Regionale kerncijfers; nationale rekeningen

Regionale kerncijfers; nationale rekeningen

Regio's Perioden Bbp (marktprijzen) (mln euro) Bbp per inwoner (euro) Bbp, volumemutaties (%) Bruto toegevoegde waarde, volumemutaties (%) Toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen) (mln euro) Beloning van werknemers (mln euro) Arbeidsjaren Arbeidsjaren totaal (x 1 000) Arbeidsjaren Arbeidsjaren werknemers (x 1 000) Arbeidsjaren Arbeidsjaren zelfstandigen (x 1 000) Werkzame personen Werkzame personen totaal (x 1 000)
Nederland 2023* 1.067.599 59.719 0,1 0,1 962.084 489.593 8.326,5 6.856,1 1.470,5 10.233,0
Noord-Nederland (LD) 2023* 84.799 48.112 -4,4 -4,4 76.418 37.485 718,1 574,6 143,5 911,9
Oost-Nederland (LD) 2023* 190.621 50.485 0,2 0,2 171.781 88.141 1.642,2 1.342,4 299,8 2.055,7
West-Nederland (LD) 2023* 567.000 66.142 1,1 1,1 510.961 263.810 4.204,6 3.473,7 730,9 5.086,8
Zuid-Nederland (LD) 2023* 217.728 57.810 0,2 0,2 196.209 99.954 1.759,8 1.463,5 296,2 2.176,7
Extra-Regio (LD) 2023* 7.450 . -19,2 -19,1 6.714 203 1,9 1,9 0,0 2,0
Groningen (PV) 2023* 33.230 55.503 -11,1 -11,1 29.946 14.051 251,6 207,5 44,1 320,1
Fryslân (PV) 2023* 30.073 45.514 0,4 0,5 27.100 13.227 266,8 207,2 59,6 340,8
Drenthe (PV) 2023* 21.497 42.729 0,7 0,7 19.372 10.207 199,7 159,9 39,8 250,9
Overijssel (PV) 2023* 60.706 51.156 -0,6 -0,6 54.707 29.230 538,0 448,8 89,2 674,5
Flevoland (PV) 2023* 20.994 46.886 2,5 2,6 18.919 8.413 165,9 130,4 35,5 204,7
Gelderland (PV) 2023* 108.921 50.865 0,2 0,2 98.156 50.497 938,3 763,1 175,1 1.176,5
Utrecht (PV) 2023* 99.349 71.276 1,4 1,5 89.530 47.499 744,6 628,2 116,5 898,4
Noord-Holland (PV) 2023* 231.560 78.109 1,6 1,6 208.674 104.578 1.578,0 1.302,8 275,2 1.876,2
Zuid-Holland (PV) 2023* 217.060 56.782 0,5 0,5 195.607 103.528 1.723,0 1.418,5 304,5 2.111,2
Zeeland (PV) 2023* 19.032 48.629 -0,1 -0,1 17.151 8.206 158,9 124,2 34,7 201,0
Noord-Brabant (PV) 2023* 161.942 61.447 0,6 0,6 145.936 73.232 1.271,5 1.057,0 214,6 1.560,4
Limburg (PV) 2023* 55.787 49.333 -1,1 -1,0 50.273 26.722 488,2 406,6 81,7 616,2
Oost-Groningen (CR) 2023* 5.198 37.714 -19,4 -19,4 4.684 2.206 45,1 35,5 9,6 58,4
Delfzijl en omgeving (CR) 2023* 2.462 54.405 -21,4 -21,4 2.219 857 15,2 12,0 3,2 20,2
Overig Groningen (CR) 2023* 25.570 61.521 -8,0 -8,0 23.043 10.988 191,2 159,9 31,2 241,5
Noord-Friesland (CR) 2023* 15.055 45.948 0,2 0,2 13.567 6.562 129,6 101,3 28,3 165,9
Zuidwest-Friesland (CR) 2023* 5.806 40.715 0,8 0,8 5.233 2.312 53,2 38,1 15,1 69,7
Zuidoost-Friesland (CR) 2023* 9.211 48.362 0,7 0,7 8.301 4.353 84,0 67,8 16,3 105,2
