Lopende transacties; sectoren, nationale rekeningen

Lopende transacties; sectoren, nationale rekeningen

Institutionele sectoren Niet-geconsolideerd of geconsolideerd Perioden Middelen Beloning van werknemers Lonen (mln euro) Bestedingen Beloning van werknemers Lonen (mln euro)
Totale binnenlandse sectoren Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 91.351 93.473
Totale binnenlandse sectoren Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 91.351 93.473
Niet-financiële vennootschappen Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 69.353
Niet-financiële vennootschappen Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 69.353
Financiële instellingen Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 4.642
Financiële instellingen Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 4.642
Monetaire financiële instellingen Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 1.790
Monetaire financiële instellingen Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 1.790
Centrale bank Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 57
Centrale bank Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 57
Ov. deposito-instellingen en GMF's Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 1.733
Ov. deposito-instellingen en GMF's Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 1.733
Overige financiële instellingen Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 2.223
Overige financiële instellingen Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 2.223
Beleggingsfondsen m.u.v geldmarktfondsen Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 4
Beleggingsfondsen m.u.v geldmarktfondsen Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 4
Ov. fin. inst. excl. beleggingsfondsen Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 2.219
Ov. fin. inst. excl. beleggingsfondsen Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 2.219
Ov. fin. intermediairs en hulpbedrijven Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 2.037
Ov. fin. intermediairs en hulpbedrijven Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 2.037
Overige financiële intermediairs Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 385
Overige financiële intermediairs Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 385
Financiële hulpbedrijven Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 1.652
Financiële hulpbedrijven Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 1.652
Fin. instellingen binnen concernverband Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 182
Fin. instellingen binnen concernverband Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 182
Verzekeringsinstel. en pensioenfondsen Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 629
Verzekeringsinstel. en pensioenfondsen Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 629
Verzekeringsinstellingen Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 604
Verzekeringsinstellingen Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 604
Pensioenfondsen Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 25
Pensioenfondsen Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 25
Overheid Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 15.371
Overheid Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 15.371
Centrale overheid Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 5.877
Centrale overheid Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 5.877
Lokale overheid Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 9.150
Lokale overheid Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 9.150
Socialezekerheidsfondsen Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 344
Socialezekerheidsfondsen Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 344
Huishoudens incl. IZW's t.b.v. huish. Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 91.351 4.107
Huishoudens incl. IZW's t.b.v. huish. Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 91.351 4.107
Huishoudens Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 91.351 3.337
Huishoudens Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 91.351 3.337
IZW's t.b.v. huishoudens Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 770
IZW's t.b.v. huishoudens Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 770
Buitenland Niet-geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 2.860 738
Buitenland Geconsolideerd 2024 1e kwartaal* 2.860 738
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft een overzicht van de niet-financiële transacties van de institutionele sectoren van de Nederlandse economie. Niet-financiële transacties bestaan uit lopende transacties en transacties van de kapitaalrekening. De transacties worden ingedeeld naar middelen en bestedingen. Daarnaast worden ook de saldi van de sectoren weergegeven.
Niet-financiële transacties worden geraamd voor de hoofdsectoren van de economie: niet-financiële vennootschappen, financiële instellingen, overheid, huishoudens, instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens en het buitenland. De sectoren financiële instellingen en overheid zijn bovendien nog naar subsectoren uitgesplitst. Sectoren worden zowel geconsolideerd als niet-geconsolideerd gepresenteerd.

Gegevens beschikbaar vanaf:
Jaargegevens vanaf 1995.
Kwartaalgegevens vanaf het eerste kwartaal 1999.

Status van de cijfers:
De jaargegevens van 1995 tot en met 2022 zijn definitief. Kwartaalgegevens vanaf 2022 hebben de status voorlopig.

