Lopende transacties; sectoren, nationale rekeningen

Lopende transacties; sectoren, nationale rekeningen

Institutionele sectoren Niet-geconsolideerd of geconsolideerd Perioden Middelen Beloning van werknemers Lonen (mln euro) Bestedingen Beloning van werknemers Lonen (mln euro)
Totale binnenlandse sectoren Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 90.633 92.670
Totale binnenlandse sectoren Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 90.633 92.670
Niet-financiële vennootschappen Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 67.856
Niet-financiële vennootschappen Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 67.856
Financiële instellingen Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 4.199
Financiële instellingen Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 4.199
Monetaire financiële instellingen Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 1.695
Monetaire financiële instellingen Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 1.695
Centrale bank Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 59
Centrale bank Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 59
Ov. deposito-instellingen en GMF's Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 1.636
Ov. deposito-instellingen en GMF's Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 1.636
Overige financiële instellingen Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 1.917
Overige financiële instellingen Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 1.917
Beleggingsfondsen m.u.v geldmarktfondsen Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 7
Beleggingsfondsen m.u.v geldmarktfondsen Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 7
Ov. fin. inst. excl. beleggingsfondsen Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 1.910
Ov. fin. inst. excl. beleggingsfondsen Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 1.910
Ov. fin. intermediairs en hulpbedrijven Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 1.692
Ov. fin. intermediairs en hulpbedrijven Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 1.692
Overige financiële intermediairs Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 312
Overige financiële intermediairs Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 312
Financiële hulpbedrijven Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 1.380
Financiële hulpbedrijven Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 1.380
Fin. instellingen binnen concernverband Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 218
Fin. instellingen binnen concernverband Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 218
Verzekeringsinstel. en pensioenfondsen Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 587
Verzekeringsinstel. en pensioenfondsen Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 587
Verzekeringsinstellingen Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 561
Verzekeringsinstellingen Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 561
Pensioenfondsen Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 26
Pensioenfondsen Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 26
Overheid Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 16.312
Overheid Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 16.312
Centrale overheid Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 6.358
Centrale overheid Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 6.358
Lokale overheid Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 9.635
Lokale overheid Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 9.635
Socialezekerheidsfondsen Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 319
Socialezekerheidsfondsen Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 319
Huishoudens incl. IZW's t.b.v. huish. Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 90.633 4.303
Huishoudens incl. IZW's t.b.v. huish. Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 90.633 4.303
Huishoudens Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 90.633 3.443
Huishoudens Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 90.633 3.443
IZW's t.b.v. huishoudens Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 860
IZW's t.b.v. huishoudens Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 860
Buitenland Niet-geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 2.782 745
Buitenland Geconsolideerd 2024 3e kwartaal* 2.782 745
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft een overzicht van de niet-financiële transacties van de institutionele sectoren van de Nederlandse economie. Niet-financiële transacties bestaan uit lopende transacties en transacties van de kapitaalrekening. De transacties worden ingedeeld naar middelen en bestedingen. Daarnaast worden ook de saldi van de sectoren weergegeven.
Niet-financiële transacties worden geraamd voor de hoofdsectoren van de economie: niet-financiële vennootschappen, financiële instellingen, overheid, huishoudens, instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens en het buitenland. De sectoren financiële instellingen en overheid zijn bovendien nog naar subsectoren uitgesplitst. Sectoren worden zowel geconsolideerd als niet-geconsolideerd gepresenteerd.

Gegevens beschikbaar vanaf:
Jaargegevens vanaf 1995.
Kwartaalgegevens vanaf het eerste kwartaal 1999.

Status van de cijfers:
De jaargegevens van 1995 tot en met 2022 zijn definitief. Kwartaalgegevens vanaf 2022 hebben de status voorlopig.

Wijzigingen per 24 december 2024:
Cijfers over het derde kwartaal van 2024 zijn beschikbaar.

