Kerncijfers wijken en buurten 2024

Kerncijfers wijken en buurten 2024

Wijken en buurten Regioaanduiding Gemeentenaam (naam) Bevolking Bevolking naar herkomst Herkomstland Buiten Europa (aantal) Bevolking Bevolking naar herkomst Geboren in Nederland Buiten Europa (aantal) Bevolking Bevolking naar herkomst Geboren buiten Nederland Europa (exclusief Nederland) (aantal) Bevolking Bevolking naar herkomst Geboren buiten Nederland Buiten Europa (aantal) Wonen Gemiddelde WOZ-waarde van woningen (x 1 000 euro) Wonen Woningen naar bouwjaar Bouwjaar vanaf 2000 (%) Inkomen Inkomen van personen Aantal inkomensontvangers   (aantal) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inwoner  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen 40% personen met laagste inkomen (%) Inkomen Inkomen van personen 20% personen met hoogste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Gem. gestandaardiseerd inkomen van huish (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van huishoudens 40% huishoudens met laagste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens 20% huishoudens met hoogste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huishoudens met een laag inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens Huish. onder of rond sociaal minimum (%)
Wijk 17 Gieten Aa en Hunze 295 105 65 195 . . . . . . . . . . . .
Gieten Aa en Hunze 260 105 60 160 . . . . . . . . . . . .
Verspreide huizen Gieten Aa en Hunze 30 0 5 30 . . . . . . . . . . . .
Aalten Aalten 1.531 612 868 919 . . . . . . . . . . . .
Wijk 01 Buitengebied Aalten Aalten 85 35 100 45 . . . . . . . . . . . .
Verspreide huizen ten westen van Aalten Aalten 10 0 15 5 . . . . . . . . . . . .
Wijk 03 Aalten Kern Aalten 905 385 330 515 . . . . . . . . . . . .
Aalten-kern West Aalten 185 75 60 110 . . . . . . . . . . . .
Aalten-kern Zuid 1 Aalten 170 80 55 95 . . . . . . . . . . . .
Aalten-kern Zuid 2 Aalten 60 30 30 35 . . . . . . . . . . . .
Aalten-kern Noord/Noordoost Aalten 135 60 55 75 . . . . . . . . . . . .
Aalten Kern 't Kobus Aalten 90 45 15 45 . . . . . . . . . . . .
Aalten-kern Oost Aalten 85 30 15 55 . . . . . . . . . . . .
Aalten-kern Centrum Aalten 185 70 100 115 . . . . . . . . . . . .
Buitenpost Achtkarspelen 310 95 135 220 . . . . . . . . . . . .
Verspreide huizen Buitenpost Achtkarspelen 20 5 0 15 . . . . . . . . . . . .
Buitengebied Poortugaal Albrandswaard 5 5 0 0 . . . . . . . . . . . .
Buitengebied Rhoon-Noord Albrandswaard 0 0 5 0 . . . . . . . . . . . .
Buitengebied Rhoon-Zuid Albrandswaard 15 10 5 5 . . . . . . . . . . . .
Wijk 05 Buitengebied Albrandswaard Albrandswaard 15 10 5 5 . . . . . . . . . . . .
Buitengebied Albrandswaard 15 10 5 5 . . . . . . . . . . . .
Staatsliedenkwartier en Landstraten Alkmaar 375 165 60 210 . . . . . . . . . . . .
Huttenveld Almelo 235 140 45 100 . . . . . . . . . . . .
Buitenhof en Groenhof Almere 100 45 40 50 . . . . . . . . . . . .
De Meenten Almere 455 215 90 240 . . . . . . . . . . . .
Tussen de Vaarten Noord Almere 3.110 1.200 240 1.915 . . . . . . . . . . . .
Tussen de Vaarten N.- Noord Almere 755 325 80 430 . . . . . . . . . . . .
Tussen de Vaarten N.- Oost Almere 990 470 90 525 . . . . . . . . . . . .
Tussen de Vaarten N.- West Almere 830 370 50 460 . . . . . . . . . . . .
Tussen de Vaarten Zuid Almere 4.605 2.220 450 2.390 . . . . . . . . . . . .
Tussen de Vaarten Z.- Noordwest Almere 325 145 25 180 . . . . . . . . . . . .
Tussen de Vaarten Z.- Noordoost Almere 1.010 495 85 510 . . . . . . . . . . . .
Tussen de Vaarten Z.- Midden oost Almere 620 325 75 300 . . . . . . . . . . . .
Tussen de Vaarten Z.- Zuidoost Almere 680 315 70 370 . . . . . . . . . . . .
Tussen de Vaarten Z.- Zuidwest Almere 1.210 565 115 645 . . . . . . . . . . . .
Tussen de Vaarten Z.- Midden west Almere 755 365 80 385 . . . . . . . . . . . .
Rie Mastenbroeksportpark Almere 0 0 0 0 . . . . . . . . . . . .
Centrum Almere Buiten Almere 1.110 455 205 655 . . . . . . . . . . . .
Centrum Almere Buiten Noord Almere 725 275 165 450 . . . . . . . . . . . .
Centrum Almere Buiten Zuid Almere 385 180 40 205 . . . . . . . . . . . .
Buitenvaart Almere 10 5 10 5 . . . . . . . . . . . .
Buitenvaart (brt) Almere 10 5 10 5 . . . . . . . . . . . .
Overig Almere Buiten Almere 0 0 60 0 . . . . . . . . . . . .
Overig Almere Buiten Noord Almere 5 0 0 0 . . . . . . . . . . . .
Overig Almere Buiten Zuid Almere 0 0 60 0 . . . . . . . . . . . .
Ambachtenbuurt-West Alphen aan den Rijn 310 165 55 145 . . . . . . . . . . . .
Ambachtenbuurt-Oost Alphen aan den Rijn 350 160 80 190 . . . . . . . . . . . .
Horstenbuurt-Noord Alphen aan den Rijn 240 115 80 125 . . . . . . . . . . . .
Horstenbuurt-Zuid Alphen aan den Rijn 365 185 80 180 . . . . . . . . . . . .
Burgtenbuurt Alphen aan den Rijn 150 70 70 80 . . . . . . . . . . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar over: 2024.