Noord-Drenthe (CR) 2023* 8.175 41.777 0,9 0,9 7.367 4.067 76,6 61,1 15,5 96,3
Zuidoost-Drenthe (CR) 2023* 6.517 38.169 -0,5 -0,5 5.873 3.018 61,4 48,8 12,6 77,6
Zuidwest-Drenthe (CR) 2023* 6.805 49.789 1,5 1,5 6.132 3.122 61,7 50,0 11,7 77,1
Noord-Overijssel (CR) 2023* 21.177 54.786 -1,1 -1,0 19.084 10.288 187,7 155,8 32,0 236,6
Zuidwest-Overijssel (CR) 2023* 7.487 46.713 -0,2 -0,1 6.747 3.596 67,3 55,1 12,2 84,5
Twente (CR) 2023* 32.042 50.077 -0,4 -0,4 28.875 15.346 283,0 237,9 45,1 353,5
Veluwe (CR) 2023* 38.705 53.821 1,6 1,6 34.880 18.172 330,3 271,4 59,0 412,2
Achterhoek (CR) 2023* 17.459 42.947 -0,9 -0,9 15.734 8.048 163,9 129,7 34,2 210,8
Arnhem/Nijmegen (CR) 2023* 39.934 52.505 -0,7 -0,6 35.987 18.555 329,3 271,8 57,5 414,2
Zuidwest-Gelderland (CR) 2023* 12.823 50.256 0,2 0,3 11.556 5.723 114,7 90,3 24,4 139,3
Utrecht (CR) 2023* 99.349 71.276 1,4 1,5 89.530 47.499 744,6 628,2 116,5 898,4
Kop van Noord-Holland (CR) 2023* 15.771 40.842 1,5 1,6 14.213 7.249 149,9 114,3 35,6 191,2
Alkmaar en omgeving (CR) 2023* 10.993 42.950 1,3 1,3 9.907 5.168 99,9 78,6 21,4 128,1
IJmond (CR) 2023* 8.446 42.011 -4,4 -4,4 7.611 4.037 72,1 56,6 15,6 92,1
Agglomeratie Haarlem (CR) 2023* 9.900 42.026 -1,4 -1,3 8.921 4.348 85,1 63,1 21,9 110,5
Zaanstreek (CR) 2023* 6.879 38.848 -1,1 -1,1 6.200 3.221 62,2 47,9 14,3 78,9
Groot-Amsterdam (CR) 2023* 166.827 113.915 2,9 3,0 150.339 74.792 1.008,9 865,9 143,0 1.150,1
Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2023* 12.744 52.168 -7,5 -7,5 11.484 5.762 100,0 76,4 23,5 125,2
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2023* 21.570 48.687 0,4 0,4 19.438 10.027 175,5 141,4 34,1 226,0
Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2023* 51.600 56.458 0,7 0,7 46.500 26.511 428,4 344,7 83,7 512,6
Delft en Westland (CR) 2023* 15.769 64.981 -0,3 -0,3 14.210 7.657 132,8 113,5 19,3 161,4
Oost-Zuid-Holland (CR) 2023* 14.781 42.586 1,9 1,9 13.320 6.682 130,2 101,2 29,0 164,5
Groot-Rijnmond (CR) 2023* 92.378 61.770 0,2 0,3 83.248 42.593 684,0 572,7 111,3 836,6
Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2023* 20.962 55.102 0,4 0,4 18.890 10.057 172,0 144,9 27,1 210,1
Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2023* 4.833 45.715 -5,9 -5,8 4.355 2.398 42,8 33,7 9,1 53,7
Overig Zeeland (CR) 2023* 14.199 49.707 2,2 2,3 12.796 5.808 116,1 90,5 25,7 147,3
West-Noord-Brabant (CR) 2023* 36.614 56.421 -0,8 -0,8 32.995 16.954 300,2 249,6 50,5 367,9
Midden-Noord-Brabant (CR) 2023* 25.161 49.761 -1,4 -1,3 22.674 11.827 226,8 185,9 40,9 289,0
Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2023* 40.647 60.244 0,2 0,2 36.630 18.173 323,8 265,3 58,5 400,0
Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2023* 59.519 73.829 2,7 2,7 53.637 26.278 420,7 356,1 64,6 503,5
Noord-Limburg (CR) 2023* 15.707 54.196 -0,6 -0,5 14.155 7.317 140,9 119,6 21,3 174,9
Midden-Limburg (CR) 2023* 11.347 46.886 -0,6 -0,6 10.226 5.132 98,2 79,5 18,8 125,0
Zuid-Limburg (CR) 2023* 28.732 47.969 -1,5 -1,5 25.892 14.273 249,1 207,5 41,6 316,3
Flevoland (CR) 2023* 20.994 46.886 2,5 2,6 18.919 8.413 165,9 130,4 35,5 204,7
Utrecht-West (CP) 2023* 6.450 46.737 0,0 0,1 5.813 2.799 54,9 41,5 13,4 68,5
Stadsgewest Amersfoort (CP) 2023* 18.433 59.041 0,0 0,1 16.611 8.492 144,0 117,7 26,4 180,6
Stadsgewest Utrecht (CP) 2023* 66.963 86.499 2,4 2,4 60.345 32.674 480,4 417,7 62,7 564,4
Zuidoost-Utrecht (CP) 2023* 7.502 44.267 -2,2 -2,1 6.761 3.534 65,3 51,3 14,0 84,9
Amsterdam (CP) 2023* 116.589 126.082 3,5 3,5 105.066 52.329 688,1 588,8 99,3 774,2
Overig Agglomeratie Amsterdam (CP) 2023* 13.756 84.213 1,7 1,8 12.396 5.805 86,1 73,3 12,8 99,8
Edam-Volendam en omgeving (CP) 2023* 4.712 31.630 -3,1 -3,1 4.247 1.927 43,5 30,6 12,9 57,8
Haarlemmermeer en omgeving (CP) 2023* 31.769 139.678 2,5 2,5 28.630 14.731 191,2 173,2 18,0 218,4
Aggl.'s-Gravenhage excl. Zoetermeer (CP) 2023* 44.693 56.845 -0,3 -0,2 40.276 23.239 374,9 299,7 75,2 449,5
Zoetermeer (CP) 2023* 6.906 54.076 7,4 7,5 6.224 3.272 53,5 45,0 8,5 63,1
Rijnmond (CP) 2023* 84.200 64.453 0,4 0,4 75.879 39.297 617,6 521,3 96,2 752,2
Overig Groot-Rijnmond (CP) 2023* 8.178 43.234 -1,0 -1,0 7.369 3.297 66,5 51,4 15,1 84,5
Drechtsteden (CP) 2023* 14.035 57.553 -1,0 -0,9 12.648 6.781 113,5 96,9 16,6 138,0
Overig Zuidoost-Zuid-Holland (CP) 2023* 6.927 50.725 3,3 3,3 6.242 3.277 58,5 48,0 10,5 72,1
Stadsgewest 's-Hertogenbosch (CP) 2023* 19.650 65.087 1,6 1,6 17.708 9.444 157,4 131,2 26,2 192,5
Overig Noordoost-Noord-Brabant (CP) 2023* 20.998 56.322 -1,1 -1,1 18.922 8.729 166,4 134,1 32,3 207,5
Almere (CP) 2023* 9.518 42.365 2,0 2,0 8.577 4.044 75,5 59,2 16,3 91,5
Flevoland-Midden (CP) 2023* 7.754 51.244 3,5 3,5 6.988 2.845 56,8 44,9 11,9 71,4
Noordoostpolder en Urk (CP) 2023* 3.722 51.850 1,9 2,0 3.354 1.525 33,6 26,3 7,3 41,7
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Regionale rekeningen geven een op de nationale rekeningen aansluitende kwantitatieve beschrijving van het economisch proces van regio's binnen een land. Als onderdelen van het economisch proces worden in de nationale rekeningen productie, inkomensverdeling, bestedingen en financiering onderscheiden.