Correctie per 12 juli 2024:
De totale geconsolideerde middelen en bestedingen zijn gewijzigd voor de meeste sectoren, vanwege een foutieve berekening. Voor de sector buitenland zijn ook de niet-geconsolideerde totale middelen en bestedingen aangepast. Invoer en uitvoer van goederen en diensten werden onterecht niet meegeteld in de totale middelen en bestedingen. Voor de sectoren niet-financiële vennootschappen en financiële instellingen werden vermogensheffingen (bestedingen) onterecht als blanco (het cijfer kan op logische gronden niet voorkomen) weergegeven.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Jaarcijfers:
De eerste jaarcijfers komen beschikbaar 85 dagen na afloop van het verslagjaar als som van de cijfers van de vier kwartalen van het betreffende jaar. Vervolgens worden na 6 en 18 maanden respectievelijk de voorlopige en definitieve jaarramingen gepubliceerd. Hiernaast worden bij de sectorrekeningen de financiële rekeningen en balansen voor alle verslagperioden jaarlijks gereviseerd. De cijfers komen jaarlijks in juni beschikbaar op StatLine, de elektronische database van het CBS. Daarnaast worden de cijfers jaarlijks in juli in ‘de Nationale rekeningen tabellenset' gepubliceerd.
Kwartaalcijfers:
85 dagen na afloop van een verslagkwartaal komt de eerste kwartaalraming beschikbaar. Mocht daarna nog nieuwe kwartaalinformatie beschikbaar komen, dan kan in september het eerste, en in december het tweede kwartaal nog worden herzien. In maart kunnen de eerste drie kwartalen nog worden bijgesteld. Als in juni nieuwe jaarcijfers beschikbaar komen, dan worden de kwartaalcijfers opnieuw herzien zodat ze aansluiten op die jaarcijfers.
Hiernaast kunnen er tussentijdse actualisaties plaatsvinden om eind maart en eind september de meest actuele gegevens over de overheid aan de Europese Commissie te verstrekken. De gegevens over de kwartalen worden aangesloten op de bijgestelde jaarcijfers.

Toelichting onderwerpen

Middelen
Middelen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verhogen (oftewel de inkomsten door sectoren).
Beloning van werknemers
De totale vergoeding, in geld of in natura, die door een werkgever aan een werknemer verschuldigd is voor de arbeid die deze tijdens een verslagperiode heeft verricht. De beloning van werknemers is gelijk aan het totaal van lonen en sociale premies ten laste van werkgevers.
Lonen
De vergoedingen voor de werknemer, die in een bepaalde periode arbeid verricht, en die ten laste komen van de werkgever, inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale premies die ten laste komen van de werknemer. De belangrijkste vorm van loon is 'loon in geld' (inclusief de ingehouden loonbelasting en werknemerspremies). Dit loon omvat het basis bruto loon, premies, provisies, toeslagen, overwerkloon, gevarengeld, bijzondere beloningen en fooien, maar ook onkostenvergoedingen in verband met de dienstbetrekking (zoals een vergoeding of tegemoetkoming voor de kosten van woon-werkverkeer). Bijzondere beloningen omvatten vakantiegeld, tantième, gratificaties, winstuitkeringen en een dertiende of veertiende maand. Doorbetaald loon bij ziekte behoort niet tot de lonen, maar wordt toegerekend aan de sociale premies t.l.v. werkgevers. Naast 'loon in geld' kan 'loon in natura' onderdeel van het loon uitmaken, als dit voor de werknemer een voordeel uit dienstbetrekking is. Voorbeelden van loon in natura zijn het privégebruik van de auto van de zaak, dienstwoningen, het rentevoordeel van geldleningen, tegen korting of gratis verkregen producten van de zaak en werkgeversbijdragen aan kinderopvang.
Bestedingen
Bestedingen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verminderen (oftewel de uitgaven door sectoren).
Beloning van werknemers
De totale vergoeding, in geld of in natura, die door een werkgever aan een werknemer verschuldigd is voor de arbeid die deze tijdens een verslagperiode heeft verricht. De beloning van werknemers is gelijk aan het totaal van lonen en sociale premies ten laste van werkgevers.
Lonen
De vergoedingen voor de werknemer, die in een bepaalde periode arbeid verricht, en die ten laste komen van de werkgever, inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale premies die ten laste komen van de werknemer. De belangrijkste vorm van loon is 'loon in geld' (inclusief de ingehouden loonbelasting en werknemerspremies). Dit loon omvat het basis bruto loon, premies, provisies, toeslagen, overwerkloon, gevarengeld, bijzondere beloningen en fooien, maar ook onkostenvergoedingen in verband met de dienstbetrekking (zoals een vergoeding of tegemoetkoming voor de kosten van woon-werkverkeer). Bijzondere beloningen omvatten vakantiegeld, tantième, gratificaties, winstuitkeringen en een dertiende of veertiende maand. Doorbetaald loon bij ziekte behoort niet tot de lonen, maar wordt toegerekend aan de sociale premies t.l.v. werkgevers. Naast 'loon in geld' kan 'loon in natura' onderdeel van het loon uitmaken, als dit voor de werknemer een voordeel uit dienstbetrekking is. Voorbeelden van loon in natura zijn het privégebruik van de auto van de zaak, dienstwoningen, het rentevoordeel van geldleningen, tegen korting of gratis verkregen producten van de zaak en werkgeversbijdragen aan kinderopvang.