Correctie per 12 juli 2024:
De totale geconsolideerde middelen en bestedingen zijn gewijzigd voor de meeste sectoren, vanwege een foutieve berekening. Voor de sector buitenland zijn ook de niet-geconsolideerde totale middelen en bestedingen aangepast. Invoer en uitvoer van goederen en diensten werden onterecht niet meegeteld in de totale middelen en bestedingen. Voor de sectoren niet-financiële vennootschappen en financiële instellingen werden vermogensheffingen (bestedingen) onterecht als blanco (het cijfer kan op logische gronden niet voorkomen) weergegeven.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Jaarcijfers:
De eerste jaarcijfers komen beschikbaar 85 dagen na afloop van het verslagjaar als som van de cijfers van de vier kwartalen van het betreffende jaar. Vervolgens worden na 6 en 18 maanden respectievelijk de voorlopige en definitieve jaarramingen gepubliceerd. Hiernaast worden bij de sectorrekeningen de financiële rekeningen en balansen voor alle verslagperioden jaarlijks gereviseerd. De cijfers komen jaarlijks in juni beschikbaar op StatLine, de elektronische database van het CBS. Daarnaast worden de cijfers jaarlijks in juli in ‘de Nationale rekeningen tabellenset' gepubliceerd.
Kwartaalcijfers:
85 dagen na afloop van een verslagkwartaal komt de eerste kwartaalraming beschikbaar. Mocht daarna nog nieuwe kwartaalinformatie beschikbaar komen, dan kan in september het eerste, en in december het tweede kwartaal nog worden herzien. In maart kunnen de eerste drie kwartalen nog worden bijgesteld. Als in juni nieuwe jaarcijfers beschikbaar komen, dan worden de kwartaalcijfers opnieuw herzien zodat ze aansluiten op die jaarcijfers.
Hiernaast kunnen er tussentijdse actualisaties plaatsvinden om eind maart en eind september de meest actuele gegevens over de overheid aan de Europese Commissie te verstrekken. De gegevens over de kwartalen worden aangesloten op de bijgestelde jaarcijfers.

Toelichting onderwerpen

Middelen
Middelen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verhogen (oftewel de inkomsten door sectoren).
Beloning van werknemers
De totale vergoeding, in geld of in natura, die door een werkgever aan een werknemer verschuldigd is voor de arbeid die deze tijdens een verslagperiode heeft verricht. De beloning van werknemers is gelijk aan het totaal van lonen en sociale premies ten laste van werkgevers.
Lonen
De vergoedingen voor de werknemer, die in een bepaalde periode arbeid verricht, en die ten laste komen van de werkgever, inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale premies die ten laste komen van de werknemer. De belangrijkste vorm van loon is 'loon in geld' (inclusief de ingehouden loonbelasting en werknemerspremies). Dit loon omvat het basis bruto loon, premies, provisies, toeslagen, overwerkloon, gevarengeld, bijzondere beloningen en fooien, maar ook onkostenvergoedingen in verband met de dienstbetrekking (zoals een vergoeding of tegemoetkoming voor de kosten van woon-werkverkeer). Bijzondere beloningen omvatten vakantiegeld, tantième, gratificaties, winstuitkeringen en een dertiende of veertiende maand. Doorbetaald loon bij ziekte behoort niet tot de lonen, maar wordt toegerekend aan de sociale premies t.l.v. werkgevers. Naast 'loon in geld' kan 'loon in natura' onderdeel van het loon uitmaken, als dit voor de werknemer een voordeel uit dienstbetrekking is. Voorbeelden van loon in natura zijn het privégebruik van de auto van de zaak, dienstwoningen, het rentevoordeel van geldleningen, tegen korting of gratis verkregen producten van de zaak en werkgeversbijdragen aan kinderopvang.
Bestedingen
Bestedingen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verminderen (oftewel de uitgaven door sectoren).
Beloning van werknemers
De totale vergoeding, in geld of in natura, die door een werkgever aan een werknemer verschuldigd is voor de arbeid die deze tijdens een verslagperiode heeft verricht. De beloning van werknemers is gelijk aan het totaal van lonen en sociale premies ten laste van werkgevers.
Lonen
De vergoedingen voor de werknemer, die in een bepaalde periode arbeid verricht, en die ten laste komen van de werkgever, inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale premies die ten laste komen van de werknemer. De belangrijkste vorm van loon is 'loon in geld' (inclusief de ingehouden loonbelasting en werknemerspremies). Dit loon omvat het basis bruto loon, premies, provisies, toeslagen, overwerkloon, gevarengeld, bijzondere beloningen en fooien, maar ook onkostenvergoedingen in verband met de dienstbetrekking (zoals een vergoeding of tegemoetkoming voor de kosten van woon-werkverkeer). Bijzondere beloningen omvatten vakantiegeld, tantième, gratificaties, winstuitkeringen en een dertiende of veertiende maand. Doorbetaald loon bij ziekte behoort niet tot de lonen, maar wordt toegerekend aan de sociale premies t.l.v. werkgevers. Naast 'loon in geld' kan 'loon in natura' onderdeel van het loon uitmaken, als dit voor de werknemer een voordeel uit dienstbetrekking is. Voorbeelden van loon in natura zijn het privégebruik van de auto van de zaak, dienstwoningen, het rentevoordeel van geldleningen, tegen korting of gratis verkregen producten van de zaak en werkgeversbijdragen aan kinderopvang.