Bij de regionale rekeningen ligt de nadruk echter op de beschrijving van de productieprocessen in de verscheidene regio's.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1995

Status van de cijfers:
De cijfers van de verslagjaren tot en met 2021 zijn definitief. De cijfers van het verslagjaar 2022 zijn ook definitief met uitzondering van de variabelen arbeidsjaren, werkzame personen en gewerkte uren. Door de late beschikbaarheid van de jaargegevens over zelfstandigen wordt een uitzondering gemaakt voor cijfers over arbeidsjaren, werkzame personen en gewerkte uren. Deze gegevens worden pas een jaar later als definitief gepubliceerd. De cijfers van het verslagjaar 2023 zijn nog voorlopig.

Wijzigingen per 23 december 2024:
De cijfers over het bbp, het bbp per inwoner en de toegevoegde waarde, alsmede de volumemutaties van het bbp en de toegevoegde waarde op regionaal niveau waren onjuist. Dit is in deze versie gecorrigeerd. De cijfers voor Nederland totaal zijn ongewijzigd.

Wijzigingen per 9 december 2024:
Geen, dit is een nieuwe tabel.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft onlangs de nationale rekeningen gereviseerd. Daarbij worden nieuwe bronnen, methoden en concepten doorgevoerd in de nationale rekeningen, zodat het beeld van de Nederlandse economie weer optimaal aansluit bij alle onderliggende statistieken, bronnen en internationale richtlijnen voor het samenstellen van de nationale rekeningen. Deze tabel geeft de cijfers na revisie weer. Voor meer informatie zie paragraaf 3.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In december 2025 komen nieuwe cijfers beschikbaar over de verslagjaren 2022, 2023 en 2024.

Toelichting onderwerpen

Bbp (marktprijzen)
Het bruto binnenlands product (bbp) is het eindresultaat van de productieve activiteiten van de ingezeten productie-eenheden. Het is gelijk aan de toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle bedrijfsklassen samen, aangevuld met enkele transacties die niet naar bedrijfsklassen worden verdeeld. De toegevoegde waarde (basisprijzen) per bedrijfsklasse is gelijk aan het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het intermediair verbruik (aankoopprijzen). De onverdeelde transacties betreffen het saldo van productgebonden belastingen en subsidies en het verschil toegerekende en afgedragen btw (belasting over de toegevoegde waarde). Het bbp is ook gelijk aan de waarde van het in Nederland gevormde inkomen.
Bbp per inwoner
Het bruto binnenlands product (bbp) is het eindresultaat van de productieve activiteiten van de ingezeten productie-eenheden. Het is gelijk aan de toegevoegde waarde tegen basisprijzen van alle bedrijfsklassen samen, aangevuld met enkele transacties die niet naar bedrijfsklassen worden verdeeld. De toegevoegde waarde (basisprijzen) per bedrijfsklasse is gelijk aan het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het intermediair verbruik (aankoopprijzen). Het bbp per inwoner is het bbp gedeeld door het gemiddeld aantal inwoners van Nederland of de betreffende regio in de verslagperiode.
Bbp, volumemutaties
Bbp, volumemutaties
Volumegroei van het bruto binnenlands product (bbp). Het bruto binnenlands product (bbp) is een maat voor de omvang van de economie. De verandering van het volume van het bbp in een bepaalde tijdsperiode is een maat voor de groei (of krimp) van de economie. Het bruto binnenlands product tegen marktprijzen is het eindresultaat van de productieve activiteiten van ingezeten productie-eenheden. Het kan op twee manieren worden gedefinieerd:
- vanuit het oogpunt van de productie: het bbp is de som van de bruto toegevoegde waarde van alle institutionele sectoren of bedrijfstakken en het saldo van productgebonden belastingen en subsidies (die niet aan sectoren en bedrijfstakken worden toegerekend). Het is eveneens de sluitpost van de productierekening van de totale economie;
- vanuit het oogpunt van het inkomen: het bbp is de som van de bestedingen in de inkomensvormingsrekening van de totale economie (beloning van werknemers, belastingen op productie en invoer exclusief subsidies, bruto-exploitatieoverschot en gemengd inkomen van de totale economie).
Door het bbp te verminderen met het verbruik van vaste activa, wordt het netto binnenlands product (nbp) tegen marktprijzen verkregen.
Bruto toegevoegde waarde, volumemutaties
Volumegroei van de toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen).