Status van de cijfers:
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per oktober 2024
Binnen het thema Bevolking zijn cijfers over bevolkingsdichtheid toegevoegd. Tevens zijn cijfers over Motorvoertuigen en Oppervlakte opgenomen.

Wijzigingen per augustus 2024
In deze eerste publicatie van Kerncijfers wijken en buurten 2024 zijn cijfers opgenomen over de thema's Bevolking, Postcode en Stedelijkheid. De cijfers met betrekking tot de overige thema's kunnen op dit moment nog niet worden samengesteld en zullen met opvolgende updates van deze publicatie beschikbaar komen.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Elk kwartaal worden er nieuwe cijfers toegevoegd indien deze beschikbaar zijn.

Toelichting onderwerpen

Regioaanduiding
De gemeenten in Nederland zijn onderverdeeld in wijken en buurten. Buurten vormen het laagste regionale niveau. Wijken zijn optellingen van één of meer aaneengesloten buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Het CBS coördineert landelijk deze indeling.

Wijk:
Onderdeel van een gemeente, bestaande uit één of meerdere buurten. Vaak komt een wijk overeen met een woonplaats of een deel van een grotere woonplaats.

Buurt:
Onderdeel van een wijk, die vanuit bebouwingsoogpunt of sociaaleconomische structuur homogeen is afgebakend. Homogeen wil zeggen dat één functie dominant is, bijvoorbeeld woonfunctie (woongebied), werkfunctie (industriegebied) of recreatieve functie (natuurgebied). Functies kunnen echter ook gemengd voorkomen.

Gemeentenaam
De naam van de bestuurlijke gemeente. Deze naam volgt de officiële schrijfwijze.
Bevolking
De bevolking van Nederland op 1 januari.

Bevolking:
De inwoners van Nederland.
In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente.
In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage.
In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.

Om redenen van statistische geheimhouding zijn de aantallen op wijk- en buurtniveau aselect afgerond op veelvouden van 5.
Bij aselect afronden wordt door loten bepaald of een getal naar boven of naar beneden wordt afgerond. De daarbij gehanteerde kansen zijn omgekeerd evenredig met de afrondverschillen. Gemiddeld wordt een getal hierdoor op zichzelf afgerond. Het gemiddelde afrondverschil per getal is evenwel groter dan het geval is bij afronding op het dichtstbijzijnde veelvoud van 5. Door afrondverschillen is de som van afgeronde getallen niet altijd gelijk aan de afgeronde som. Hierdoor kan het voorkomen dat wanneer een wijk uit één buurt bestaat of een gemeente uit één wijk, dit afgerond niet overeenkomt.

