens met inkomen, per 1 januari van het verslagjaar. Hierbij zijn studentenhuishoudens en huishoudens die slechts een deel van het jaar inkomen hadden buiten beschouwing gelaten.
Personen relatief
Het percentage van personen woonachtig in particuliere huishoudens, per 1 januari van het verslagjaar. Hierbij zijn studentenhuishoudens en huishoudens die slechts een deel van het jaar inkomen hadden buiten beschouwing gelaten.
Minderjarige kinderen relatief
Het percentage van minderjarige kinderen (jonger dan 18 jaar) woonachtig in particuliere huishoudens, per 1 januari van het verslagjaar. Hierbij zijn studentenhuishoudens en huishoudens die slechts een deel van het jaar inkomen hadden buiten beschouwing gelaten.