Niet-financiële vennootschappen; niet-fin. transacties, ondernemingstype
Sector niet-financiële vennootschappen | Perioden | Middelen Overige inkomensoverdrachten Totaal (mln euro) | Middelen Overige inkomensoverdrachten Uitkeringen schadeverzekeringen (mln euro) | Middelen Overige inkomensoverdrachten Overige inkomensoverdrachten n.e.g. (mln euro) | Bestedingen Overige inkomensoverdrachten Totaal (mln euro) | Bestedingen Overige inkomensoverdrachten Premies schadeverzekering (netto) (mln euro) | Bestedingen Overige inkomensoverdrachten Overige inkomensoverdrachten n.e.g. (mln euro) | Saldi Saldo primaire inkomens (bruto) (mln euro) | Saldi Saldo primaire inkomens (netto) (mln euro) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Niet-financiële vennootschappen | 2022 | 4.287 | 4.064 | 223 | 6.579 | 3.807 | 2.772 | 177.547 | 94.500 |
Ondern. onder Nederlandse zeggenschap | 2022 | 2.395 | 2.270 | 125 | 3.606 | 2.126 | 1.480 | 115.059 | 70.356 |
Nederlandse multinationals | 2022 | 829 | 786 | 43 | 1.250 | 737 | 513 | 41.975 | 25.044 |
Overig grootbedrijf | 2022 | 395 | 374 | 21 | 595 | 351 | 244 | 15.138 | 6.089 |
Zelfstandig midden- en kleinbedrijf | 2022 | 1.171 | 1.110 | 61 | 1.761 | 1.038 | 723 | 57.946 | 39.223 |
Ondern. onder buitenlandse zeggenschap | 2022 | 1.892 | 1.794 | 98 | 2.973 | 1.681 | 1.292 | 62.488 | 24.144 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel geeft een overzicht van de niet-financiële transacties van de sector niet-financiële vennootschappen en vier subsectoren, namelijk ondernemingen onder buitenlandse zeggenschap, Nederlandse multinationals, overig grootbedrijf en zelfstandig midden- en kleinbedrijf. De transacties worden ingedeeld naar middelen en bestedingen. Daarnaast worden ook de saldi van de sectoren weergegeven.
Gegevens beschikbaar vanaf:
Jaargegevens vanaf 2015.
Status van de cijfers:
De gegevens van 2015 tot en met 2022 zijn definitief. Gepubliceerde gegevens kunnen jaarlijks worden herzien. Eventuele herzieningen worden gepubliceerd in juni.
Wijzigingen per 24 juni 2024:
Dit is een nieuwe tabel.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft onlangs de nationale rekeningen gereviseerd. Daarbij worden nieuwe bronnen, methoden en concepten doorgevoerd in de nationale rekeningen, zodat het beeld van de Nederlandse economie weer optimaal aansluit bij alle onderliggende statistieken, bronnen en internationale richtlijnen voor het samenstellen van de nationale rekeningen. Deze tabel geeft de cijfers na revisie weer. Voor meer informatie zie paragraaf 3.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Na afloop van het verslagjaar worden na 18 maanden de jaarramingen gepubliceerd. De cijfers komen jaarlijks in juni beschikbaar.
Toelichting onderwerpen
- Middelen
- Middelen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verhogen (oftewel de inkomsten door sectoren).
- Overige inkomensoverdrachten
- Hieronder vallen inkomensoverdrachten die niet in de andere categorieën zijn ingedeeld.
- Totaal
- Uitkeringen schadeverzekeringen
- Uitkeringen die betaald worden ter compensatie van schade als gevolg van bijvoorbeeld een ongeval, ziekte, diefstal of aanrijding. De uitkeringen worden betaald door verzekeringsinstellingen aan polishouders.
- Overige inkomensoverdrachten n.e.g.
- Onder de overige inkomensoverdrachten niet elders genoemd vallen onder andere:
- inkomensoverdrachten aan izw's t.b.v. huishoudens omvatten alle vrijwillige bijdragen (met uitzondering van legaten), lidmaatschapsgelden en financiële steun die deze instellingen ontvangen van huishoudens (met inbegrip van niet-ingezeten huishoudens) en in mindere mate van andere eenheden;
- inkomensoverdrachten tussen huishoudens omvatten alle inkomensoverdrachten in geld of in natura, betaald (of ontvangen) door ingezeten huishoudens aan (of van) andere ingezeten of niet-ingezeten huishoudens. Het gaat met name om bedragen die door emigranten of permanent (of voor een periode van ten minste één jaar) in het buitenland werkzame personen aan familieleden in hun land van herkomst of door ouders aan hun elders verblijvende kinderen worden overgemaakt;
- boetes die door rechtbanken of door semirechterlijke organen aan institutionele eenheden worden opgelegd, worden beschouwd als andere overige inkomensoverdrachten;
- de bedragen die worden uitbetaald aan de winnaars van een loterij;
- sponsoring door ondernemingen, indien dergelijke betalingen niet kunnen worden beschouwd als verwerving van publicitaire of andere diensten (bv. overdrachten voor een goed doel, studiebeurzen).
