Landbouw; investeringen en voorraden, nationale rekeningen

Landbouw; investeringen en voorraden, nationale rekeningen

Perioden Waarde in werkelijke prijzen Bruto investeringen in vaste activa Totaal (mln euro) Waarde in werkelijke prijzen Bruto investeringen in vaste activa Landbouwproducten Totaal (mln euro) Waarde in werkelijke prijzen Bruto investeringen in vaste activa Landbouwproducten Aanplantingen (mln euro) Waarde in werkelijke prijzen Bruto investeringen in vaste activa Landbouwproducten Dieren (mln euro) Waarde in werkelijke prijzen Bruto investeringen in vaste activa Niet-landbouwproducten Totaal (mln euro) Waarde in werkelijke prijzen Bruto investeringen in vaste activa Niet-landbouwproducten Materiaal Totaal (mln euro) Waarde in werkelijke prijzen Bruto investeringen in vaste activa Niet-landbouwproducten Materiaal Machines en werktuigen (mln euro) Waarde in werkelijke prijzen Bruto investeringen in vaste activa Niet-landbouwproducten Materiaal Vervoermiddelen (mln euro) Waarde in werkelijke prijzen Bruto investeringen in vaste activa Niet-landbouwproducten Gebouwen Totaal (mln euro) Waarde in werkelijke prijzen Bruto investeringen in vaste activa Niet-landbouwproducten Gebouwen Bedrijfsgebouwen (mln euro) Waarde in werkelijke prijzen Bruto investeringen in vaste activa Niet-landbouwproducten Andere bruto investeringen vaste activa Totaal (mln euro) Waarde in werkelijke prijzen Bruto investeringen in vaste activa Niet-landbouwproducten Andere bruto investeringen vaste activa Immateriële activa (b.v. computer sof... (mln euro) Waarde in werkelijke prijzen Bruto investeringen in vaste activa Niet-landbouwproducten Andere bruto investeringen vaste activa Belangrijke grondverbetering (mln euro) Waarde in werkelijke prijzen Bruto investeringen in vaste activa Niet-landbouwproducten Andere bruto investeringen vaste activa Kosten in verband met de eigendomsove... (mln euro) Waarde in werkelijke prijzen Verbruik van vaste activa (-) (mln euro) Waarde in werkelijke prijzen Netto investeringen in vaste activa (mln euro) Waarde in werkelijke prijzen Veranderingen in voorraden (mln euro) Waarde prijsniveau 2021 Bruto investeringen in vaste activa Totaal (mln euro)
2012 5.056 286 107 179 4.769 1.937 1.720 217 2.464 2.464 368 207 29 132 3.442 1.614 21 5.803
2013 4.636 356 118 238 4.280 2.032 1.855 176 1.917 1.917 331 213 36 83 3.594 1.042 0 5.257
2014 4.996 394 173 221 4.602 2.121 1.955 166 2.103 2.103 379 226 41 112 3.687 1.309 -27 5.588
2015 4.601 414 160 254 4.186 2.190 2.022 167 1.665 1.665 331 170 39 122 3.774 827 -36 5.041
2016 4.232 414 194 220 3.818 1.979 1.779 200 1.440 1.440 400 167 118 114 3.855 377 -51 4.618
2017 4.370 152 163 -10 4.217 2.406 2.185 221 1.404 1.404 407 179 108 120 3.905 464 -25 4.783
2018 4.712 112 160 -48 4.600 2.635 2.432 203 1.454 1.454 510 206 158 146 4.041 672 -61 5.054
2019 5.009 211 171 39 4.798 2.844 2.589 255 1.474 1.474 480 231 135 114 4.249 760 -4 5.224
2020 5.040 356 176 180 4.684 2.942 2.738 204 1.210 1.210 532 277 150 105 4.442 598 0 5.178
2021 4.444 302 170 132 4.142 2.571 2.365 205 1.024 1.024 548 250 114 183 4.624 -180 -18 4.444
2022 5.132 349 181 168 4.784 3.181 3.020 161 1.137 1.137 466 241 111 113 5.026 106 -9 4.745
2023* 5.589 339 166 173 5.250 3.588 3.385 203 1.202 1.202 459 251 126 82 5.315 274 -33 4.959
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens uit de landbouwrekeningen. De cijfers hebben betrekking op de bruto investeringen en de veranderingen in voorraden.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1995

Status van de cijfers:
De jaren in de periode 1995-2022 zijn definitief. Het meest recente verslagjaar 2023 heeft de status voorlopig.