De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten (de productiewaarde of output) minus de waarde van goederen en diensten die tijdens deze productie zijn opgebruikt ( het intermediair verbruik). De toegevoegde waarde is daarbij uitgedrukt in basisprijzen, de prijzen zijn die door producenten zijn ervaren. Inbegrepen is de toegevoegde waarde van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degenen die in buitenlandse handen zijn. Ook overheidsinstanties en andere niet-commerciële instanties behoren hiertoe.
In de nationale rekeningen betekent 'bruto' vóór aftrek van het verbruik van vaste activa (afschrijvingen) en 'netto' na aftrek van het verbruik van vaste activa.
Toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen)
Bruto toegevoegde waarde basisprijzen De toegevoegde waarde is gelijk aan het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het intermediair verbruik (aankoopprijzen) van een bedrijfseenheid. De som van de toegevoegde waarde van alle bedrijfseenheden is een belangrijke component van het bruto binnenlands product (bbp). De toegevoegde waarde wordt gewaardeerd tegen basisprijzen. Bruto is inclusief afschrijvingen.
Beloning van werknemers
De beloning voor geleverde arbeid door werknemers. Werknemers zijn alle ingezeten en niet-ingezeten personen die in Nederland in dienstbetrekking werkzaam zijn. Ook directeuren van nv's en bv's behoren tot de werknemers, dus hun salarissen zijn ook in de beloning van werknemers begrepen. Hetzelfde geldt voor medewerkers van sociale werkplaatsen. De beloning van werknemers heeft twee componenten: lonen enerzijds en sociale premies ten laste van werkgevers anderzijds. De lonen zijn inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale premies die ten laste komen van de werknemers. Verder omvatten de lonen naast het periodiek, direct aan werknemers betaalde loon ook de aanvullingen hierop (zoals bonussen, overwerkvergoeding, fooien en provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel, voordelig reizen) en het vakantiegeld. Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers zijn gemaakt in verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de kosten van het woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend. De sociale premies zijn de premies wettelijke sociale verzekering, pensioenpremies, overige particuliere sociale premies en toegerekende sociale premies. Deze premies komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen of niet-werkenden.
Arbeidsjaren
Een maatstaf voor het arbeidsvolume, die wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) om te rekenen naar voltijdbanen, ook wel voltijdequivalenten (vte) genoemd. Zo leveren twee halve banen (elk 0,5 vte) samen een arbeidsvolume van één arbeidsjaar op.
Arbeidsjaren totaal
Arbeidsjaren werknemers
De hoeveelheid arbeid uitgevoerd door werknemers die in een bepaalde periode is ingezet. Werknemers zijn personen die in een bepaalde periode arbeid verrichten voor loon of salaris, in geld of in natura, op grond van een arbeidsovereenkomst voor een economische eenheid.
Arbeidsjaren zelfstandigen
De hoeveelheid arbeid uitgevoerd door zelfstandigen die in een bepaalde periode is ingezet. Zelfstandigen zijn personen die een inkomen ontvangen door voor eigen rekening of risico arbeid te verrichten in het bedrijf of het beroep dat zij zelfstandig uitoefenen. Ook meewerkende gezinsleden worden tot zelfstandigen gerekend, tenzij zij een arbeidsovereenkomst zijn aangegaan.
Werkzame personen
Alle personen die één of meerdere banen hebben als werknemer en/of zelfstandige bij een in Nederland gevestigde economische eenheid.
Tot de werkzame personen behoren alle personen die betaalde arbeid verrichten, ook al is het maar voor één of enkele uren per week, ook als zij:
- arbeid verrichten die op zichzelf genomen legaal is, maar waarvan de beloning aan de registratie door de fiscus of sociale zekerheidsautoriteiten wordt onttrokken ('zwarte arbeid');
- tijdelijk geen arbeid verrichten, maar wel doorbetaald krijgen (bijvoorbeeld bij ziekte of vorstverlet);
- tijdelijk onbetaald verlof hebben opgenomen.
Werkzame personen kunnen worden onderscheiden in werknemers en zelfstandigen. Ze kunnen woonachtig zijn in Nederland maar ook in het buitenland. In deze tabel wordt het gemiddeld aantal werkzame personen over de verslagperiode gegeven.
Werkzame personen totaal