Het komt voor dat van inwoners wel bekend is binnen welke gemeente ze geregistreerd zijn, maar niet exact waar ze verblijven. Deze inwoners zijn daarom wel meegeteld in de gemeentecijfers, maar niet in de cijfers per wijk en buurt. De cijfers per gemeente kunnen daardoor afwijken van de onderliggende wijken of buurten, zelfs wanneer een gemeente slechts uit één wijk bestaat.
Bevolking naar herkomst
De bevolking van Nederland op 1 januari.

Bevolking:
De inwoners van Nederland.
In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente.
In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage.
In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.

Herkomst:
Kenmerk dat weergeeft in welk land iemand geboren is of waar diens ouders geboren zijn.
De herkomst van personen die in het buitenland zijn geboren wordt bepaald door hun eigen geboorteland. Bij personen die in Nederland geboren zijn, wordt de herkomst bepaald door het geboorteland van de ouders.
Wanneer beide ouders in het buitenland zijn geboren, is het geboorteland van de moeder leidend in het bepalen van de herkomst. De geboortegegevens van de moeder zijn vaker bekend dan die van de vader. Wanneer de moeder in Nederland is geboren of het geboorteland van de moeder onbekend is, dan wordt het geboorteland van de vader gebruikt.
Herkomstland
Buiten Europa
Totaal herkomst buiten Europa
Geboren in Nederland
Buiten Europa
Geboren in Nederland, herkomst buiten Europa.
Geboren buiten Nederland
Europa (exclusief Nederland)
Geboren buiten Nederland. Herkomst Europa (exclusief Nederland). De landen Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, Kazachstan, Kirgizië, Oezbekistan, Tadzjikistan, Turkmenistan en Turkije vallen binnen deze indeling onder Azië.
Buiten Europa
Geboren buiten Nederland, herkomst buiten Europa.
Wonen
Gemiddelde WOZ-waarde van woningen
Voor de bepaling van de gemiddelde WOZ-waarde van woningen wordt alleen gebruik gemaakt van BAG-objecten met een woonfunctie waarvoor een WOZ-waarde bekend is en die tussen de 10 duizend en de 5 miljoen euro ligt.

Er wordt geen gemiddelde WOZ-waarde bepaald voor een regio als:
-  de woningvoorraad kleiner is dan 20 woningen
-  er voor minder dan 20 woningen een WOZ-waarde bekend is
-  er voor minder dan 85 procent van de woningen een WOZ-waarde bekend is.

De (voorlopig) gemiddelde woningwaarde wordt bepaald met de waardepeildatum van voorgaand jaar, bijv:
- 2023: waardepeildatum 1 januari 2022

Het betreft nader voorlopige cijfers.
Woningen naar bouwjaar
De aanduiding van het bouwjaar van een pand, waarin een woning zich bevindt. Oorspronkelijk als het pand bouwkundig gereed is of wordt opgeleverd. Latere wijziging aan een pand leidt niet tot wijziging van het bouwjaar. Bij een verblijfobject dat in meerdere panden is gelegen, wordt het oudste bouwjaar genomen.
De bouwjaarklasse heeft hier twee waarden:
1) in of na het jaar 2000 gebouwd;
2) vóór het jaar 2000 gebouwd.
Bouwjaar vanaf 2000
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal woningen met bouwjaar 2000 of later, uitgedrukt in hele procenten van het totaal aantal woningen. Het percentage is vermeld bij 20 woningen of meer per buurt.
Inkomen
Deze variabelen geven informatie over het persoonlijk inkomen van personen in particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen en het inkomen van particuliere huishoudens met een waargenomen inkomen. De gegevens komen uit de Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek (IIVS) met als populatie de bevolking van Nederland op 1 januari van het verslagjaar met het inkomen over het verslagjaar.

De Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek van het CBS is voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van Financiën (de fiscale registers) en de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten (Basisregistratie personen). De Basisregistratie personen is een register waarin alle inwoners van een gemeente behoren te zijn ingeschreven. Uitgezonderd zijn:
- Inwoners van Nederland die gebruik maken van uitzonderingsregels die gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen). Zij mogen zelf bepalen of zij in de bevolkingsregisters ingeschreven worden of niet.
- Asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.
Inkomen van personen
De doelpopulatie bestaat uit personen behorende tot particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.

