Inkomensrekening sector huishoudens naar regio; nationale rekeningen

Inkomensrekening sector huishoudens naar regio; nationale rekeningen

Regio's Perioden Transacties in mln euro Inkomensverdeling (primaire verdeling) Middelen Gemengd inkomen (netto) (mln euro) Transacties in mln euro Inkomensverdeling (primaire verdeling) Middelen Inkomen uit vermogen (ontvangsten) (mln euro) Transacties in mln euro Inkomensverdeling (primaire verdeling) Bestedingen Inkomen uit vermogen (betaald) (mln euro) Transacties in mln euro Inkomensverdeling (primaire verdeling) Bestedingen Primair inkomen (netto) (mln euro) Transacties in mln euro Inkomensverdeling (secundaire verdeling) Middelen Primair inkomen (netto) (mln euro) Transacties in mln euro Inkomensverdeling (secundaire verdeling) Middelen Overige inkomensoverdrachten (ontvangen) (mln euro) Transacties in mln euro Inkomensverdeling (secundaire verdeling) Bestedingen Belastingen op inkomen en vermogen (mln euro) Transacties in mln euro Inkomensverdeling (secundaire verdeling) Bestedingen Overige inkomensoverdrachten (betaald) (mln euro) Transacties in mln euro Inkomensverdeling (secundaire verdeling) Bestedingen Beschikbaar inkomen (netto) (mln euro) Transacties per hoofd van de bevolking Inkomensverdeling (primaire verdeling) Middelen Gemengd inkomen (netto) (euro) Transacties per hoofd van de bevolking Inkomensverdeling (primaire verdeling) Middelen Inkomen uit vermogen (ontvangen) (euro) Transacties per hoofd van de bevolking Inkomensverdeling (primaire verdeling) Bestedingen Inkomen uit vermogen (betaald) (euro) Transacties per hoofd van de bevolking Inkomensverdeling (primaire verdeling) Bestedingen Primair inkomen (netto) (euro)
Nederland 2022* 81.971 65.382 15.450 576.378 576.378 21.728 83.366 18.167 437.203 4.631 3.694 873 32.562
Noord-Nederland (LD) 2022* 7.701 5.325 1.322 48.345 48.345 2.117 5.955 1.682 39.708 4.401 3.043 756 27.629
Oost-Nederland (LD) 2022* 17.303 12.755 3.241 114.786 114.786 4.448 14.895 3.709 89.276 4.627 3.410 867 30.692
West-Nederland (LD) 2022* 41.089 33.979 7.568 295.871 295.871 10.170 46.249 8.618 217.017 4.846 4.008 893 34.897
Zuid-Nederland (LD) 2022* 15.878 13.323 3.319 117.376 117.376 4.993 16.267 4.158 91.202 4.254 3.569 889 31.444
Groningen (PV) 2022* 2.353 1.768 415 16.241 16.241 734 1.992 549 13.255 3.967 2.981 700 27.382
Fryslân (PV) 2022* 3.180 1.924 495 17.977 17.977 785 2.143 643 14.848 4.842 2.929 754 27.371
Drenthe (PV) 2022* 2.168 1.633 412 14.127 14.127 598 1.820 490 11.605 4.337 3.267 824 28.260
Overijssel (PV) 2022* 5.162 3.855 978 35.005 35.005 1.393 4.284 1.152 27.596 4.382 3.272 830 29.713
Flevoland (PV) 2022* 2.078 1.206 385 13.866 13.866 500 1.727 408 10.350 4.726 2.743 876 31.533
Gelderland (PV) 2022* 10.063 7.694 1.878 65.915 65.915 2.555 8.884 2.149 51.330 4.742 3.626 885 31.061
Utrecht (PV) 2022* 7.100 5.812 1.354 50.899 50.899 1.649 7.961 1.455 36.415 5.150 4.215 982 36.917
Noord-Holland (PV) 2022* 14.781 12.836 2.709 108.370 108.370 3.577 18.167 3.048 78.205 5.043 4.379 924 36.971
Zuid-Holland (PV) 2022* 17.333 13.909 3.179 125.243 125.243 4.465 18.593 3.708 93.209 4.586 3.680 841 33.138
Zeeland (PV) 2022* 1.875 1.422 326 11.359 11.359 479 1.528 407 9.188 4.821 3.656 838 29.205
Noord-Brabant (PV) 2022* 11.786 9.681 2.415 85.658 85.658 3.443 12.047 2.933 65.037 4.517 3.710 925 32.825
Limburg (PV) 2022* 4.092 3.642 904 31.718 31.718 1.550 4.220 1.225 26.165 3.643 3.242 805 28.236
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De regionale rekeningen voor huishoudens in deze tabel beschrijven de primaire en de secundaire verdeling van de inkomensrekening van de sector huishoudens.
Deze rekeningen kunnen worden gebruikt voor het maken van interregionale vergelijkingen van de belangrijkste transacties waarbij huishoudens betrokken zijn.
De sector huishoudens bevat alle natuurlijke personen die langer dan een jaar in Nederland verblijven, ongeacht hun nationaliteit. Naast de op zichzelf of in gezinsverband wonende personen, worden ook personen in verpleeginrichtingen, bejaardentehuizen, gevangenissen, internaten e.d. tot de huishoudens gerekend. Indien de tot de huishoudens gerekende personen een eigen bedrijf hebben, wordt dit bedrijf ook tot de huishoudens gerekend. Dit is het geval bij de zelfstandigen en de eigenwoningbezitters.