- Bestedingen
- Bestedingen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verminderen (oftewel de uitgaven door sectoren).
- Overige inkomensoverdrachten
- Totaal
- Hieronder vallen inkomensoverdrachten die niet in de andere categorieën zijn ingedeeld.
- Premies schadeverzekering (netto)
- Premies die betaald worden om schade als gevolg van bijvoorbeeld een ongeval, ziekte, diefstal of aanrijding te verzekeren. De premies worden betaald door polishouders aan verzekeringsinstellingen.
De schadepremies worden netto geregistreerd, d.w.z. na aftrek van de uitvoeringskosten.
- Overige inkomensoverdrachten n.e.g.
- Onder de overige inkomensoverdrachten niet elders genoemd vallen onder andere:
- inkomensoverdrachten aan izw's t.b.v. huishoudens omvatten alle vrijwillige bijdragen (met uitzondering van legaten), lidmaatschapsgelden en financiële steun die deze instellingen ontvangen van huishoudens (met inbegrip van niet-ingezeten huishoudens) en in mindere mate van andere eenheden;
- inkomensoverdrachten tussen huishoudens omvatten alle inkomensoverdrachten in geld of in natura, betaald (of ontvangen) door ingezeten huishoudens aan (of van) andere ingezeten of niet-ingezeten huishoudens. Het gaat met name om bedragen die door emigranten of permanent (of voor een periode van ten minste één jaar) in het buitenland werkzame personen aan familieleden in hun land van herkomst of door ouders aan hun elders verblijvende kinderen worden overgemaakt;
- boetes die door rechtbanken of door semirechterlijke organen aan institutionele eenheden worden opgelegd, worden beschouwd als andere overige inkomensoverdrachten;
- de bedragen die worden uitbetaald aan de winnaars van een loterij;
- sponsoring door ondernemingen, indien dergelijke betalingen niet kunnen worden beschouwd als verwerving van publicitaire of andere diensten (bv. overdrachten voor een goed doel, studiebeurzen).
- Saldi
- Een saldo wordt verkregen door van de totale waarde van de posten aan de ene zijde van een rekening de totale waarde van de posten aan de andere zijde af te trekken.
- Saldo primaire inkomens (bruto)
- Het totaal van de door ingezeten institutionele eenheden ontvangen primaire inkomens: beloning van werknemers, netto-exploitatieoverschot / netto gemengd inkomen, het saldo van ontvangen en betaald inkomen uit vermogen en de belastingen op productie en invoer minus subsidies. Inkomens uit vermogen die van de ene binnenlandse sector naar de andere gaan, vallen in dit inkomensbegrip tegen elkaar weg. Het bruto nationaal inkomen (tegen marktprijzen) is gelijk aan het bbp minus het primaire inkomen dat ingezeten eenheden aan niet-ingezeten eenheden betalen plus het primaire inkomen dat ingezeten eenheden uit het buitenland ontvangen. De afdrachten van lidstaten aan de Europese Unie is voor een groot deel gebaseerd op het bruto nationaal inkomen.
Het begrip nationaal inkomen is geen productie-, maar een inkomensbegrip; het is daarom relevanter indien het netto wordt uitgedrukt, dat wil zeggen na aftrek van afschrijvingen (het verbruik van vaste activa).
Het primaire inkomen (nationaal inkomen) is het inkomen dat de sectoren ontvangen voor hun directe deelname aan het productieproces en het inkomen dat zij ontvangen in ruil voor het beschikbaar stellen van financiële middelen, grond e.d. Het nationaal inkomen is gelijk aan het bruto binnenlands product (bbp) plus het per saldo uit het buitenland ontvangen (primaire) inkomen. Het kan ook berekend worden als de som van de primaire inkomens van alle sectoren samen (totale economie). Bruto is inclusief verbruik van vaste activa.
- Saldo primaire inkomens (netto)
- Het totaal van de door ingezeten institutionele eenheden ontvangen primaire inkomens: beloning van werknemers, netto-exploitatieoverschot / netto gemengd inkomen, het saldo van ontvangen en betaald inkomen uit vermogen en de belastingen op productie en invoer minus subsidies. Inkomens uit vermogen die van de ene binnenlandse sector naar de andere gaan, vallen in dit inkomensbegrip tegen elkaar weg. Het bruto nationaal inkomen (tegen marktprijzen) is gelijk aan het bbp minus het primaire inkomen dat ingezeten eenheden aan niet-ingezeten eenheden betalen plus het primaire inkomen dat ingezeten eenheden uit het buitenland ontvangen. De afdrachten van lidstaten aan de Europese Unie is voor een groot deel gebaseerd op het bruto nationaal inkomen.
Het begrip nationaal inkomen is geen productie-, maar een inkomensbegrip; het is daarom relevanter indien het netto wordt uitgedrukt, dat wil zeggen na aftrek van het verbruik van vaste activa.