Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, mutaties, nationale rekeningen
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat kwartaal- en jaargegevens over de productiecomponenten, de bestedingencategorieën en de inkomensbestanddelen van het bruto binnenlands product van Nederland. De volumeontwikkeling van het bruto binnenlands product is de maatstaf voor de economische groei van een land. Het is in de nationale rekeningen en dus ook in de kwartaalrekeningen gebruikelijk om het bruto binnenlands product vanuit drie gezichtspunten te benaderen, vanuit de productie, vanuit de bestedingen en vanuit het inkomen.
Daarnaast wordt in deze tabel ook de opbouw van het nationaal vorderingensaldo vanuit het bbp weergegeven en zijn er detailgegevens van variabelen uit de eerste vier onderwerpen beschikbaar. Deze zijn te vinden onder Aanvullende detailgegevens. De gegevens worden weergegeven in de procentuele waarde-, volume- en prijsontwikkeling ten opzichte van dezelfde periode in het voorgaande jaar en ten opzichte van de vorige periode.
Gegevens beschikbaar vanaf 1995.
Status van de cijfers:
De jaargegevens in de periode 1995-2022 zijn definitief. Kwartaalgegevens vanaf 2022 hebben de status voorlopig.
Wijzigingen per 23 september 2024:
Gegevens van de tweede raming van het tweede kwartaal 2024 zijn toegevoegd aan deze tabel.
Correctie per 12 juli 2024:
De gegevens van de bruto investeringen in vaste activa naar type van activa en naar bestemming in de periode 1995-2021 zijn gecorrigeerd vanwege een fout in de oorspronkelijke berekening.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De resultaten van de eerste berekening, de zogenoemde flashraming, worden binnen 45 dagen na afloop van een verslagkwartaal bekend gemaakt. Vervolgens wordt 85 dagen na afloop van het kwartaal de reguliere raming gepubliceerd. Bij de tweede raming van het vierde kwartaal worden de gegevens van de voorgaande drie kwartalen van dat jaar herzien. Als in juni (nieuwe) jaarcijfers beschikbaar komen, dan worden de kwartaalcijfers opnieuw herzien zodat ze aansluiten op die jaarcijfers. Hiernaast kunnen er tussentijdse actualisaties plaatsvinden om eind maart en eind september de meest actuele gegevens over de overheid aan de Europese Commissie te verstrekken. De gegevens over de kwartalen worden aangesloten op de bijgestelde jaarcijfers.
Toelichting onderwerpen
- Opbouw bbp vanuit de productie
- De opbouw van het bruto binnenlands product vanuit de productie. Dit is gelijk aan de som van de toegevoegde waarde van alle bedrijfstakken (inclusief niet-commerciële). De toegevoegde waarde wordt geregistreerd tegen basisprijzen. Om uit te komen op het bbp tegen marktprijzen moet het saldo van productgebonden belastingen en subsidies en verschil tussen toegerekende en afgedragen btw erbij worden opgeteld. De belastingen en subsidies hebben betrekking op zowel geproduceerde als ingevoerde goederen en diensten. Voorbeelden hiervan zijn btw en invoerheffingen.
- Bruto toegevoegde waarde basisprijzen
- De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten (de productiewaarde of output) minus de waarde van goederen en diensten die tijdens deze productie zijn opgebruikt (het intermediair verbruik). De output is gewaardeerd tegen basisprijzen, dit is de verkoopprijs exclusief de handels- en vervoersmarge en exclusief de afgedragen productgebonden belastingen en de ontvangen productgebonden subsidies. Het intermediair verbruik is gewaardeerd tegen aankoopwaarde exclusief niet-aftrekbare btw.
Inbegrepen is de toegevoegde waarde van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degene die in buitenlandse handen zijn.
In de nationale rekeningen betekent 'bruto' vóór aftrek van het verbruik van vaste activa (afschrijvingen) en 'netto' na aftrek van het verbruik van vaste activa.- A-F Landbouw en nijverheid
- Landbouw, nijverheid en energievoorziening
Deze categorie is een samentelling van categorieën:
A Landbouw, bosbouw en visserij
B Winning van delfstoffen
C Industrie
D Productie en distributie van en handel in elektriciteit, aardgas, stoom en gekoelde lucht
E Winning en distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering
F Bouwnijverheid- B-E Nijverheid (geen bouw) en energie
- Deze categorie is een samentelling van categorieën:
B Winning van delfstoffen
C Industrie
D Productie en distributie van en handel in elektriciteit, aardgas, stoom
en gekoelde lucht
E Winning en distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering- Totaal
- B Delfstoffenwinning
- Winning van delfstoffen
Deze sectie omvat:
- de winning van in de natuur voorkomende mineralen in vaste vorm (steenkool, turf en erts), in vloeibare vorm (aardolie) of in de vorm van een gas (aardgas). Winning vindt plaats door middel van ondergrondse mijnbouw, dagbouw of boringen.