Gegevens beschikbaar vanaf 2015.

Status van de cijfers:
De gegevens van de jaren 2015 tot en met 2022 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 9 december 2024:
Geen, dit is een nieuwe tabel.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft onlangs de nationale rekeningen gereviseerd. Daarbij worden nieuwe bronnen, methoden en concepten doorgevoerd in de nationale rekeningen, zodat het beeld van de Nederlandse economie weer optimaal aansluit bij alle onderliggende statistieken, bronnen en internationale richtlijnen voor het samenstellen van de nationale rekeningen. Deze tabel geeft de cijfers na revisie weer. Voor meer informatie zie paragraaf 3.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In december 2025 komt het voorlopig jaar 2023 beschikbaar.

Toelichting onderwerpen

Transacties in mln euro
Veranderingen in vermogenscomponenten (bezittingen en schulden) van Nederlandse huishoudens. Bedragen in miljoen euro.
Inkomensverdeling (primaire verdeling)
De primaire inkomensverdelingsrekening beschrijft de verdeling van de toegevoegde waarde over de deelnemers (d.w.z. de leveranciers van de productiefactoren arbeid en kapitaal) aan het productieproces.
Middelen
Middelen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verhogen (oftewel de inkomsten door sectoren).
Gemengd inkomen (netto)
Het netto gemengd inkomen is het exploitatieoverschot (exclusief de afschrijvingen) dat resteert nadat de toegevoegde waarde tegen basisprijzen is verminderd met de beloning van werknemers en het saldo van niet-productgebonden belastingen op productie en niet-productgebonden subsidies op productie. Bij zelfstandigen wordt dit exploitatieoverschot gemengd inkomen genoemd, omdat het ook de beloning voor de door hen geleverde arbeid bevat.
Binnen de sector huishoudens bestaat het gemengd inkomen ook nog uit de geproduceerde woondiensten voor eigen gebruik van huiseigenaren.
Inkomen uit vermogen (ontvangsten)
Inkomen uit vermogen bestaat uit:
Rente + dividenden + inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen + ingehouden winst op directe buitenlandse investeringen + inkomen uit grond en minerale reserves.
Bestedingen
Bestedingen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verminderen (oftewel de uitgaven door sectoren).

Inkomen uit vermogen (betaald)
Rente + Inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen + Inkomen uit grond en minerale reserves.
Primair inkomen (netto)
Het inkomen dat ingezetenen ontvangen voor hun directe deelname aan het productieproces, alsmede het inkomen dat zij ontvangen in ruil voor het beschikbaar stellen van financiële middelen, grond en dergelijke.