De inkomensgegevens zijn gebaseerd op het persoonlijk inkomen. Dit omvat de volgende bestanddelen van het bruto-inkomen van een persoon:
- inkomen uit arbeid;
- inkomen uit eigen onderneming;
- uitkering inkomensverzekeringen;
- uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Aantal inkomensontvangers  
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens.
De cijfers zijn afgerond op honderdtallen.

Het betreft voorlopige cijfers.
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van personen met persoonlijk inkomen die deel uitmaken van particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 2.500 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.

Het betreft voorlopige cijfers.
Gemiddeld inkomen per inwoner 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van de totale bevolking in particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 2.500 personen in particuliere huishoudens per regio.

Het betreft voorlopige cijfers.
40% personen met laagste inkomen
Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 40% personen met het laagste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de laagste 40-procent-groep worden de veertig procent personen met het laagste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.

Het betreft voorlopige cijfers.

20% personen met hoogste inkomen
Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 20% personen met het hoogste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de hoogste 20-procent-groep worden de twintig procent personen met het hoogste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.

Het betreft voorlopige cijfers.

Inkomen van huishoudens
De doelpopulatie bestaat uit particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.
Gem. gestandaardiseerd inkomen van huish
Het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Het gestandaardiseerd inkomen is een maat voor de welvaart van (de leden van) een huishouden.

Het betreft voorlopige cijfers.

40% huishoudens met laagste inkomen
Aandeel particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 40% huishoudens met het laagste huishoudensinkomen.
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen.
De indeling vindt plaats nadat huishoudens landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Tot de laagste 40-procent-groep worden de veertig procent huishoudens met het laagste besteedbaar inkomen gerekend.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per regio.

Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.

Het betreft voorlopige cijfers.
20% huishoudens met hoogste inkomen
Aandeel particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 20% huishoudens met het hoogste huishoudensinkomen.
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen.
De indeling vindt plaats nadat huishoudens landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Tot de hoogste 20-procent-groep worden de twintig procent huishoudens met het hoogste besteedbaar inkomen gerekend.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per regio.

Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.

Het betreft voorlopige cijfers.
Huishoudens met een laag inkomen
Bij de bepaling van laag inkomen is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.

Om te bepalen of een huishouden een laag inkomen heeft, wordt het inkomen van een huishouden omgerekend tot het gestandaardiseerde inkomen (exclusief eventueel ontvangen huurtoeslag). Vervolgens wordt dit gestandaardiseerde inkomen (met het prijsindexcijfer) herleid naar het prijspeil in 2000. Het resulterende gestandaardiseerde en gedefleerde inkomen is laag wanneer het minder is dan 9249 euro. Deze grens komt ongeveer overeen met de koopkracht van een bijstandsuitkering voor een alleenstaande in 1979 toen deze op zijn hoogst was.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.

Het betreft voorlopige cijfers.
Huish. onder of rond sociaal minimum
Huishoudens onder of rond het sociaal minimum.
Bij de bepaling van het sociaal minimum is van de particuliere huishoudens een aantal groepen niet meegenomen. Dit betreft enerzijds studentenhuishoudens en anderzijds huishoudens met een onvolledig jaarinkomen. De doelpopulatie bestaat dan ook uit particuliere huishoudens waarvan de hoofdkostwinner (of eventuele partner) het gehele jaar inkomen heeft en niet afhankelijk is van studiefinanciering.

Het sociaal minimum is het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Om te kunnen beoordelen hoe het inkomen zich verhoudt tot het minimum, is aan de hand van de regelgeving vastgesteld welke norm voor het desbetreffende huishouden van toepassing is. De norm voor een (echt)paar met uitsluitend minderjarige kinderen is bijvoorbeeld gelijkgesteld aan de bijstandsuitkering van een echtpaar, aangevuld met de (leeftijdsafhankelijke) kinderbijslag. Bij 65-plussers is het bedrag aan AOW-pensioen als norm gekozen.
Het waargenomen inkomen van huishoudens, die uitsluitend op een bijstandsuitkering zijn aangewezen, wijkt in veel gevallen in geringe mate af van de vastgestelde normbedragen. Zouden de normbedragen als inkomensgrens worden gehanteerd, dan komt een deel van deze huishoudens met hun inkomen net boven het sociale minimum uit. Daarom is niet 100%, maar 101% van het sociaal minimum als inkomensgrens gehanteerd.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens behorende tot de doelpopulatie per regio.

Het betreft voorlopige cijfers.