Deze sectie omvat voorts bijkomende bewerkingen die voor het vervoer en de afzet van de minerale producten noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld het vergruizen, malen, wassen, drogen, sorteren of concentreren van ertsen, het vloeibaar maken van aardgas en het briketteren van vaste brandstoffen.
Deze werkzaamheden worden vaak door de eenheden die de delfstoffen winnen zelf uitgeoefend en/of door andere eenheden in de buurt van de winplaats.
Deze sectie omvat ook:
- de vervaardiging van steenkool- en bruinkoolbriketten, het sinteren van ertsen;
- het vergruizen, malen of op andere wijze behandelen van bepaalde soorten aarde, steen en mineralen.
Deze sectie omvat niet:
- de verwerking van delfstoffen (sectie C);
- de productie aan de bron van natuurlijk bron- of mineraalwater (1107);
- de winning, zuivering en distributie van water (3600).
- D Energievoorziening
- Productie en distributie van en handel in elektriciteit, aardgas, stoom en gekoelde lucht
Deze sectie omvat:
- productie en distributie van en handel in elektriciteit, aardgas en warm water.
- E Waterbedrijven en afvalbeheer
- Winning en distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering
Deze sectie omvat:
- winning en distributie van water;
- afvalbehandeling en recycling.
- Aanvullende detailgegevens
- De detailgegevens hebben betrekking op variabelen waarvoor elders in deze tabel alleen het totaal is opgenomen. Er zijn detailgegevens over verschillende bestedingsvariabelen. De totale consumptieve bestedingen worden gespecificeerd naar twee verschillende indelingen: de
bestedingsindeling en de verwervingsindeling. De bruto investeringen in vaste activa zijn nader gespecificeerd naar bedrijfsklasse van bestemming en naar type van activa. Verder zijn de gegevens over de uitvoer en invoer van goederen en diensten naar productgroepen afzonderlijk opgenomen.- Consumptieve bestedingen
- Uitgaven aan goederen en diensten die worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van individuele of collectieve behoeften. De consumptieve bestedingen kunnen zowel op het eigen grondgebied als in het buitenland worden gedaan, maar het gaat altijd om uitgaven door ingezeten institutionele eenheden, dat wil zeggen in Nederland gevestigde huishoudens, izw's t.b.v. huishoudens en overheidsinstanties. Consumptieve bestedingen worden gedaan door huishoudens, izw's t.b.v. huishoudens en de overheid. Ondernemingen consumeren niet: kosten aan goederen en diensten die ondernemingen maken ten behoeve van hun productie vallen hier niet onder, maar onder intermediair verbruik of investeringen. De overheid is een speciaal geval. Ook de overheid kent intermediair verbruik, naar analogie van ondernemingen. Maar de productie die de overheid levert en waar niet rechtstreeks voor wordt betaald, niet-markt-output (veiligheid bijvoorbeeld), valt onder de (overheids-)consumptie. Het heet dat de overheid 'haar eigen productie consumeert'. Binnen de nationale rekeningen moet alles wat wordt geproduceerd namelijk ook worden afgenomen. Dat de consumptie van de overheidsproductie bij de overheid zelf is neergelegd, is een conventie. Daarnaast bevat de overheidsconsumptie ook door de overheid verstrekte sociale uitkeringen in natura zoals basiszorg (gefinancierd uit AWBZ en de Zorgverzekeringswet) en huurtoeslag.
- Bestedingsindeling consumptie
- Hierbij staan de uitgaven voor consumptiegoederen en -diensten centraal.
De totale consumptieve bestedingen worden ingedeeld naar de sectoren die de consumptieve uitgaven financieren.
Indeling schema:
Totaal consumptieve bestedingen =
Consumptieve bestedingen door huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk (IZW) ten behoeve van huishoudens, waarvan:
Consumptieve bestedingen door huishoudens;
Consumptieve bestedingen door IZW ten behoeve van huishoudens.