Het primaire inkomen wordt als volgt berekend:
+ Gemengd Inkomen (netto)
+ Beloning van werknemers
+ Inkomen uit vermogen (netto)
Inkomensverdeling (secundaire verdeling)
Herverdeling van het primair inkomen over deelnemers aan het economisch proces door inkomensoverdrachten.

Middelen
Middelen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verhogen (oftewel de inkomsten door sectoren).
Primair inkomen (netto)
Het inkomen dat ingezetenen ontvangen voor hun directe deelname aan het productieproces, alsmede het inkomen dat zij ontvangen in ruil voor het beschikbaar stellen van financiële middelen, grond en dergelijke.
---
Het primaire inkomen wordt als volgt berekend
+ Gemengd Inkomen (netto)
+ Beloning van werknemers
+ Inkomen uit vermogen (netto)


Overige inkomensoverdrachten (ontvangen)
Totaal overige inkomensoverdrachten (middelen) omvatten:
Toegerekende sociale premies, Schadeverzekeringsuitkeringen en Overige inkomensoverdrachten niet eerder genoemd. Toegerekende sociale premies (zelfstandigen).
In deze transactie wordt de tegenwaarde geregistreerd van de rechtstreekse sociale uitkeringen door werkgevers (zelfstandigen) aan hun (voormalige) werknemers.
Schadeverzekeringsuitkeringen
Schadeverzekeringsuitkeringen zijn uitkeringen die betaald worden ter compensatie van schade als gevolg van ongeval, ziekte, diefstal, aanrijding etc. Zij worden betaald door ingezeten en niet-ingezeten
verzekeringsinstellingen aan ingezeten en niet-ingezeten polishouders.
Overige inkomensoverdrachten
Onder deze transactie worden alle nog niet eerder genoemde transacties geboekt, die niet het karakter hebben van een kapitaaloverdracht. Hiertoe behoren voornamelijk de onderlinge overdrachten tussen huishoudens.
Bestedingen
Bestedingen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verminderen (oftewel de uitgaven door sectoren).

Belastingen op inkomen en vermogen
Alle verplichte betalingen om niet, in geld of in natura, die regelmatig door de overheid en door het buitenland over het inkomen en het vermogen van institutionele eenheden worden geheven.
Bij vennootschappen omvatten de belastingen op inkomen en vermogen met name de vennootschapsbelasting en de dividendbelasting. Deze belastingen hebben als grondslag de winst van vennootschappen.
Bij huishoudens worden als belastingen op inkomen en vermogen alle belastingen beschouwd, die periodiek worden geheven op het inkomen of het vermogen, zoals inkomstenbelasting, loonbelasting en vermogensbelasting. Niet-periodieke heffingen, zoals de successierechten, zijn als kapitaaloverdrachten aangemerkt.
Enkele belastingsoorten die bij producenten gerekend worden tot belastingen op productie en invoer worden bij huishoudens, in hun hoedanigheid van consument, beschouwd als belastingen op inkomen en vermogen. Zo is de motorrijtuigenbelasting op auto's die privé worden gebruikt, gerekend tot de belastingen op inkomen en vermogen.
De behandeling van de dividendbelasting vloeit voort uit de bruto registratie van dividend, dat wil zeggen inclusief dividendbelasting. Dit betekent dat de dividendbelasting geboekt dient te worden bij de sector die het dividend ontvangt. Dit heeft tot gevolg dat er ook dividendbelasting aan het buitenland wordt betaald en uit het buitenland wordt ontvangen..
Overige inkomensoverdrachten (betaald)
Totaal overige inkomensoverdrachten (bestedingen)

De totaal overige inkomensoverdrachten omvatten:
Uitkeringen rechtstreeks door werkgevers, Schadeverzekeringspremies en Overige inkomensoverdrachten niet eerder genoemd.
Uitkeringen rechtstreeks door werkgevers
Deze uitkeringen worden door werkgevers (zelfstandigen) rechtstreeks aan hun (voormalige) werknemers verstrekt zonder dat hierbij een sociaal verzekeringsfonds is betrokken. Hiertoe behoren onder meer de doorbetalingen bij ziekte.