Wijzigingen per 29 november 2024:
Dit is een nieuwe tabel.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft onlangs de nationale rekeningen gereviseerd. Daarbij worden nieuwe bronnen, methoden en concepten doorgevoerd in de nationale rekeningen, zodat het beeld van de Nederlandse economie weer optimaal aansluit bij alle onderliggende statistieken, bronnen en internationale richtlijnen voor het samenstellen van de nationale rekeningen. Deze tabel geeft de cijfers na revisie weer. Voor meer informatie zie paragraaf 3.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Na afloop van het verslagjaar worden na ongeveer 6 maanden de voorlopige cijfers gepubliceerd. Na 18 maanden worden de definitieve cijfers gepubliceerd, tegelijkertijd met het verschijnen van de nationale rekeningen. In december komen de zeer voorlopige cijfers van het actuele jaar beschikbaar. Deze gegevens worden door het Landbouw Economisch Instituut in samenspraak met het CBS vastgesteld. Een update van de zeer voorlopige cijfers vindt in januari plaats.

Toelichting onderwerpen

Waarde in werkelijke prijzen
De bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van de betreffende verslagperiode. Dit in tegenstelling tot zogeheten constante prijzen, waarbij bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van een bepaalde basisperiode.
Bruto investeringen in vaste activa
Uitgaven aan productiemiddelen die langer dan één jaar worden ingezet tijdens een productieproces. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om een gebouw, woning, vervoermiddel of een machine. Dit in tegenstelling tot goederen of diensten die tijdens het productieproces worden opgebruikt, zoals ijzererts, het intermediair verbruik. Vaste activa kunnen in de loop der jaren in waarde verminderen door slijtage of omdat bijvoorbeeld de techniek veroudert (economische veroudering). Dit wordt verbruik van vaste activa genoemd (ook wel afschrijvingen genoemd). Bij bruto-investeringen zijn deze niet afgehaald van de waarde van de investeringen, bij netto-investeringen is dit wel het geval.

De volgende investeringsgoederen worden onderscheiden: bouwwerken, vervoermiddelen, machines en installaties, telecommunicatieapparatuur , wapensystemen (inbegrepen bij machines), computers, software, onderzoek en ontwikkeling, in cultuur gebrachte activa (bv. vee en bomen), exploratie en evaluatie van minerale reserves, kosten van eigendomsoverdracht voor niet-geproduceerde activa en intellectuele-eigendommen.
Totaal
Uitgaven aan productiemiddelen die langer dan één jaar worden ingezet tijdens een productieproces. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om een gebouw, woning, vervoermiddel of een machine. Dit in tegenstelling tot goederen of diensten die tijdens het productieproces worden opgebruikt, zoals ijzererts, het intermediair verbruik. Vaste activa kunnen in de loop der jaren in waarde verminderen door slijtage of omdat bijvoorbeeld de techniek veroudert (economische veroudering). Dit wordt verbruik van vaste activa genoemd (ook wel afschrijvingen genoemd). Bij bruto-investeringen zijn deze niet afgehaald van de waarde van de investeringen, bij netto-investeringen is dit wel het geval.