Consumptieve bestedingen door de overheid, waarvan:
Collectieve consumptie door de overheid;
Individuele consumptie door de overheid.- Consumptie huishoudens incl. IZWh
- Uitgaven aan goederen en diensten die door de sector huishoudens en de sector instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens (IZWh's) worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van hun behoeften.
Tot de consumptieve bestedingen door huishoudens behoren de volgende grensgevallen:
- inkomen in natura zoals huisvesting, voeding en kleding en de auto van de zaak
- diensten van woningen die door de eigenaar zelf worden bewoond en waarbij dus geen sprake is van werkelijk betaalde huur. Deze diensten zijn gewaardeerd met behulp van de huurprijzen voor vergelijkbare woningen
- producten die voor eigen gebruik zijn geproduceerd, bijvoorbeeld in de landbouw. De waarde ervan is gelijk aan de marktprijs voor deze of vergelijkbare producten
- duurzame consumptiegoederen, zoals personenauto's, huishoudelijke apparaten, meubilair en kleding. De aankoop door particulieren van woningen wordt echter gerekend tot de investeringen in vaste activa van huishoudens.
Niet alle bestedingen door huishoudens worden als consumptie gezien, huishoudens kunnen ook investeren. Dit betreft met name de aanschaf van een eigen woning en grote werkzaamheden hieraan, zoals verbouwingen en buitenschilderwerk. Kleine reparaties, schilderwerk binnen en de aanschaf van meubelen vallen wel onder consumptie. Ook de aanschaf van een auto en auto-reparaties worden als consumptie gezien.
De consumptieve bestedingen door instellingen zonder winstoogmerk (izw's) ten behoeve van huishoudens omvatten de niet-marktproductie van deze sector met uitzondering van de investeringen in eigen beheer.
De detailgegevens over de consumptieve bestedingen betreffen de binnenlandse particuliere consumptieve bestedingen. Hieronder vallen de consumptieve bestedingen in Nederland, ongeacht het ingezetenschap van de consument. Hieruit kunnen de consumptieve bestedingen door huishoudens worden afgeleid door de consumptie door niet-ingezetenen in Nederland in mindering te brengen en te registreren als uitvoer en de consumptie door ingezetenen in het buitenland erbij te tellen en te registreren als invoer.- Consumptie goederen huishoudens
- Consumptie van goederen door huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk huishoudens.
- Overige goederen
- Motorbrandstoffen; energie; overige goederen
- Energie en water
- Energie en water.
- Bruto investeringen in vaste activa
- Uitgaven aan productiemiddelen die langer dan één jaar worden ingezet tijdens een productieproces. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om een gebouw, woning, vervoermiddel of een machine. Dit in tegenstelling tot goederen of diensten die tijdens het productieproces worden opgebruikt, zoals ijzererts, het intermediair verbruik. Vaste activa kunnen in de loop der jaren in waarde verminderen door slijtage of omdat bijvoorbeeld de techniek veroudert (economische veroudering). Dit wordt verbruik van vaste activa genoemd (ook wel afschrijvingen genoemd). Bij bruto-investeringen zijn deze niet afgehaald van de waarde van de investeringen, bij netto-investeringen is dit wel het geval.
De volgende investeringsgoederen worden onderscheiden: bouwwerken, vervoermiddelen, machines en installaties, telecommunicatieapparatuur, wapensystemen (inbegrepen bij machines), computers, software, onderzoek en ontwikkeling, in cultuur gebrachte activa (bv. vee en bomen), exploratie en evaluatie van minerale reserves, kosten van eigendomsoverdracht voor niet-geproduceerde activa en intellectuele-eigendommen.- Bruto investeringen naar bestemming
- De bruto investeringen in vaste activa ingedeeld naar de bedrijfstakken waarvoor de investeringen bestemd zijn.
- Investeringen uit productie en invoer
- Uitgaven voor geproduceerde of ingevoerde materiële of immateriële activa die langer dan een jaar in het productieproces worden gebruikt.
- B-F Nijverheid en energie
- Deze categorie is een samentelling van categorieën:
B Winning van delfstoffen
C Industrie
D Productie en distributie van en handel in elektriciteit, aardgas, stoom
en gekoelde lucht
E Winning en distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering
F Bouwnijverheid