Schadeverzekeringspremies
Schadeverzekeringspremies zijn premies die betaald worden om de schade te verzekeren als gevolg van ongeval, ziekte, diefstal, aanrijding etc. Zij worden betaald door ingezeten en niet-ingezeten polishouders aan ingezeten en niet-ingezeten verzekeringsinstellingen.
Omdat de vergoeding voor verzekeringsdiensten bij schadeverzekeringsmaatschappijen wordt berekend als het verschil tussen de bruto premies (in rekening gebrachte premies en de aanvulling uit het beleggingsinkomen) en de uitkeringen, zijn de schadeverzekeringspremies gelijk aan de uitkeringen.
Overige inkomensoverdrachten.
Onder deze transactie worden alle nog niet eerder genoemde transacties geboekt, die niet het karakter hebben van een kapitaaloverdracht. Hiertoe behoren voornamelijk de onderlinge overdrachten tussen huishoudens.
Beschikbaar inkomen (netto)
Het inkomen na herverdeling van het primair inkomen door al dan niet verplichte inkomensoverdrachten zoals belastingen op inkomen en vermogen, sociale premies en uitkeringen, en overige inkomensoverdrachten. Netto wil hier zeggen dat de afschrijvingen (voor machines en andere kapitaalgoederen) zijn afgetrokken van de inkomsten. In praktijk beïnvloed dit met name de inkomsten van zelfstandigen.

Huishoudens kunnen het beschikbaar inkomen gebruiken voor consumptieve bestedingen en besparingen.

Secundair inkomen/ beschikbaar inkomen.
+ Primair inkomen
+ Sociale uitkeringen
+ overige inkomstenoverdrachten (netto)
- Belastingen op inkomen en vermogen
- Sociale premies
Transacties per hoofd van de bevolking
Voor de berekening van de cijfers per hoofd van de bevolking, zijn de waardebedragen per regio gedeeld door de aantallen personen in de desbetreffende regio.
Inkomensverdeling (primaire verdeling)
De primaire inkomensverdelingsrekening beschrijft de verdeling van de toegevoegde waarde over de deelnemers (d.w.z. de leveranciers van de productiefactoren arbeid en kapitaal) aan het productieproces.
Middelen
Middelen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verhogen (oftewel de inkomsten door sectoren).
Gemengd inkomen (netto)
Het netto gemengd inkomen is het exploitatieoverschot (exclusief de afschrijvingen) dat resteert nadat de toegevoegde waarde tegen basisprijzen is verminderd met de beloning van werknemers en het saldo van niet-productgebonden belastingen op productie en niet-productgebonden subsidies op productie. Bij zelfstandigen wordt dit exploitatieoverschot gemengd inkomen genoemd, omdat het ook de beloning voor de door hen geleverde arbeid bevat.
Binnen de sector huishoudens bestaat het gemengd inkomen ook nog uit de geproduceerde woondiensten voor eigen gebruik van huiseigenaren.
Inkomen uit vermogen (ontvangen)
Rente + dividenden + inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen + ingehouden winst op directe buitenlandse investeringen + inkomen uit grond en minerale reserves.
Bestedingen
Bestedingen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verminderen (oftewel de uitgaven door sectoren).

Inkomen uit vermogen (betaald)
Rente + Inkomen onttrokken aan quasi-vennootschappen + Inkomen uit grond en minerale reserves.
Primair inkomen (netto)
Het inkomen dat ingezetenen ontvangen voor hun directe deelname aan het productieproces, alsmede het inkomen dat zij ontvangen in ruil voor het beschikbaar stellen van financiële middelen, grond en dergelijke.

Het primaire inkomen wordt als volgt berekend
+ Gemengd Inkomen (netto)
+ Beloning van werknemers
+ Inkomen uit vermogen (netto)