Woonlasten huishoudens; kenmerken huishouden, woning

Bewerk tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Regiokenmerken Aantal huishoudens (x 1 000) Gemiddelde woonlasten en woonquote Totale woonlasten (euro) Gemiddelde woonlasten en woonquote Netto woonlasten (euro) Gemiddelde woonlasten en woonquote Bijkomende woonlasten (euro) Gemiddelde woonlasten en woonquote Woonquote (%)
Nederland 1.569,3 842 667 175 21,6
Groningen (PV) 48,5 775 605 170 21,4
Fryslân (PV) 56,2 792 608 184 20,7
Drenthe (PV) 50,3 787 597 190 20,8
Overijssel (PV) 111,8 820 635 185 21,5
Flevoland (PV) 71,1 846 664 182 21,0
Gelderland (PV) 180,1 813 638 176 21,3
Utrecht (PV) 126,8 875 709 166 20,9
Noord-Holland (PV) 243,5 883 712 171 22,6
Zuid-Holland (PV) 324,3 863 693 169 21,8
Zeeland (PV) 32,9 797 609 188 20,4
Noord-Brabant (PV) 236,2 842 666 175 21,6
Limburg (PV) 87,6 801 626 175 22,3
Oost-Groningen (CR) 11,5 752 569 183 21,8
Delfzijl en omgeving (CR) 3,3 714 547 167 22,2
Overig Groningen (CR) 33,7 789 623 166 21,1
Noord-Friesland (CR) 24,1 797 615 182 20,6
Zuidwest-Friesland (CR) 14,2 785 600 184 20,2
Zuidoost-Friesland (CR) 17,9 790 604 186 21,2
Noord-Drenthe (CR) 21,0 790 608 182 20,6
Zuidoost-Drenthe (CR) 16,2 786 584 202 21,4
Zuidwest-Drenthe (CR) 13,2 784 595 188 20,5
Noord-Overijssel (CR) 37,3 808 630 178 20,6
Zuidwest-Overijssel (CR) 15,6 821 643 178 21,1
Twente (CR) 58,9 828 637 191 22,1
Veluwe (CR) 59,1 805 633 172 21,1
Achterhoek (CR) 34,2 779 596 183 21,1
Arnhem/Nijmegen (CR) 64,0 825 661 164 21,7
Zuidwest-Gelderland (CR) 22,8 854 646 208 20,8
Utrecht (CR) 126,8 875 709 166 20,9
Kop van Noord-Holland (CR) 36,9 797 608 189 20,7
Alkmaar en omgeving (CR) 24,0 795 631 165 21,3
IJmond (CR) 19,3 837 661 176 21,1
Agglomeratie Haarlem (CR) 10,1 872 715 157 24,3
Zaanstreek (CR) 15,0 874 687 186 22,0
Groot-Amsterdam (CR) 126,2 929 764 165 23,5
Het Gooi en Vechtstreek (CR) 12,0 929 750 179 24,3
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 33,0 880 704 176 21,4
Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 83,5 872 708 164 22,4
Delft en Westland (CR) 19,3 845 668 177 20,9
Oost-Zuid-Holland (CR) 24,3 848 660 188 20,9
Groot-Rijnmond (CR) 132,4 864 699 165 22,0
Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 31,8 837 658 179 20,9
Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 9,0 780 583 197 20,3
Overig Zeeland (CR) 23,9 803 619 185 20,4
West-Noord-Brabant (CR) 58,6 833 653 180 21,7
Midden-Noord-Brabant (CR) 45,7 819 654 165 21,5
Noordoost-Noord-Brabant (CR) 60,2 838 660 177 21,2
Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 71,7 867 690 177 21,9
Noord-Limburg (CR) 25,1 799 620 180 21,1
Midden-Limburg (CR) 20,5 794 615 179 21,9
Zuid-Limburg (CR) 42,0 806 635 171 23,2
Flevoland (CR) 71,1 846 664 182 21,0
Alkmaar 7,5 767 618 148 21,6
Almelo 7,2 811 628 183 22,3
Almere 44,2 840 664 176 21,2
Alphen aan den Rijn 9,9 881 693 188 20,9
Amersfoort 20,9 893 731 161 20,7
Amsterdam 67,7 932 788 144 24,9
Apeldoorn 13,1 818 649 169 21,7
Arnhem 12,2 824 671 154 22,1
Assen 10,1 782 615 167 20,8
Breda 16,4 852 686 167 22,3
Delft 6,4 827 668 158 21,5
Deventer 10,6 828 657 171 21,5
Dordrecht 10,1 809 640 169 20,9
Ede 10,5 770 608 162 20,4
Eindhoven 19,6 892 740 152 22,9
Emmen 10,9 784 588 196 21,7
Enschede 14,8 813 640 173 23,4
Gouda 4,6 788 610 177 21,5
's-Gravenhage (gemeente) 48,8 838 682 155 22,9
Groningen (gemeente) 17,7 804 656 149 21,7
Haarlem 7,0 834 691 144 24,3
Haarlemmermeer 23,2 935 746 188 21,5
Heerlen 5,6 754 602 152 23,8
Helmond 12,0 860 693 167 22,0
Hengelo (O.) 7,8 812 638 174 23,1
's-Hertogenbosch 16,2 880 721 159 21,6
Hilversum 4,0 843 695 148 24,8
Hoorn 8,4 828 649 180 21,0
Leeuwarden 9,1 811 644 167 20,9
Leiden 6,8 853 695 158 21,9
Lelystad 8,3 934 733 201 20,9
Maastricht 8,8 874 709 165 24,7
Nijmegen 12,7 805 685 120 22,6
Oss 8,0 814 634 180 20,5
Roosendaal 7,9 801 617 184 21,3
Rotterdam 51,8 831 691 140 23,8
Schiedam 7,1 819 652 168 21,2
Sittard-Geleen 8,2 806 636 170 22,4
Tilburg 23,3 807 660 147 21,5
Utrecht (gemeente) 32,5 889 746 142 21,0
Venlo 8,4 784 628 156 21,8
Zaanstad 13,3 877 692 185 22,2
Zoetermeer 15,8 901 740 161 21,4
Zwolle 14,8 803 657 145 21,2
Zeer sterk stedelijk 272,7 803 670 133 24,1
Sterk stedelijk 437,6 828 665 163 21,9
Matig stedelijk 360,9 856 677 179 20,9
Bron: CBS
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de woonlasten van particuliere huishoudens in een woonruimte met een woonfunctie in voorraad (exclusief studentenhuishoudens en andere huishoudens die een adres delen). De cijfers worden gepresenteerd voor zowel eigenaren als voor huurders van een woningcorporatie en huurders van een niet-woningcorporatie en kunnen verder worden uitgesplitst naar verschillende kenmerken van het huishouden en de woning.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2018

