Landbouw; output goederen en diensten, nationale rekeningen

Landbouw; output goederen en diensten, nationale rekeningen

Landbouwgoederen en diensten Perioden Waarde in werkelijke prijzen Output basisprijzen (mln euro) Volumemutatie t.o.v. voorafgaand jaar Output basisprijzen (%)
Totaal bedrijfstak landbouw 2012 30.339 0,1
Totaal bedrijfstak landbouw 2013 31.718 1,7
Totaal bedrijfstak landbouw 2014 30.571 1,0
Totaal bedrijfstak landbouw 2015 30.143 0,9
Totaal bedrijfstak landbouw 2016 30.488 2,1
Totaal bedrijfstak landbouw 2017 32.032 0,6
Totaal bedrijfstak landbouw 2018 31.421 -2,2
Totaal bedrijfstak landbouw 2019 32.755 1,9
Totaal bedrijfstak landbouw 2020 31.724 0,2
Totaal bedrijfstak landbouw 2021 34.406 1,3
Totaal bedrijfstak landbouw 2022* 40.556 -2,8
Totaal bedrijfstak landbouw 2023* 41.462 -1,4
Totaal landbouwgoederen en diensten 2012 29.211 0,4
Totaal landbouwgoederen en diensten 2013 30.598 1,7
Totaal landbouwgoederen en diensten 2014 29.496 1,1
Totaal landbouwgoederen en diensten 2015 29.116 0,9
Totaal landbouwgoederen en diensten 2016 29.563 2,3
Totaal landbouwgoederen en diensten 2017 31.089 0,6
Totaal landbouwgoederen en diensten 2018 30.433 -2,3
Totaal landbouwgoederen en diensten 2019 31.785 2,0
Totaal landbouwgoederen en diensten 2020 30.751 0,1
Totaal landbouwgoederen en diensten 2021 33.121 1,4
Totaal landbouwgoederen en diensten 2022* 37.916 -3,0
Totaal landbouwgoederen en diensten 2023* 38.520 -1,9
Totaal producten 2012 26.792 0,7
Totaal producten 2013 28.148 1,9
Totaal producten 2014 26.997 1,1
Totaal producten 2015 26.736 1,2
Totaal producten 2016 27.176 2,5
Totaal producten 2017 28.614 0,5
Totaal producten 2018 27.943 -2,4
Totaal producten 2019 29.239 2,2
Totaal producten 2020 28.168 0,2
Totaal producten 2021 30.427 1,4
Totaal producten 2022* 35.158 -3,0
Totaal producten 2023* 35.674 -1,9
Totaal diensten 2012 2.419 -2,3
Totaal diensten 2013 2.450 -0,6
Totaal diensten 2014 2.500 1,3
Totaal diensten 2015 2.381 -2,6
Totaal diensten 2016 2.386 0,1
Totaal diensten 2017 2.474 1,1
Totaal diensten 2018 2.490 -0,9
Totaal diensten 2019 2.546 -0,7
Totaal diensten 2020 2.583 0,0
Totaal diensten 2021 2.695 1,8
Totaal diensten 2022* 2.759 -3,7
Totaal diensten 2023* 2.846 -2,0
Totaal niet tot de landbouw behorende... 2012 1.128 -6,1
Totaal niet tot de landbouw behorende... 2013 1.120 0,9
Totaal niet tot de landbouw behorende... 2014 1.075 -0,9
Totaal niet tot de landbouw behorende... 2015 1.027 0,8
Totaal niet tot de landbouw behorende... 2016 925 -4,4
Totaal niet tot de landbouw behorende... 2017 943 3,4
Totaal niet tot de landbouw behorende... 2018 988 1,0
Totaal niet tot de landbouw behorende... 2019 970 -1,6
Totaal niet tot de landbouw behorende... 2020 974 1,2
Totaal niet tot de landbouw behorende... 2021 1.284 -3,0
Totaal niet tot de landbouw behorende... 2022* 2.640 3,2
Totaal niet tot de landbouw behorende... 2023* 2.942 5,4
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens uit de landbouwrekeningen. De cijfers hebben betrekking op de output uit de productierekening van de bedrijfstak landbouw.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1995

Status van de cijfers:
De jaren in de periode 1995-2022 zijn definitief. Gegevens van 2023 hebben de status voorlopig.

