Wmo-cliënten; type maatwerkvoorziening, persoonskenmerken, regio

Bewerk tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Regio's Wmo-cliënten (aantal) Wmo-cliënten per 1 000 inwoners (per 1 000 inwoners)
Nederland 1.169.010 65
Aa en Hunze 1.695 66
Aalburg . .
Aalsmeer 1.795 54
Aalten 1.950 71
Achtkarspelen 1.575 56
Alblasserdam 1.330 66
Albrandswaard 1.380 52
Alkmaar 7.070 63
Almelo 5.280 71
Almere 8.770 39
Alphen aan den Rijn 3.950 34
Alphen-Chaam 580 55
Altena 3.365 58
Ameland 240 62
Amersfoort 10.015 62
Amstelveen 1.060 11
Amsterdam 64.245 69
Apeldoorn 13.355 79
Appingedam . .
Arnhem 12.430 74
Assen 5.515 79
Asten 1.060 61
Baarle-Nassau 500 71
Baarn 1.915 76
Barendrecht 2.750 57
Barneveld 2.690 43
Bedum . .
Beek (L.) 1.070 66
Beekdaelen 2.560 71
Beemster . .
Beesel 930 70
Bellingwedde . .
Berg en Dal 2.535 71
Bergeijk 1.085 56
Bergen (L.) 875 67
Bergen (NH.) 2.010 67
Bergen op Zoom 6.950 100
Berkelland 2.985 68
Bernheze 1.930 59
Best 1.520 49
Beuningen 1.600 60
Beverwijk 2.565 60
het Bildt . .
De Bilt 2.385 55
Binnenmaas . .
Bladel 1.385 66
Blaricum 530 41
Bloemendaal 1.455 61
Bodegraven-Reeuwijk 955 26
Boekel 655 58
Ten Boer . .
Borger-Odoorn 1.965 76
Borne 1.835 74
Borsele 1.635 71
Boxmeer . .
Boxtel 2.220 65
Breda 14.605 78
Brielle . .
Bronckhorst 1.835 51
Brummen 1.400 66
Brunssum 3.035 109
Bunnik 735 45
Bunschoten 1.370 61
Buren 1.195 43
Capelle aan den IJssel . .
Castricum 1.960 54
Coevorden 2.325 65
Cranendonck 1.180 57
Cromstrijen . .
Cuijk . .
Culemborg 1.760 59
Dalfsen 1.490 50
Dantumadiel 1.395 73
Delft 6.690 61
Delfzijl . .
Deurne 2.750 83
Deventer 7.790 75
Diemen 2.030 62
Dijk en Waard 3.885 43
Dinkelland 1.805 68
Doesburg 720 65
Doetinchem 4.670 78
Dongen 1.370 51
Dongeradeel . .
Dordrecht 9.790 80
Drechterland 1.350 66
Drimmelen 1.950 69
Dronten 2.385 54
Druten 1.605 82
Duiven 1.605 65
Echt-Susteren 2.660 83
Edam-Volendam 1.700 46
Ede 7.920 64
Eemnes 375 38
Eemsdelta 2.650 59
Eemsmond . .
Eersel 1.265 63
Eijsden-Margraten 980 38
Eindhoven 17.450 71
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel wordt het aantal cliënten met een maatwerkvoorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) getoond. De cijfers zijn per gemeente beschikbaar en kunnen worden uitgesplitst naar type voorziening, leeftijd, huishoudinkomen, herkomst en geslacht.
Deze tabel is samengesteld op basis van gegevens die gemeenten aan CBS hebben geleverd in het kader van de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein.

Deze tabel is de opvolger van de tabellen 'Wmo-cliënten; type maatwerkvoorziening, persoonskenmerken, regio, 2019-2023' en 'Wmo-cliënten; type maatwerkarrangement, persoonskenmerken, regio, 2015-2020' (zie paragraaf 3, link 'Archief'). De nieuwe herkomstindeling is geïmplementeerd; voortaan is meer bepalend waar iemand zelf geboren is, naast waar iemands ouders geboren zijn. De hoofdindeling westers/niet-westers wordt vervangen door een indeling op basis van geboren in of buiten Nederland. Ook is opgenomen of ouders binnen of buiten Nederland zijn geboren, wanneer de persoon zelf wel in Nederland is geboren. Verder is de methode om de leeftijd van een Wmo-cliënt te bepalen veranderd en zijn er andere kleinere verbeteringen doorgevoerd. De cijfers zijn door de wijzigingen minder goed te vergelijken met de voorgaande tabellen.

Door de verbeterde methode is het aantal cliënten met een maatwerkvoorziening op landelijk niveau per jaar gemiddeld afgenomen met:
- 2023 (0,05 procent)
- 2022 (0,25 procent)
- 2021 (0,32 procent)
- 2020 (0,53 procent)
- 2019 (0,34 procent)
- 2018 (7,84 procent)
- 2017 (5,70 procent)
Per halfjaar is het aantal cliënten met een maatwerkvoorziening op landelijk niveau gemiddeld afgenomen met:
- 1e halfjaar 2023 (0,05 procent) en 2e halfjaar 2023 (0,03 procent)
- 1e halfjaar 2022 (0,16 procent en 2e halfjaar 2022 (0,24 procent)
- 1e halfjaar 2021 (0,42 procent en 2e halfjaar 2021 (0,25 procent)
- 1e halfjaar 2020 (0,34 procent en 2e halfjaar 2020 (0,45 procent)
- 1e halfjaar 2019 (0,31 procent en 2e halfjaar 2019 (0,24 procent)
- 1e halfjaar 2018 (9,06 procent) en 2e halfjaar 2018 (5,70 procent)
- 1e halfjaar 2017 (4,95 procent) en 2e halfjaar 2017 (6,10 procent)

Voor meer informatie over de wijzigingen en de gevolgen, zie de korte onderzoekbeschrijving, paragraaf 4.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2017

Status van de cijfers:
De cijfers over het eerste halfjaar van 2024 zijn voorlopig. De overige cijfers zijn definitief.
De landelijke cijfers voor het eerste halfjaar van 2024 en over 2023 van Verblijf en Opvang zijn een som van alle gemeenten, omdat deze categorie compleet is aangeleverd door centrumgemeenten.

Wijzigingen per 10 januari 2025:
- De absolute cijfers over het huishoudinkomen zijn voortaan afgerond op honderdtallen i.p.v. vijftallen.
- Vanwege een nieuwe versie van een onderdeel van de data zijn sommige cliënten aantallen in het eerste halfjaar van 2024 bijgesteld ten opzichte van de versie van 2 december.

Wijzigingen per 2 december 2024:
- De cijfers over het eerste halfjaar van 2024 zijn toegevoegd.
- De (nader) voorlopige cijfers over 2023 zijn vervangen door definitieve cijfers.
- De cijfers over 2017 tot en met 2022 zijn teruggelegd conform de nieuwe methode en toegevoegd aan de tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De voorlopige cijfers over het tweede halfjaar van 2024 en heel 2024 worden in mei 2025 gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Wmo-cliënten
Aantal personen dat ten minste één maatwerkvoorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) heeft gehad.
Wmo-cliënten per 1 000 inwoners
Aantal personen dat ten minste één maatwerkvoorziening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) heeft gehad, uitgedrukt per 1.000 inwoners van de betreffende bevolkingsgroep.