De volgende investeringsgoederen worden onderscheiden: bouwwerken, vervoermiddelen, machines en installaties, telecommunicatieapparatuur , wapensystemen (inbegrepen bij machines), computers, software, onderzoek en ontwikkeling, in cultuur gebrachte activa (bv. vee en bomen), exploratie en evaluatie van minerale reserves, kosten van eigendomsoverdracht voor niet-geproduceerde activa en intellectuele-eigendommen.
Landbouwproducten
Omvat de waardering van de veranderingen van de in cultuur gebrachte activa door de landbouw, totaal.
Totaal
Omvat de waardering van de veranderingen van de in cultuur gebrachte activa door de landbouw, totaal.
Aanplantingen
Omvat de waardering van de veranderingen van de in cultuur gebrachte activa in de vorm van aanplantingen die herhaaldelijk vrucht opleveren.
Dieren
Omvat de waardering van de veranderingen in de veestapel.
Niet-landbouwproducten
Omvat de investeringen in gebouwen, personenauto's, ov.wegvervoermiddelen computers (landbouw-)machines, installaties en overige materiële activa, totaal.
Totaal
Omvat de investeringen in gebouwen, personenauto's, ov. wegvervoermiddelen, computers, (landbouw-)machines, installaties en overige materiële activa, totaal.
Materiaal
Omvat de investeringen in personenauto's, ov. wegvervoermiddelen, computers, (landbouw-) machines, installaties en overige materiële activa, totaal.
Totaal
Omvat de investeringen in personenauto's, ov.wegvervoermiddelen, computers, (landbouw-) machines, installaties en overige materiële activa, totaal.
Machines en werktuigen
Omvat de investeringen in computers (landbouw-) machines, installaties en overige materiële activa.
Vervoermiddelen
Omvat de investeringen in personenauto's, ov.wegvervoermiddelen.
Gebouwen
Omvat de investeringen in gebouwen, schuren en stallen (geen woongebouwen), totaal.
Totaal
Omvat de investeringen in gebouwen, schuren en stallen (geen woongebouwen), totaal.
Bedrijfsgebouwen
Omvat de investeringen in gebouwen, schuren en stallen (geen woongebouwen).
Andere bruto investeringen vaste activa
Omvat andere bruto investeringen in vaste activa, totaal
Totaal
Omvat andere bruto investeringen in vaste activa, totaal
Immateriële activa (b.v. computer sof...
Omvat de investeringen in immateriële activa (b.v. computer software)
Belangrijke grondverbetering
Omvat de investeringen in grondverbetering m.b.t. kwaliteit, grotere opbrengst door irrigatie, drainage, voorkoming van overstromingen enz.
Kosten in verband met de eigendomsove...
Kosten in verband met de eigendomsoverdracht van grond en productierechten

Hoofdzakelijk overdrachtsbelasting.

Verbruik van vaste activa (-)
De waardevermindering van vaste activa (productiemiddelen) in eigendom als gevolg van normale slijtage en economische veroudering. Ook wel afschrijvingen genoemd.

Bij het berekenen van het verbruik van vaste activa wordt gebruik gemaakt van de PIM methode (perpetual inventory method). Deze methode gaat uit van de waarde van de aan het begin van een jaar aanwezige kapitaalgoederenvoorraad, die op vervangingswaarde wordt gebracht door te corrigeren voor de prijsveranderingen van vergelijkbare kapitaalgoederen in het verslagjaar. Hieraan worden de investeringen in vaste activa van dat jaar toegevoegd en vervolgens wordt de waarde van de buiten gebruik gestelde activa erop in mindering gebracht. Aldus wordt de waarde van de kapitaalgoederenvoorraad aan het eind van het jaar verkregen. Vervolgens wordt via een afschrijvingspercentage de afschrijvingen bepaald. De als hierboven beschreven afschrijvingen behoeven niet overeen te stemmen met de bedrijfseconomische afschrijvingen die zijn vastgesteld op basis van historische kostprijs of fiscale levensduur.
Netto investeringen in vaste activa
Uitgaven aan productiemiddelen die langer dan één jaar worden ingezet tijdens een productieproces. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om een gebouw, woning, vervoermiddel of een machine. Dit in tegenstelling tot goederen of diensten die tijdens het productieproces worden opgebruikt, zoals ijzererts, het intermediair verbruik. Vaste activa kunnen in de loop der jaren in waarde verminderen door slijtage of omdat bijvoorbeeld de techniek veroudert (economische veroudering). Dit wordt verbruik van vaste activa genoemd (ook wel afschrijvingen genoemd). Bij bruto-investeringen zijn deze niet afgehaald van de waarde van de investeringen, bij netto-investeringen is dit wel het geval.