Status van de cijfers:
De cijfers over verslagjaren 2018, 2019, 2020 en 2021 zijn definitief, de cijfers over verslagjaar 2022 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 19 september 2024:
Verschillende COROP labels zijn per abuis verwisseld waardoor de cijfers niet op de juiste plek stonden. Dit is gecorrigeerd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De cijfers over verslagjaar 2023 komen beschikbaar in Q1 van 2025.

Toelichting onderwerpen

Aantal huishoudens
Gemiddelde woonlasten en woonquote
Totale woonlasten
Totale maandelijkse lasten die een huishouden kwijt is aan wonen. Naast de netto woonlasten van huurders en eigenaren zijn ook de bijkomende woonlasten meegenomen. Deze variabele is een aggregatie van de verschillende woonlasten bestanddelen.
Netto woonlasten
Bij huurders betreft dit de kale huur verminderd met de eventuele huurtoeslag. Bij eigenaren betreft dit de hypotheeklasten, maar ook de OZB belasting, opstalverzekering, onderhoudskosten en indien van toepassing de erfpacht, verminderd met het belastingvoordeel vanwege de eigen woning.
Bijkomende woonlasten
Woonlasten die ieder zelfstandig huishouden heeft, zowel huurders als eigenaren. Dit betreft de belastingen geheven door de gemeenten en de openbare lichamen en de kosten van energie en waterverbruik.
Woonquote
Het percentage van het besteedbaar huishoudinkomen dat besteed wordt aan de totale woonlasten. Het gehanteerde inkomen bij de Woonbase betreft het betaalbudget. Het betaalbudget is het netto inkomen uit tegenwoordige of verleden arbeid, uit kapitaal en uitkeringen, dus na aftrek van belastingen en premies. In afwijking van het besteedbare inkomen worden hier geen uitgaven in verrekend (zoals betaalde hypotheekrente en premie zorgverzekering) en ook geen compensaties voor uitgaven (zoals toeslagen en belastingteruggave voor de eigen woning). De totale woonlasten van huishoudens bevat de netto woonlasten plus de bijkomende woonlasten.