Wijzigingen per 29 november 2024:
Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft onlangs de nationale rekeningen gereviseerd. Daarbij worden nieuwe bronnen, methoden en concepten doorgevoerd in de nationale rekeningen, zodat het beeld van de Nederlandse economie weer optimaal aansluit bij alle onderliggende statistieken, bronnen en internationale richtlijnen voor het samenstellen van de nationale rekeningen. Deze tabel geeft de cijfers na revisie weer. Voor meer informatie zie paragraaf 3.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Na afloop van het verslagjaar worden na ongeveer 6 maanden de voorlopige cijfers gepubliceerd. Na 18 maanden worden de definitieve cijfers gepubliceerd, tegelijkertijd met het verschijnen van de nationale rekeningen. In december komen de zeer voorlopige cijfers van het actuele jaar beschikbaar. Deze gegevens worden door het Landbouw Economisch Instituut in samenspraak met het CBS vastgesteld. Een update van de zeer voorlopige cijfers vindt in januari plaats.

Toelichting onderwerpen

Waarde in werkelijke prijzen
De bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van de betreffende verslagperiode. Dit in tegenstelling tot zogeheten constante prijzen, waarbij bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van een bepaalde basisperiode.
Output basisprijzen
Het totaal aan goederen en diensten dat is geproduceerd, ook wel productie genoemd. Hiervan bestaan drie soorten:
- marktoutput: goederen en diensten die op de markt zijn afgezet of waarvoor dit in de toekomst de bedoeling is
- output voor eigen finaal gebruik: goederen en diensten voor eigen consumptie of voor investeringen door dezelfde bedrijfseenheid als die welke die goederen en diensten heeft geproduceerd
- niet-marktoutput: goederen en diensten die gratis of tegen economisch niet-significante prijzen aan andere eenheden zijn geleverd.

De output wordt hier gewaardeerd tegen basisprijzen. Dit zijn de prijzen die door producenten zelf zijn ervaren: de productgebonden belastingen zijn er vanaf getrokken en de productgebonden subsidies erbij opgeteld. Door de producent afzonderlijk in rekening gebrachte vervoerskosten zijn niet inbegrepen. Ook de waardeverandering van financiële en niet-financiële activa (productiemiddelen) tijdens de verslagperiode zijn niet inbegrepen.

Inbegrepen is de output van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degenen die in buitenlandse handen zijn. Ook overheidsinstanties en andere niet-commerciële instanties behoren hiertoe.

Volumemutatie t.o.v. voorafgaand jaar
Het gewogen gemiddelde van de veranderingen in de hoeveelheid en de kwaliteit van de onderdelen van een bepaalde goederen- of dienstentransactie of salditransactie, jaarlijkse procentuele veranderingen.
Output basisprijzen
Het totaal aan goederen en diensten dat is geproduceerd, ook wel productie genoemd. Hiervan bestaan drie soorten:
- marktoutput: goederen en diensten die op de markt zijn afgezet of waarvoor dit in de toekomst de bedoeling is
- output voor eigen finaal gebruik: goederen en diensten voor eigen consumptie of voor investeringen door dezelfde bedrijfseenheid als die welke die goederen en diensten heeft geproduceerd
- niet-marktoutput: goederen en diensten die gratis of tegen economisch niet-significante prijzen aan andere eenheden zijn geleverd.

De output wordt hier gewaardeerd tegen basisprijzen. Dit zijn de prijzen die door producenten zelf zijn ervaren: de productgebonden belastingen zijn er vanaf getrokken en de productgebonden subsidies erbij opgeteld. Door de producent afzonderlijk in rekening gebrachte vervoerskosten zijn niet inbegrepen. Ook de waardeverandering van financiële en niet-financiële activa (productiemiddelen) tijdens de verslagperiode zijn niet inbegrepen.

Inbegrepen is de output van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degenen die in buitenlandse handen zijn. Ook overheidsinstanties en andere niet-commerciële instanties behoren hiertoe.