De volgende investeringsgoederen worden onderscheiden: bouwwerken, vervoermiddelen, machines en installaties, telecommunicatieapparatuur , wapensystemen (inbegrepen bij machines), computers, software, onderzoek en ontwikkeling, in cultuur gebrachte activa (bv. vee en bomen), exploratie en evaluatie van minerale reserves, kosten van eigendomsoverdracht voor niet-geproduceerde activa en intellectuele-eigendommen.
Veranderingen in voorraden
Verandering in voorraden inclusief saldo aan- en verkopen van kostbaarheden.
Veranderingen in de grondstoffen, halffabricaten, onderhanden werk (onvoltooide producten zoals schepen of machines) en eindproducten die bij de producenten aanwezig zijn en veranderingen in handelsvoorraden. Onderhanden werk in de bouw worden niet tot de voorraadvorming gerekend. Positieve veranderingen in de voorraden ontstaan wanneer in het verslagjaar goederen zijn geproduceerd, die nog niet zijn verkocht. Ook ontstaan toevoegingen aan voorraden wanneer goederen in het verslagjaar zijn gekocht, maar nog niet in het productieproces verbruikt of, in het geval van de handel, verkocht. Negatieve veranderingen in voorraden ontstaan wanneer goederen aan bestaande voorraden worden onttrokken om verkocht of in het productieproces verbruikt te worden.

De waardering van de veranderingen in voorraden gebeurt zodanig, dat er geen winsten of verliezen op voorraden door prijsveranderingen ontstaan. Beginvoorraad en eindvoorraad van elk goed worden voor dit doel tegen dezelfde prijs gewaardeerd, namelijk grondstoffen tegen de in de periode geldende gemiddelde inkoopprijs, eindproducten tegen de gemiddelde verkoopprijs en het onderhanden werk tegen de gemiddelde kostprijs.

Kostbaarheden zijn niet-financiële goederen die niet hoofdzakelijk voor productieve of consumptieve doeleinden worden gebruikt, die onder normale omstandigheden niet aan slijtage onderhevig zijn en die vooral als beleggingsobject worden verworven en bewaard.

Inclusief de waardering van de veranderingen in de veestapel.
Waarde prijsniveau 2021
De bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van het basisjaar 2021. Hiertoe zijn inflatiecorrecties gebruikt. Zonder dergelijke correcties spreekt men van waarde in werkelijke prijzen.
Bruto investeringen in vaste activa
Uitgaven aan productiemiddelen die langer dan één jaar worden ingezet tijdens een productieproces. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om een gebouw, woning, vervoermiddel of een machine. Dit in tegenstelling tot goederen of diensten die tijdens het productieproces worden opgebruikt, zoals ijzererts, het intermediair verbruik. Vaste activa kunnen in de loop der jaren in waarde verminderen door slijtage of omdat bijvoorbeeld de techniek veroudert (economische veroudering). Dit wordt verbruik van vaste activa genoemd (ook wel afschrijvingen genoemd). Bij bruto-investeringen zijn deze niet afgehaald van de waarde van de investeringen, bij netto-investeringen is dit wel het geval.

De volgende investeringsgoederen worden onderscheiden: bouwwerken, vervoermiddelen, machines en installaties, telecommunicatieapparatuur , wapensystemen (inbegrepen bij machines), computers, software, onderzoek en ontwikkeling, in cultuur gebrachte activa (bv. vee en bomen), exploratie en evaluatie van minerale reserves, kosten van eigendomsoverdracht voor niet-geproduceerde activa en intellectuele-eigendommen.
Totaal
Uitgaven aan productiemiddelen die langer dan één jaar worden ingezet tijdens een productieproces. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om een gebouw, woning, vervoermiddel of een machine. Dit in tegenstelling tot goederen of diensten die tijdens het productieproces worden opgebruikt, zoals ijzererts, het intermediair verbruik. Vaste activa kunnen in de loop der jaren in waarde verminderen door slijtage of omdat bijvoorbeeld de techniek veroudert (economische veroudering). Dit wordt verbruik van vaste activa genoemd (ook wel afschrijvingen genoemd). Bij bruto-investeringen zijn deze niet afgehaald van de waarde van de investeringen, bij netto-investeringen is dit wel het geval.

De volgende investeringsgoederen worden onderscheiden: bouwwerken, vervoermiddelen, machines en installaties, telecommunicatieapparatuur , wapensystemen (inbegrepen bij machines), computers, software, onderzoek en ontwikkeling, in cultuur gebrachte activa (bv. vee en bomen), exploratie en evaluatie van minerale reserves, kosten van eigendomsoverdracht voor niet-geproduceerde activa en intellectuele-eigendommen.